Enrico van Vugt, energieke Rotterdamse facilitator

Hoger Veiligheidskundige Enrico van Vugt heeft een veelkleurig takenpalet bij de nieuwe energiecentrale van ENGIE op de Maasvlakte. Een van die taken behelst het alcohol- en drugsbeleid op het terrein van de centrale. Niet de simpelste opdracht, wel een die hij doortastend uitvoert.

Biografie
 De carrière van Van Vugt (geb. 1958) heeft zijn wortels in transport, logistiek en chemie. Na zijn opleiding tot auto-elektrotechnicus en enig ‘havenwerk’ mocht hij van ’76 tot ’82 als KVV’er bij de Koninklijke Landmacht zware voertuigen bergen. Overgestapt naar de ‘burgermaatschappij’ werd dat het vervoer van zeecontainers, gedurende tien jaar zelfs met zijn eigen transportbedrijf, vooral actief in het Rotterdamse havengebied. Van Vugt was via ADR al bekend met gevaarlijke stoffen en specialiseerde zich later (als procesoperator in de chemie) verder in arbozaken en veiligheidskunde. Sinds maart 2011 is hij senior expert veiligheid bij ENGIE Energie Nederland.

 
Enrico, kun je even tijd maken voor een gesprek?
Van Vugt: ”Ternauwernood, maar ik doe mijn best. Als ik ‘s ochtends mijn bed uit kom heb ik al tijd tekort, maar over tijdsmanagement en prioriteiten kunnen we het straks nog hebben. Brand los.”

Wat is jouw rol bij de ENGIE-energiecentrale Rotterdam?
Van Vugt: “Ik zie mezelf als veiligheidsadviseur. Ik ben geen toezichthouder maar facilitator. In vaste dienst van ENGIE ben ik vooral bezig met de begeleiding van projecten. Als hoofd veiligheid huur ik regelmatig MVK’s in die onder mijn verantwoordelijkheid worden ingezet. Ik ben niet de man die zegt ‘zo moet het’: ik stel mijn expertise graag ter beschikking en word daarom uitgenodigd bij allerlei overleggen, ook als die niet specifiek over veiligheid gaan. Het opbouwen van een veiligheidscultuur begint met goed overleg en coöperatie. Het is mooi als mensen je om je menig vragen vanwege je objectiviteit en je brede kijk op zaken, omdat je in hun ogen een goede afweging maakt.”

Met welke productieprocessen heb je te maken?
Van Vugt: “Hier op de Maasvlakte maken we hoofdzakelijk elektriciteit uit warmte, door de verbranding van steenkool. Dat is het hoofdproces. Daarnaast winnen we bijproducten zoals vliegas die als vervanger van cement in betonmortel wordt gebruikt, wegverhardingsgrondstoffen uit bodemas en we maken bijvoorbeeld gips. De opgave is om met zo min mogelijk afval en zo economisch mogelijk die steenkool in te zetten. Wat het spannend maakt is dat onze grondstof, kolen, niet constant is qua samenstelling en dat we tóch schoon willen verbranden en de uitstoot minimaliseren. Wat je hier uit de schoorsteen ziet komen is hoofdzakelijk waterdamp. Om de installatie in optimale conditie te houden hebben we eigen onderhoudsafdelingen, mechanisch onderhoud (WTB), elektrisch onderhoud en een afdeling meet- en regeltechniek. We zijn geen BRZO-bedrijf, maar we organiseren wel alles alsof we volgens artikel 31 als zodanig zijn aangewezen, dus inclusief veiligheidsmanagementsystemen en procedures.”

Jij gaat over de veiligheid bij projecten. Wat voor projecten?
Van Vugt: “Bijvoorbeeld een plantstop voor revisie en onderhoud. Het veiligheidskundige en arbo-deel ligt bij mij. Voorbereiding, risicoanalyses, het veiligheidstoezicht en de BHV. Niet alleen bij het eigen personeel maar ook de veiligheidsplannen van de contractors horen daarbij, tot en met de security en de calamiteitenplannen. Dat betekent dagelijks overleg, controles, coaching, handhaving en sanctionering. Als er geen projecten zijn, doe ik de arbotaken in de bedrijfsvoering, RIE, blootstelling gevaarlijke stoffen, ATEX, een deel van de voorlichting en scholingen, noodplannen en het alcohol-, drugs en medicijnenbeleid (ADM).”

Kan en mag je iets vertellen over het ADM-beleid?
Van Vugt: “Daar hoef ik niet geheimzinnig over te doen. Om te beginnen heeft onze directie in haar beleidsverklaring staan: ‘geen drugs of alcohol op het terrein’. Het is voor niemand toegestaan om zich onder invloed op het terrein te bevinden.”

Prima beleidsverklaring, maar hoe handhaaf je dat? Mag je zomaar gaan controleren?
Van Vugt: “Een bedrijf is verantwoordelijk op het eigen terrein, maar we hebben wel overleg gevoerd met de ondernemingsraad. Ondanks aanvankelijke terughoudendheid van de OR is de handhaving van dat verbod grootschalig ingezet. Een OR heeft instemmingsrecht in beleidszaken die het personeel aangaan, maar dit gaat om de veiligheid van al het personeel op de locatie. Bovendien staat het verbod op alcohol en drugs al in de CAO, die ook door de OR is geaccordeerd. Uiteraard wordt er overleg gevoerd met de OR  en komen we tot afspraken. De expliciete wens om vertrouwelijk om te gaan met alle personen en gegevens is meegenomen in de uitvoering. Gedeeltelijk volgt dit uit de Wet bescherming persoonsgegevens, sommige zaken zijn net iets scherper aangezet.”

Hoe heb je dat praktisch vormgegeven?
Van Vugt: “Dat bedenk ik natuurlijk niet in m’n eentje en we doen het ook niet voor de eerste keer. De laatste grote controleactie was afgelopen zomer tijdens het EK-voetbal. We hadden toen een onderhoudsstop, met grote hoeveelheden extra ingehuurd personeel, . Je kunt tijdens zo’n EK de risico’s bij groepen werknemers zelfs afleiden uit het speelschema van de competitie. We hebben toen controleacties op touw gezet, zowel bij de ochtend- als de middagdienst, in samenwerking met Trafieq, een gespecialiseerde ADM-dienstverlener. Dat waren 100%-controles aan de poort, waarbij iedereen die in- of uit ging moest blazen. Trafieq had een speciale portacabin met separatie en een discrete achter-uitgang neergezet, zodat ‘betrapten’ niet langs de rij naar buiten moesten. Dit was één van de punten die door de OR specifiek was ingebracht. Naast de poortcontroles voerden we inspecties met drugshonden uit buiten het terrein en in de kleedruimtes, en er waren verrassingscontroles op de werklocaties, tot in de meest afgelegen besloten ruimten waar werk werd uitgevoerd.”

Hebben jullie aanwezigen betrapt op drankgebruik?
Van Vugt: “. Gelukkig niet veel, maar er was een enkele positieve treffer bij de controles, in overeenstemming met de verwachtingen die we hadden. De exacte cijfers deel ik niet mee, maar controles zijn niet overbodig. Soms zijn er ook signalen. Als je aanwijzingen vindt in prullenbakken dan mag je dat niet op zijn beloop laten. Ook culturele gewoonten gaan je opvallen. Wijn bij de lunch is in Zuid Europa gebruikelijk, en in Japan, maar ook in België, gebruikt men veel alcoholhoudend mondwater om fris te ruiken. Dat kan gevolgen hebben bij een blaastest. De laatste keer hebben we ons beperkt tot alcoholcontroles en screening op drugsbezit met getrainde honden, maar bij de volgende grote actie komen daar speekseltests voor drugsgebruik bij.”

Jullie zijn opdrachtgever. Formeel is het de werkgever die verantwoordelijk is voor zijn personeel, toch?
Van Vugt: “Ja, maar wij verwachten van onze contractors dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Ook in de contracten staat al dat ze een alcohol- en drugsbeleid moeten voeren. Wij organiseren de controles en delen onze bevindingen met de formele werkgever, maar doen dat op een no-blame no-shame manier. Je moet bedenken dat die werkgever – net zo min als wij – precies kan weten wat er aan de hand is. Maar positief geteste personen komen niet het terrein op. Zelfs een speciaal voor ons ingevlogen expert die boven de limiet zit, zal teruggestuurd worden. En geloof me dat dat in sommige culturen vergaande gevolgen kan hebben voor de betrokkene. Een van de leerpunten voor mij is dat je een zorgteam paraat moet hebben. Mensen met een drank- of drugsprobleem moet je begeleiding kunnen aanbieden.”

Voer jij zelf de gesprekken met positief geteste werknemers?
Van Vugt: “Bij negen van de tien ‘eerste’ gesprekken ben ik aanwezig, maar het is prima als een contractor zelf een functionaris meestuurt die die rol op zich neemt. Externe partij Trafieq deed bij de laatste grote actie de controles, zorgde voor de testapparatuur en de objectieve vastlegging, wij deden de verdere afhandeling in overeenstemming met de afspraken en het VGM-projectplan. Tevoren moet je goed hebben nagedacht over een juridisch houdbaar systeem en een werkbare uitvoering die de werkzaamheden en de sociale cohesie zo min mogelijk verstoort.”

Terug naar je tijdsmanagement, hoe voorkom je dat je ‘overloopt’?
Van Vugt: ”Het is een jachtige maatschappij en alles heeft haast, maar daar hoef jij niet het slachtoffer van te worden. Uiteindelijk bepaal je zelf je prioriteit. Dat moet je ook aan een ander duidelijk maken. Als ik voor een keuze word gesteld tussen het op tijd inleveren van een rapport en het voeren van een gesprek met een medewerker met een dringend probleem of een gevoel dat iets onveilig is, dan kies ik voor het laatste. Bij het magazijn hangt ook een bordje ‘Verwacht niet dat wij hard lopen als u uw zaken niet op orde heeft’. Niet aardig, maar het geeft wel aan dat je altijd de balans in het oog moet houden.”

Lastig als je daarbij op andermans ‘gevoel’ af moet gaan.
Van Vugt: “Nee, want dat gevoel is legitiem en daar moet je direct aandacht aan besteden. Als het gemeld wordt, dan is er door de betrokkene al een drempel genomen en dan heeft het voor mij prioriteit. Of het dan gaat om ATEX, ozon, elektromagnetische velden, brandveiligheid of alcohol en drugs maakt niet uit. Daarmee zijn we dus terug bij mijn tijdsplanning en mijn prioriteiten. Ik móet niet plotseling iets omdat het een speerpunt van de directie is: als op wat voor manier dan ook blijkt dat een onderwerp aandacht behoeft omdat de veiligheid erbij gebaat is, dan ga ik ermee aan de gang, gelukkig vinden het management en de directie ook dat veiligheid altijd prioriteit moet hebben en word ik dan ook gesteund in mijn afwegingen op prioriteiten. De deur van mijn kantoor staat altijd open. Als hij dicht is vanwege een meeting, dan mag er worden geklopt. Als iets anders dringender is dan zeg ik het wel. En nu moet ik weer aan het werk.” (MC)
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.