Moad Ahouch: ‘zorg voor een goed verhaal’

Onze oktoberstokpaardruiter heet Moad. Lang zoeken hoefde niet; Amira, de september-amazone, vroeg zich af hoe wij tot onze belvolgorde kwamen en wanneer haar prijswinnende collega (tweede plaats bij de DVK Schrijfprijs 2021) aan de beurt was. Het antwoord is simpel, nu! Moad dus, Ahouch. Moad is arbo-adviseur voor het concern Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. IVK, MVK én ambtenaar. Hij heeft een goed verhaal en benadrukt ook het belang van dat goede verhaal.

Biografie
Moad Ahouch (1993) woont in Leidschendam en werkt bij de gemeente Rotterdam. Hij is daar een van de vijftienduizend interne werknemers en is onderdeel van – wat hij zelf noemt – een complexe organisatie. Als arbo-adviseur is hij het eerste aanspreekpunt voor arbovraagstukken bij het concern Stadsontwikkeling, een van de clusters in het gemeentelijk bedrijf.
Moad is de jongste jongen uit een gezin van twaalf en moest (of mocht) een technische beroepsopleiding gaan volgen, omdat je ‘daar altijd goed mee zat’. Maar Moad vond techniek helemaal niet leuk. Op wilskracht slaagde hij eerst voor mbo-2 en aansluitend voor mbo-4. Toen was hij opgeleid tot werkplekmanager in de automobielbranche, wat dus niet bepaald zijn ding was. Hard werken sprak vanzelf in huize Ahouch. Maar eerst even doorleren loont zeker de moeite, al sluit het ene het andere niet uit: Moad was heel lang vulploegleider bij een supermarkt, ook terwijl hij bij Hogeschool InHolland de IVK-opleiding volgde. Bij de gemeente Rotterdam richtte hij zich als jongerenwerker en later als stagiaire bij een ‘stadsmarinier’ op sociale veiligheid in probleemgebieden en studeerde af op veiligheidsbeleving en de resultaten van de interventies van stadsmarinier. Daarna meldde hij zich via een nieuwe sollicitatie als trainee bij de gemeente, deed er enkele opdrachten (zoals onderzoek naar ‘naastplaatsingen’ bij ondergrondse afvalcontainers) en bleef hangen bij het ingenieursbureau als adviseur integrale veiligheid. Hij haalde zijn MVK-diploma bij Kader. Met zijn scriptie getiteld ‘Is veilig werken op hoogte een utopie voor de gemeente Rotterdam?’ werd hij tweede bij de DVK Schrijfprijs 2021. Moad studeert graag verder. MoSHE (Master of Safety, Health & Environment) lijkt hem wel wat, en Delft is niet ver weg. Naast veiligheidspromotor is Moad ook nog kickboksinstructeur te Wassenaar.


Bloemen voor Moad van zijn opleider‘Uitstekend, want ik werk vandaag thuis’, zegt Moad als we vragen of het schikt. ‘Thuiswerken is bij ons prima mogelijk, ook al zijn de flexplekken op kantoor weer flink in trek, want dan kan thuis de kachel laag. Scheelt in de kosten. Maar vandaag hoef ik dus geen plek te zoeken en ook niet met de metro naar Rotterdam. Ik werk gemiddeld twee à drie dagen per week thuis.’

Okay Moad, maar als je de arbeidsveiligheid moet bewaken dan is al dat thuiswerken van jou en je collega’s wel een handicap. Of kan dat op afstand?
Moad: ‘Via MS Teams kan ik veel dingen zien. Of ik vraag mensen om een fotootje te maken van hun werkplek. Bij thuiswerkers gaat het eigenlijk altijd om beeldschermwerk. Ik kijk naar zaken als instellingen van schermen, stoelen, de houding en de verdeling van het lichaamsgewicht. Vaak gaan mensen pas iets roepen als ze al klachten hebben. Verkeerde werkhoudingen en minder gezonde gewoonten sluipen er ongemerkt in. Het zijn vaak kleine dingen waar je mensen mee helpt. Mijn kracht als adviseur is het herhalen van de boodschap, het meenemen van mensen. Ik probeer vooral preventief te handelen.’

Als mensen kantoor houden onder de trap, wat doe je daar dan mee?
‘Zelfs al zouden we willen, we hebben niet álles in de hand. Als werkgever stellen we laptopstandaards, een tweede beeldscherm en een ergonomische muis ter beschikking, maar bij thuiswerkers op bezoek gaan doe ik niet.’

Waarom niet? Als ze daar werken is het hun werkplek en valt het onder de verantwoordelijkheid van de werkgever.
‘Ja, maar je komt ook binnen in een thuissituatie en er zijn privacyregels. Zomaar bij mensen achter de deur kijken doen we niet. Er zitten veel haken en ogen aan arbo bij thuiswerk, maar ook aan meekijken, hoe goedbedoeld ook. In de VS is een softwarebedrijf voor de rechter gedaagd omdat ze eisten dat thuiswerkers hun camera aan lieten staan. De werknemer die de zaak had aangespannen is in het gelijk gesteld. We zijn met ons allen nog volop aan het uitvinden wat mag en wat het beste werkt. Organisaties hebben moeite om voorop te lopen, ze zijn aan het aftasten en kijken wat anderen doen. Rotterdam is al best pro-actief: we hebben eigen bedrijfsmaatschappelijk werkers, we werken met wandelcoaches en doen veel moeite om mensen mee te laten denken en ze betrokken en gezond te houden.’

Hoe zit het eigenlijk met arbeidsongevallen en thuiswerken?
‘Ook daar zijn we nog niet over uit en er is nog weinig jurisprudentie over. Als iemand thuis op een keukentrapje klimt om het venster van zijn thuiswerkplekje af te plakken en hij valt eraf, is dat dan een arbeidsongeval? Of er gebeurt iets tijdens een snelle spurt naar de keuken tussen twee zoom-sessies in? Zeg het maar. Doen we ongevallenonderzoek ook op een thuiswerkplek of mag dat niet? Ik volg het nauwgezet en hoop dat er duidelijkheid gaat ontstaan.’

Met welke thema’s ben je bezig? Doe je zelf bijvoorbeeld de RI&E?
‘Nee, maar ik ben wel betrokken als arbo-contactpersoon; in een begeleidende rol vanuit de opdrachtgever. De uitvoering is in handen van een externe partij. Die steekt de thermometer erin, doet werkplekbezoeken  en houdt interviews. Ik ben niet de inhoudelijk expert, maar meer van het proces en de sturing. Tijdens Safety&Health@Work ben ik speciaal naar de presentatie van Wim van Alphen gegaan over de nieuwe toetsingsregels voor de RI&E, want ik wil wel precies weten hoe het zit. Heel interessant, al vraag ik me zeer af wie er belang bij heeft om het zo ingewikkeld te maken. Beleid trekt me meer dan uitvoering. Abstractie boven inhoudelijke details. Ik ben veel in gesprek met management, de OR, met leidinggevenden en moet er uiteraard voldoende van weten om te kunnen bepalen of iets zinvol is of niet.’

Je kunt er vast eindeloos over vergaderen.
‘Dat kan, maar zo zit ik niet in de wedstrijd. We moeten door en dus moet je beslissingen nemen. Als een opsteller voorstelt een verdiepend onderzoek te doen naar psychosociale arbeidsbelasting dan moet er ook iemand zijn om dat te accorderen of te zeggen dat we dat maar even niet gaan doen. Dat durf ik best, en het is ook wel Rotterdams om iets te gaan proberen in plaats van er ellenlang over te praten. En als je een fout maakt dan is dat maar zo. Dan doe je het daarna anders. Stroop de mouwen op, probeer iets uit.’

Probeert Rotterdam zich te onderscheiden van buurgemeente Den Haag, of van landelijk beleid?
‘Dat zijn jouw woorden, niet de mijne.’

Waar wil je graag iets mee doen?
‘Met de Safety culture ladder. Hoe ga je van een reactieve naar een pro-actieve organisatie. Dat lijkt me heel boeiend in onze organisatie. Het is namelijk geen bedrijf met een duidelijke structuur en een enkelvoudig doel, maar meer een enorm netwerk met heel veel overlappende taken, opdrachten en structuren.’

Wat leidt tot veel overleg.
‘We vergaderen inderdaad veel. Er wordt veel administratie verricht, overal eigenlijk. Ook de wijkagent komt minder in de wijk dan vroeger, en de zorgmedewerker moet alles verantwoorden, dus uniek is dat niet. In mijn vorige functie kwam ik nog wel eens buiten, bij de uitvoering van de projecten van het ingenieursbureau, nu veel minder.’
Een van de actuele thema’s is agressie en geweld, naast bijvoorbeeld stress. Je noemde PSA net zelf als voorbeeld. Niet al jullie cliënten staan te juichen over de overheid.
‘Iedereen die buiten komt met het logo van de gemeente op zijn jas krijgt daarmee te maken. Mensen hebben een kort lontje en ook al heb je niets te maken gehad met hun persoonlijke conflicten of frustraties, jíj vertegenwoordigt op dat moment de gemeente, ook al ben je niet de ambtenaar die hun uitkering heeft gestopt of hun vergunning geweigerd. We hebben niet voor niets een protocol voor omgang met agressie en geweld. We hebben zelfs de voors en tegens van herkenbare kleding tegen elkaar afgewogen. En nee, zelf draag ik niet die jas met logo, maar ik ben wel Rotterdam. De gemeentelijke overheid moet de vinger aan de pols hebben. Je moet in de haarvaten van de wijken zitten, zoals burgemeester Aboutaleb zegt. Persoonlijk denk ik dat Rotterdam dat heel goed doet en dat onze burgemeester daar sterk aan bijdraagt. Hij is niet voor niets al tien jaar onze burgervader.’

Snap je de onvrede bij burgers?
‘Ik snap wel dat mensen soms vastlopen, dat ze meegesleept worden of doordraaien. Er is maatschappelijke onrust. Er zijn gekke forums die ruimte bieden aan alternatieve, soms absurde zienswijzen. Het is geen ontwikkeling die zich alleen op het dark web voordoet of op apps als Telegram, het is veel breder. Ook in de reguliere politiek zie je het laten-we-zeggen ‘alternatieve denken’ terug.’

Waar wil jij dingen veranderen? En hoe?
‘Als ik me even beperk tot de arbeidsveiligheid: als je af wilt van bestaande procedures en ingesleten gewoonten dan moet je een goed verhaal hebben. En ik wil zeker wel iets veranderen. Bij bouwprojecten die wij aanbesteden bijvoorbeeld, waar ik V&G-plannen voorbereidingsfase en uitvoeringsfase mocht beoordelen. Als je tien jaar lang V&G-plannen voorbereidingsfase maakt door alleen het titelblad aan te passen aan het nieuwe project, dan heb je nog een lange weg te gaan voor je werkelijk zult begrijpen wat de bedoeling is. Dat waren vinklijstjes geworden die weinig meer toevoegden. Milieuzorg en duurzaamheid eisen tegenwoordig dat je ook aandacht gaat besteden aan de sloop van wat je gaat bouwen. Het is heel makkelijk om een plan bot af te keuren, maar je kunt mensen ook begeleiden en de tijd nemen ze mee te nemen in het verhaal. Niemand past zich in een oogwenk aan, dat moet je inmasseren. Ik vind het leuk om dat gesprek aan te gaan, of dat nu gaat om pijn in je nek van je beeldscherm of de waarde van een veiligheids- en gezondheidsplan. Ik hecht aan het verhaal.’

Heb je dat van huis uit meegekregen?
‘Nou, het was geen stille bedoening thuis, maar ik heb me eigenlijk vooral in mijn werkzame jaren bekwaamd in het vertellen van dat goede verhaal. Dat is wat mensen mogen verwachten van een goede arbo-adviseur, toch? Het is niet alleen hoe je het opschrijft, maar ook hoe je het brengt op de werkvloer.’

Hoe denk jij over de IVK’er in de arbeidsveiligheid? Sluit dat goed aan?
‘Daar denk ik veel over na, ook in serieus verband, als lid van de beroepenveldcommissie van InHolland. Ik zie veel blauwe denkers in de veiligheidskunde (de ‘regelhechters’, red.). Zelf wijk ik graag af van het gebaande pad. Een IVK’er kan zeker een nuttige bijdrage leveren aan de arbeidsveiligheid, ook zonder gerichte nascholing. Hij – of zij – kan een trendanalyse doen, documentenonderzoek, de jurisprudentie nazoeken. En hij neemt hoe dan ook een frisse blik mee. Het hoeft dus niet altijd een HVK te zijn. Vraag een IVK niet om een ongevallenonderzoek te doen. Maar zelfs met machineveiligheid kan hij een eind komen. Het is namelijk vaak het proces dat begeleiding en aandacht behoeft, niet de technische details.’

Moet een veiligheidskundige iets met alle crises?
‘Ik ben daar erg pragmatisch in: steek geen tijd in dingen die buiten je cirkel van invloed liggen. Corona was een goede mogelijkheid geweest om ons denken en handelen radicaal om te gooien. Die kans hebben we niet gepakt. Het enige dat is veranderd is onze kijk op een pandemie, verder zijn we in ons gedrag weer terug op het oude spoor. Waar wij in Nederland zwaar aan tillen is aan de andere kant van de wereld vaak helemaal geen issue. Die gedachte relativeert ook enorm.’

O ja, dat zou ik bijna vergeten. Wat brengt dat kickboksen je?
‘Haha, daar zie ik natuurlijk voortdurend risico’s en gevaren, die gelukkig zelden tot letsel leiden. Ik ben tegenwoordig instructeur, niet zo zeer beoefenaar. Ik noem het zelf trouwens liever coach. Het brengt de jeugd echt wat; ze leren op te komen voor hun rechten. Ook wennen ze aan regels: tot twaalf jaar mag je elkaar sowieso niet op het hoofd slaan, een heel goede regel. Vitaliteit en mentale weerbaarheid zijn waardevol. In het leven kom je er namelijk niet door je mond te houden: als je een goed verhaal hebt moet je het ook nog durven uitspreken.’



Heb je trouwens ook gezwoegd op een schrijfsel voor je veiligheidskundige opleiding dit jaar? Dan kun je insturen voor de DVK Schrijfprijs 2022!
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.