Herman van Nispen tot Pannerden: met de ijsbreker op audit

De veiligheidskunde heeft zich vanuit de technische hoek ontwikkeld, net als Herman van Nispen tot Pannerden. Hoewel pensioengerechtigd, werkt Herman gewoon door, want zijn werkzame leven is boeiend. Hij heeft er lol in en houdt nog steeds van uitdagingen. Bedachtzaam en met prettige zelfrelativering zet hij uiteen wat hem drijft in zijn werk, het verrichten van VCA-audits.
Biografie
Van Nispen tot Pannerden (geb. 1948, "dus bijna 70!") heeft vanaf 1968 een hts-opleiding economische bedrijfstechniek gevolgd en is in 1973 Ing. geworden. Zijn technische achtergrond heeft hem geholpen bij zijn carrière in de veiligheidskunde, die hem via zijn werk bij verschillende opleiders en adviesbureaus heeft gemaakt tot wat hij nu is: een zeer gewaardeerde – zij het wat non-conformistische – lead-auditor VCA*, VCA**, VCA-P en VCU (en nog wat, waaronder het keurmerk Beveiliging). Behalve in zijn benadering van de door hem bezochte en getoetste bedrijven is hij ook in zijn overtuigingen ten aanzien van de eigen mobiliteit tamelijk onconventioneel: hij rijdt dagelijks met een Citroën 2CV. Dat compromisloze stuk vervoersgereedschap is tevens zijn ‘ijsbreker’.

Herman, hoewel ik de eend persoonlijk enorm waardeer, zul je je vervoermiddel regelmatig moeten verdedigen. Waarom kies je geen ‘veilige’ auto?
2CV Van Nispen: "Een 2CV is juist een zeer veilig vervoermiddel. Er schijnt zelfs een Belgische staatssecretaris geweest te zijn die ooit zei: “Eigenlijk zou iedereen die zijn rijbewijs haalt eerst een halfjaar verplicht in een eend moeten rijden.” In een eend ervaar je namelijk hoe kwetsbaar je bent, wat van grote invloed is op je gedrag. Bovendien ben je niet in twee seconden op volle snelheid, wat prima is voor de voorspelbaarheid in het verkeer. Ik rijd wel met oordopjes in, want op topsnelheid zit je ruim boven de 80 dB(a). Ik ben dol op mijn trouwe blauwe eend, die ik lang geleden kocht van een collega bij Innovam (het opleidingsinstituut voor de mobiliteitsbranche, red), maar ik ontzie haar niet, ze is mijn dagelijks vervoer en met gedegen onderhoud is ze minstens zo betrouwbaar als een modern automobiel. Behalve een groot genoegen om mee te rijden, is de eend ook mijn ijsbreker: het levert direct een goed gesprek op en daarmee een ontspannen sfeer."

Hoe ben je ooit in het veiligheidskundige vak terechtgekomen en auditor geworden?
Van Nispen:  a mijn opleiding HTS Economische Bedrijfstechniek  (EcB) ben ik bij het Veiligheidsinstituut gaan werken. De opleiding tot Middelbaar Veiligheidskundige bestond toen al. Ik zat daar in de werkgroep HVK en heb de eerste cursussen over arbeidsomstandigheden georganiseerd. Die trokken volle zalen, want we waren de eerste en enige aanbieder. Deze ‘Oriëntatiecursus BedrijfsVeiligheid’ was heel populair. De eerste Arbowet was in de maak en de definities van veiligheid, gezondheid en welzijn waren onderwerpen van discussie. Na mijn werk bij het Veiligheidsinstituut ben ik bij een opleidings- en adviesbureau terechtgekomen, en daarna bij Innovam. Op zeker moment ben ik als auditor VCA en ISO aan het werk gegaan bij verschillende certificerende instellingen (CI’s), waarvan ik er inmiddels al een aantal vaarwel heb gezegd. Aan werk geen gebrek en ik kan me nu veroorloven selectief te zijn."

Wat trekt jou aan in de functie van de auditor?
Van Nispen: "De afwisseling. Je komt bij heel veel verschillende bedrijven over de vloer. Bij een audit staat voor mij het gesprek met de man op de werkvloer op de eerste plaats. Daaruit kun je heel veel afleiden over de veiligheidscultuur. En dat mag van mij met de leidinggevende erbij, want dan zie je meteen of er sprake is van remmingen. Door opgelepelde positieve praatjes prik je zo heen. Je moet een open blik houden en oppassen voor vooroordelen. Ook ik ben menigmaal afgestraft, bijvoorbeeld bij een Amerikaans bedrijf, waar werknemers tegen mijn verwachting in heel vrij waren om te vertellen over veiligheidszaken en –cultuur."

Maar als auditor VCA zit je toch heel erg vast aan die starre checklist?
Van Nispen: "VCA is nu eenmaal een checklist. Veel auditoren gebruiken hem ook zo. Voldoe je aan de eisen of niet? Ik probeer te werken vanuit aandachtsgebieden. Als ik zie dat werkplekinspecties altijd goed zijn, dan vraag ik me af of de vragen die men zich stelt wel goed gesteld zijn, vooral als ik zelf dingen waarneem die niet in de haak zijn. Zo vraag ik me ook af of de zaken die in de RI&E benoemd zijn wel in werkplekinspecties terugkomen. Het is het leggen van kruisverbanden. Ik vraag daarop door. Zo wil ik bijvoorbeeld niet alleen weten of men TRA’s maakt, maar vooral wat men er vervolgens mee doet. Ik heb mijn manier van werken ooit schematisch weergegeven als het 'VCA-wiel'. VCA-wielBij de as zit de functie-rie, daaromheen de spaken, die leiden naar de verschillende eisen in de norm. Dat zijn bijvoorbeeld opleidingen, keuringen, inspecties en toolboxmeetings. Als er iemand naar een opleiding gaat vanwege een nieuwe machine, dan moeten we terug naar de functie-rie en van daaruit via de spaken van het wiel weer naar alle eisen. De kernvraag moet zijn hoe een bedrijf in de praktijk een stukje veiligheid bereikt. Dat hoeft naar mijn mening niet precies te worden verwezenlijkt op de manier die VCA voor ogen heeft. Ik heb bij het groenbedrijf van een sociale werkplaats ooit hele stringente eisen gesteld aan de manier waarop ze mensen opleiden en begeleiden. Als dat niet voldoet aan de  VCA eis, moet ik dat heel goed verdedigen in mijn rapportage. Maar met de RvA (Raad voor Accreditatie, toezichthouder CI’s, red.) heb ik nooit problemen gehad."

Draait het bij je werk niet te vaak om kommer en kwel? Je bent tenslotte kritiek aan het leveren op hoe bedrijven de zaken organiseren.
Van Nispen: "Over veel dingen wordt te serieus gedaan. Natuurlijk moet je niet alles weglachen, want het gaat wel ergens over, maar je we blijven allemaal mensen met gevoel. Een timmerman maakt hele mooie dingen en dat moet je waarderen. Het is vaak beter om daar even over te praten dan over de werkprocedures. Ik probeer met echte belangstelling te luisteren naar mensen, vraag ze naar hun motivatie en wens ze na een interview altijd veel plezier in hun werk. VCA is gewoon leuk en vooral praktisch."

Is het zo dat je als auditor met alle egards wordt onthaald?
Van Nispen: "Niet altijd, maar het komt voor dat je op een speciale manier wordt behandeld. Ooit heb ik een bedrijf in Brabant van een collega-auditor van een andere CI overgenomen. Toen ik daar voor het eerst kwam kreeg ik thee uit een klein kopje, keurig op een schoteltje. Als je het theezakje eruit haalde hield je de helft over. Alle andere aanwezigen dronken koffie uit enorme mokken en dat wilde ik ook wel. Toen ik daarom vroeg liet de baas zich in verbazing ontvallen: “Gôh, ge ben een èch mèns”. Het bleek dat mijn voorganger niet uit een mok wenste te drinken en dat kenbaar gemaakt had ook. Het bedrijf had toen snel iemand naar de Blokker in het dorp gestuurd om een kopje te kopen. Dat stond na elke audit weer een jaar in de kast."

Kom je hopeloze gevallen tegen?
Van Nispen: "Niet vaak, maar soms moet je even schakelen. Als ik merk dat bedrijven hun zaakjes absoluut niet op orde hebben of als de directie zelfs weigert om een beleidsverklaring te lezen, dan krijgen ze te maken met de harde Van Nispen. Als je niet durft op te treden moet je dit werk niet gaan doen. Ik heb laatst nog een directeur terechtgewezen omdat die geen enkele betrokkenheid toonde bij het veiligheidsbeleid. Maar bij elke geconstateerde non-conformiteit vind ik het mijn plicht om zo exact mogelijk aan te geven wat eraan mankeert en vooral wat het belang voor het bedrijf is. Dat zijn namelijk de leerpunten waarmee ze aan de gang kunnen. Het is niet de bedoeling dat ik in mijn rol van auditor aangeef hóe een bedrijf iets moet doen. Dat is de rol van de adviseur. Ik moet geregeld uitleggen aan bedrijven dat ik dat niet mag, en ik meen te kunnen zeggen dat nagenoeg alle auditors daar integer in zijn: ze zijn niet tegelijk beoordelaar én adviseur. In principe moet een bedrijf zélf bedenken hoe ze veilig werken. Als ze ergens niet uitkomen mogen ze me bellen voor extra uitleg. Als ik bij bedrijven kom die volledig leunen op hun adviseur, die precies weet op welke pagina of onder welk tabblad iets terug te vinden is, dan ben ik op mijn hoede. Ik zie tijdens audits vaak genoeg adviseurs met weinig toegevoegde waarde. Bij een initiële audit waar de documentatie wordt beoordeeld kan een adviseur nog nuttig zijn, maar een bedrijf moet niet een heel handboek laten opstellen door een externe adviseur volgens het systeem ‘zoek en vervang’ en dan denken dat ze er vanaf zijn. Nee: het moet hun eigen handboek zijn. Ze moeten aan VCA doen omdat ze er zelf iets mee willen bereiken, niet omdat ze mij toevallig aardig vinden."

Hoe weet je als auditor hoe je iets moet beoordelen? Hoe voorkom je dat je te ver afwijkt van de norm?
Van Nispen: "Dat wordt onder andere bereikt via een harmonisatiesysteem; door kennisuitwisseling tussen auditors. Vroeger waren er landelijke harmonisatiedagen die ik zelf mede heb georganiseerd. Nu worden certificerende instellingen geacht het binnen hun eigen organisatie te regelen. Dat brengt wel het gevaar met zich mee dat grotere CI’s langzaamaan een eigen koers gaan varen."

Welke eisen worden er gesteld aan een auditor VCA?
Van Nispen: "Je moet een bepaald aantal jaren ervaring hebben met werk in risicovolle omgevingen en minimaal MVK zijn. Met name die werkervaring vind ik zelf zeer noodzakelijk. Die eis moet voorkómen dat een bedrijf beoordeeld gaat worden door schoolverlaters. Toch komt het voor dat mijn collega-auditors te weinig voeling hebben met de praktijk. Aan de ‘ervarings-eis’ wordt dan bijvoorbeeld voldaan doordat ze als ISO-auditor aan het werk zijn geweest, en daarbij ook risicovolle bedrijven hebben bezocht. Zelf vind ik een technische opleiding en voldoende ervaring een voorwaarde om je werk goed te kunnen doen. Niet alleen als auditor: iedere veiligheidskundige moet bijvoorbeeld weten wat volt en ampère zijn. Het zijn basisbegrippen die je nodig hebt om te kunnen beoordelen wat veilig is en wat niet. Helaas zijn er mensen werkzaam in ons vak die die basis missen."

Is het zinvol als bedrijven voor hun audit overstappen naar een andere CI of een andere adviseur?
Van Nispen: "Dat kan zin hebben: als een andere CI of een andere auditor meer diepgang biedt of in zijn scope verder gaat dan de minimale eisen, dan kan dat helpen. Laat je vooral niet verblinden door een aanlokkelijk uurtarief. Dat geldt ook voor adviseurs waar je een beroep op doet: voor je het weet heb je een of ander contract waarin een bepaald minimumaantal uren op jaarbasis is gespecificeerd. De ingekochte dienstverlening kan dan geheel voorbijgaan aan wat je werkelijk nodig hebt. Mogelijk is dit in de nieuwe VCA norm misschien wel een eis, een van de concepten zou bijvoorbeeld aangeven bij VCA**: daadwerkelijke aantoonbare inzet van veiligheidskundige per jaar."
(MC)

Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.