Wendy Davus: over ijzeren wil en soepele aanpak gesproken…

Wendy DavusJe hoeft geen veiligheidskundige te zijn om je professioneel met veiligheid bezig te houden. Preventiemedewerker en VCA-coördinator Wendy Davus vult de behoefte in bij Vic Obdam Staalbouw BV. Het West-Friese staalconstructiebedrijf is ‘plat georganiseerd’: de lijnen zijn kort en daardoor kan er vlot en flexibel worden gewerkt. Met circa 65 werknemers is het net te klein voor een fulltime VGM-coördinator of eigen veiligheidskundige. Veiligheid moet ‘in de organisatie zitten’ en niet het exclusieve domein zijn van één functionaris. Wendy waakt daarover.

Biografie

Wendy Davus (1978) werkt al 17 jaar bij Vic Obdam Staalbouw BV te Obdam (NH). Aanvankelijk als baliemedewerkster, nu als projectbegeleider. Dat wil zeggen dat ze voor de drie projectleiders administratieve taken uitvoert. Dat betreft ook de verplichte VGM-projectplannen, de functie-RI&E’s voor het personeel en allerlei zaken rond planning, contracten en het begeleiden van materieel-inhuur en  opleidingen aan medewerkers. Wat haar zelf boven de pet gaat, wordt uitbesteed aan externe dienstverleners, maar ze houdt wel de vinger aan de pols.
De eerste helft van haar leven heeft Wendy doorgebracht in het Belgische Lommel. Haar opleiding bestond uit de hotelschool en een opleiding tot secretaresse bij Schoevers. Altijd handig als je een horecabedrijf runt. Toch doet ze dat niet. Haar carrière ving aan op de verkoopafdeling van een Belgische fietsenfabriek. Een jaar voor het faillissement (net op tijd) bracht de liefde haar naar West-Friesland, waar ze nog steeds woont, inmiddels met twee kinderen van respectievelijk tien en twaalf jaar oud. Het gezinsleven combineert ze nu met haar deeltijdbaan bij Vic Obdam. "Met mijn baas is heel veel soepel te regelen en het is heel gezellig bij het bedrijf, dus ik denk er niet over om iets anders te gaan doen", zegt Wendy.


Wendy, je bent geen veiligheidskundige, maar je hebt wel taken die doorgaans door een veiligheidskundige worden uitgevoerd.
Wendy: "Ja, iemand moet het doen toch? Ik heb even getwijfeld of mijn verhaal voor jullie de moeite waard zou zijn. Ik ben geen deskundige. Wél leergierig, maar vooral bij dingen die ik direct in de praktijk nodig heb. Daarbij ben ik heel erg van het internet. De praktijk is mijn leerschool en met hier en daar wat ondersteuning kom ik er wel. Mijn ‘veiligheidskundige opleiding’ bestaat uit een ééndaagse cursus preventiemedewerker, die ik achteraf gezien als erg oppervlakkig beschouw. Het was een suffe training die bar weinig voorstelde. De zeer uiteenlopende achtergronden van de cursisten droegen ook niet bij aan de diepgang. Er zaten verpleegkundigen, een medewerkster van een kinderdagverblijf, enzovoort. Clustering van cursisten per branche zou kunnen helpen. Dat het beter kan heb ik pas nog mogen ervaren bij een cursus contracten lezen; een veel stoffiger onderwerp dat met een goede docent tóch pakkend en interessant blijft. Ondanks het hbo-niveau werd er in jip-en-janneketaal gesproken en iedereen bleef bij de les. Een hoop praktijkvoorbeelden, geen onnodige Engelse termen. Complimenten."

Maar veiligheid moet er in jouw functie 'even bij' worden gedaan.
Wendy: "Veiligheid vergt continu aandacht, en mijn hoofdtaak is en blijft projectadministratie. En soms moet ik gewoon een dag ‘facturen rammen’. Maar zelfs een full-timer kan er niet altijd bij zijn in een bedrijf waar montageploegen zelfstandig op pad zijn. Waar ik mede voor moet zorgen is dat alle ploegen en individuele werknemers zélf veilig werken. Ze hebben hun VCA en weten dat we veilig werken altijd nastreven. Eisen zelfs, maar we zetten er geen politieagent naast. Als iemand merkt dat een harnasgordel niet meer deugt, dan knipt hij zelf de banden door, zodat hij niet meer kan worden gebruikt. In de bus ligt altijd een extra exemplaar. Retour magazijn met een briefje eraan of laten repareren is lastiger en duurder gebleken. Waar nog een verbeterpuntje ligt, is in de melding, zodat ik ook weet dat we een nieuw harnas moeten bestellen. En voor de VCA-documentatie natuurlijk." Lachend: "Administratie is wel een dingetje bij onze mannen."

Want jij bent ook de VCA-coördinator?
Wendy: "Zeker. En ook daar heb ik in moeten groeien. Ons bedrijf heeft al VCA zolang als ik me kan herinneren, dus dat is minstens 17 jaar. De groene papieren veiligheidspaspoorten hebben we inmiddels afgeschaft. Welke opleidingen mensen hebben en wanneer herhalingscursussen nodig zijn, houd ik wel bij. Ik ben net bezig met de nieuwe checklist (VCA 2017/6.0, red.), want die moet ik voor de volgende audit hebben ingevoerd. Ik werk volgens mijn eigen interpretatie van het handboek, en merk dan wel of dat strookt met het oordeel van de auditor. In het begin vroeg ik Lloyd’s (certificerende instelling) elke keer om een andere auditor, niet omdat ik moeite had met de oude, maar om kennis te maken met mogelijk andere inzichten. Daar leer ik van. En ik ben best eigenwijs. Vorige keer riep de auditor dat hij een bepaald lijstje al had gezien. Dat klopt, want als ik wat vereisten uit verschillende hoofdstukken in één overzichtje kan zetten dan ga ik er geen drie maken. Het moet wel praktisch blijven. Veiligheid zit niet in die berg papier."

Dan ben ik benieuwd naar jullie praktijk. Wat doe je daar in het kader van VCA?
Wendy: "Heel veel kleine dingen, maar we zijn er wel voortdurend mee bezig. De toolboxmeetings heten gewoon het montage-overleg voor de buitendienst en werkplaatsoverleg voor de mensen die hier in Obdam werken. Het is heel belangrijk hoe je iets noemt, want het bepaalt sterk hoe mensen ermee omgaan. In de VCA-administratie heet het wel ‘toolboxmeeting’ en daar is de inhoud ook naar. Heel praktisch en door de mensen zelf aangedragen. Zo wil ik het ook. VCA is belangrijk en onze opdrachtgevers willen dat het op papier in orde is. Mij interesseert dat handboek eigenlijk maar matig. Het gaat erom hoe mensen de veiligheid in de praktijk brengen en hoe ze het zelf beleven. Hoe je iets benoemt, is daarbij heel belangrijk. Als erkend leerbedrijf hebben we ook altijd stagiairs, maar we noemen ze niet zo. Personeel in opleiding noemen we ‘aankomend vaktalent’, afgekort AV. Het is net als met de term ‘laagopgeleide’, die je gelukkig niet vaak meer hoort, want de term stigmatiseert."

Zijn er praktische knelpunten op het gebied van veiligheid?
Wendy: "Natuurlijk. Ook onze mensen gedragen zich wel eens 'mans'. Zo van: 'O, voor dat kleine stukje van het hek naar de bus hoef ik mijn helm niet op'. Tot je dan je kop stoot aan de ladder op je imperiaal. Er mocht ook nog even een klein krammetje in de wond. Wat ik dan heel mooi vind, is dat mensen het er nog maanden over hebben en dat niemand het nut van de bouwhelm nog durft te betwijfelen. Je hoeft het in het werkoverleg niet eens te noemen, want dat doen ze zelf wel. Van arbeidsongevallen heb ik verder geen voorbeelden, want die zijn er niet. Af en toe een pleister. Ik heb recentelijk wel veel pleisters moeten inkopen trouwens. Dat is toch een signaal; blijkbaar is er iets veranderd in de manier van werken, in de materialen of de machines. Ik heb in elk geval al gekeken naar de snijbestendigheid van onze werkhandschoenen en of we andere moeten gaan gebruiken."

PBM-inkoop ligt ook bij jou?
Wendy: "Ik denk mee en praat veel met mensen over wat ze nodig hebben en hoe beschermingsmiddelen bevallen. Als onze spuiter andere adembescherming nodig heeft dan heeft hij daar zelf de belangrijkste stem in. Het moet natuurlijk adequaat beschermen, maar welk merk en type het wordt, bepaalt hij in principe zelf. Zo doen we dat ook met gereedschap. Als een monteur het prettiger vindt om met een Hazet-ratel te werken omdat die beter in zijn hand ligt, dan wordt het Hazet in plaats van Gedore. Ik noem maar een voorbeeld. Als we mensen gelukkiger kunnen maken en RSI kunnen voorkomen dan doen we dat. Maar soms zeg ik nee als er iemand per se een blauwe bouwhelm wil terwijl de opdrachtgever rood voorschrijft. Helaas kom ik vanwege kantoordrukte niet vaak over de vloer bij buitenklussen. Maar de mannen gaan om zes uur op pad en ik ben wel eens vroeg opgestaan om vóór mijn kantoorwerk met koffiekoeken op een locatie langs te gaan. Dat is gezellig en nuttig tegelijk."

Wil je dat vaker doen?
Wendy: "Heel graag, want het helpt mij bij wat ik doe en het is goed voor het onderlinge contact. Bij ons bedrijf zit dat al best goed. Men bekommert zich om elkaar. Er is altijd een soort natuurlijke tendens van kluitjesvorming en scheiding der geesten. De tekenaars gaan tijdens de lunch buiten wandelen en de werkplaats zit in de kantine. Logisch, want wie de hele dag staat wil even zitten en andersom. Maar ook bij een borrel zie je de vaste groepsvorming. Als je het stimuleert om bij elkaar te buurten dan krijg je een gezonde uitwisseling: constructeurs en tekenaars gaan zich verplaatsen in de monteur en houden er meer rekening mee welke gevolgen hun keuzes bij de montage hebben. Daarom laten we constructiewerkers soms ook meedraaien met de montageploegen. Dan leert men elkaar kennen en ze maken kennis met het praktische werk. Ons bedrijf groeit en verjongt momenteel flink en volgende maand krijgen we er een HRM-collega bij, die ook Wendy heet. Wendy 2.0, zeggen we nu al. Dan kunnen we wat met taken schuiven en kan ik me misschien iets vaker laten zien op de werkvloer."

Welke veiligheidskundige taken besteed je nu uit?
Wendy: "De RI&E bijvoorbeeld. En ik heb een geweldig veiligheidskundig aanspreekpunt bij onze arbodienst. Ik kan bijvoorbeeld geen goede instructiekaart maken voor een nieuwe CNC-plasmasnijder, dus daar zou ik hem dan bijhalen. Hij is een al wat oudere veiligheidskundige met veel praktijkervaring en een nuchtere kijk op zaken. Ik vind levenservaring sowieso belangrijk voor een veiligheidskundige. Jonge enthousiastelingen hebben misschien veel verse kennis uit de boeken in hun hoofd, maar relativeringsvermogen, rust en overwicht komen met de jaren. En hij vraagt altijd waarom ik iets wil en vertelt me dan precies waarom hij iets op een bepaalde manier aanpakt. VCA zoek ik zelf wel uit, maar eigenlijk zou ik daar ook zo’n vraagbaak voor willen hebben. Voor de arbokeuringen van elektrische handgereedschappen en ladders hebben we een eigen specialist. Dat is een oudgediende van inmiddels 73 jaar, maar hij heeft net zijn opleiding voor NEN 3140 opnieuw gedaan. Prachtig toch? Ik koester al onze duizendpoten. O ja, bepaalde opleidingen besteden ook we uit."

Waar moet ik dan aan denken?
Wendy: "VCA natuurlijk, maar ook praktische trainingen voor het werk met nieuwe machines. Er moeten meerdere ‘machinisten’ zijn om de continuïteit te waarborgen. Verder de hoogwerkercertificaten, en heftruck/verreiker en rigger. Dat gaat niet alleen om de pasjes. We hebben vaste leveranciers voor kranen en hoogwerkers. Kranen worden geleverd mét machinist en bij hoogwerkers worden onze mensen aanvullend geïnstrueerd door de verhuurder. Laatst hadden ze een nieuw type dat ’s avonds moest worden afgeleverd voor nachtwerk, maar dan bellen ze er wel achteraan voor uitleg en ze mailen de handleiding ook nog even naar de betreffende voorman. Ik waardeer die moeite."

Wendy DavusEn je taakrisicoanalyses en functie-RIE’s?
Wendy: "Die zijn gelukkig op orde. Beter dan de RIE voor de kantoorwerkplekken, moet ik eerlijk zeggen. Ik worstel nog wat met de computerwerkplekken en de al-dan-niet verstelbare bureaus. Als parttimer hoef ik niet zo nodig een verstelbaar bureau van dertienhonderd euro, maar op flexplekken is zoiets wél heel belangrijk. Gelukkig is het bij een metaalconstructiebedrijf snel geregeld als er ergens verstelbare pootjes onder moeten. Op nekklachten of RSI zitten we niet te wachten. Ondanks een ziekteverzuim van maar 2 % moet je er aandacht aan besteden. Je kunt er een dure ergonoom voor inhuren, maar ik heb ook een yoga-lerares die goede tips gaf. Die deel ik bijvoorbeeld met de tekenkamer: als ik binnenkom, schieten ze al in een andere werkhouding. Dat moet ook, want ze zitten eigenlijk veel te lang achter hun schermen, bezig met Tekla en (de constructeurs) met hun BIM 5D-programma’s. Het is ook een beetje mijn moederinstinct waar die zorg uit voortkomt."

Technisch personeel is schaars en ook jullie hebben veel vacatures. Maken jullie gebruik van werknemers uit andere landen?

Wendy: "Je bedoelt Oost-Europeanen? We hebben een geweldige Surinaamse spuiter en in het verleden hebben we ook Polen in de werkplaats aan het werk gehad. Niet in de buitendienst, omdat het hoogrisico-montagewerk veel coördinatie en overleg vereist. Gebrekkige taalvaardigheid is dan een struikelblok. Dat is het ‘binnen’ ook gebleken, zelfs als mensen Engels spreken. Ik heb heel veel extra moeite moeten doen om allerlei teksten ook in het Engels of zelfs het Pools beschikbaar te maken, maar dat bleek toch lastig. De voertaal blijft Nederlands. En de cultuur is heel anders. Mensen komen naar Nederland om in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk geld te verdienen. Veel uren maken. De veiligheid komt niet altijd op de eerste plaats. Vaak zijn ze verstoken van hun gezin en dan is de verleiding groot om in de avonduren een glaasje te drinken. Dat misgun ik ze niet, maar het is wél een extra risico dat we niet willen nemen."

Maar West-Friesland heeft zelf de jaarlijkse kermissen. Dat lijkt me dan ook een risicofactor.
Wendy: "Dat is het. De kermis is hier als het carnaval in het zuiden. Ook ik geniet ervan. Sinds kort woon ik tegenover het kermisterrein, dus ik zit er bovenop. Tijdens de kermis is het bedrijf niet gesloten, maar op maandagochtend is het dan wel erg rustig. Onze directie snapt het wel. Onder invloed aan het werk of in de auto naar het werk willen we niet en het is niet erg als mensen een snipperdag nemen of hun uren compenseren op een zaterdag. Het is de flexibiliteit en de familiesfeer die maakt dat ik het zo fijn heb bij Vic Obdam."
(MC)

Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.