De soepele spagaat van Tiffany Bloeming

Weer een record. Met haar 22 lentes is Tiffany Bloeming de jongste veiligheidskundige die ooit als Stokpaardamazone heeft opgetreden. Die leeftijd is meteen een gevoelig punt, want het is volgens Tiffany het eerste waarop je wordt beoordeeld, ook al heb je op bepaalde punten misschien meer ervaring dan een ander. Troost: jeugdigheid gaat vanzelf over. Vijftien jaar geleden zat ze al bij de jeugdbrandweer van Coevorden. Eerst als ‘manschap’, later als bevelvoerder. Ze is in de DISC-typologie van persoonlijkheden zo rood als de tankautospuit maar is ook in staat tot verkleuring als de werkomgeving daarom vraagt. We maken graag kennis met een uiterst spraakzame vertegenwoordiger van de jonge generatie veiligheidskundigen.

Biografie

Tiffany Bloeming (1997) is in juni 2019 afgestudeerd als Integraal Veiligheidskundige bij Saxion in Enschede. Het had eventueel ook psychologie kunnen zijn, maar het werd veiligheidskunde. In haar examenjaar volgde ze tegelijk de opleiding tot MVK bij Kader in Almelo; minder breed en lekker praktisch. Ze woont binnenkort in Emmen, na haar jeugd te hebben doorgebracht in Dalen (gemeente Coevorden). Daar werkte haar vader bij de brandweer en de bedrijfsbrandweer, wat Tiffany al heel jong mateloos interessant vond. Zoals dat kan gaan; ze mocht al jong mee en kon toen ze zeven jaar oud was bij de jeugdbrandweer, van waaruit ze op haar achttiende doorstroomde naar de gewone vrijwillige brandweer. Tijdens haar studie werkte ze voor adviesbureau BAVO. Ze studeerde af bij tapijtfabrikant Betap. Nog steeds heeft de brandweer een warm plekje in haar hart, maar ze woont straks niet meer in Dalen en Emmen heeft een beroepsbrandweer. Gelukkig heeft ze meer te doen: ze forenst nu dagelijks naar Houten (Ut), waar ze sinds kort als KAM/QHSE-Coördinator werkt voor Vialis en VRS Railway Industry BV, beide onderdeel van Volker Wessels. Daarnaast werkt ze als zelfstandig veiligheidskundig zzp’er, maar wel een beetje ‘low profile’, want hoewel er veel uren in een dag gaan moet je prioriteiten stellen. Werken aan een solide toekomst is er een van.


Het interview met Tiffany vindt plaats vanuit de auto, uiteraard handsfree en soms met een korte pauze, bijvoorbeeld als ze bij Hoogeveen gepasseerd wordt door een hoogwerker van haar eigen korps, met sirene en zwaailichten. Daar moet natuurlijk enthousiast naar worden gezwaaid. ‘Ze hebben me nog gezien ook. En dat met een Prio-één!’ Wij zien het niet, maar haar lach moet van oor tot oor hebben gestrekt.

Tiffany, waarom ben je meteen ook maar MVK geworden? Was IVK niet voldoende?
Tiffany Bloeming - diploma MVKTiffany: ‘Omdat dat me meer kansen biedt in het bedrijfsleven. Ik wil de werkvloer op. Daarom heb ik ook bewust voor MVK gekozen en niet meteen voor HVK. Ik wil onderaan beginnen. HVK komt er zeker nog van, maar op dit moment zie ik niet de meerwaarde.’

En die veiligheidsinteresse, komt dat door de brandweer?
Tiffany: ‘Daar ligt wel de basis. De spanning is leuk, de onvoorspelbaarheid van brandweerwerk. Het is duidelijk dat het een mannenwereld is maar ik stá mijn mannetje. En het helpen van mensen, wat je ook als veiligheidskundige doet, maar bij de brandweer is het wat dringender. Het is prachtig als je een slachtoffer met je Jaws of Life uit een autowrak kunt knippen en hem dan een jaar later terugziet op de post. Levend en wel, zonder blijvende gevolgen. Ik heb mooie ervaringen bij de brandweer. Vanaf mijn achttiende werd ik gewoon ingezet en veel van die inzetten hebben een blijvende indruk op me gemaakt. Aan een binnenaanval in een brandend pand denk ik nog regelmatig terug. Gelukkig geen slachtoffers, maar dat zoiets goed gaat is wel te danken aan je gedegen opleiding en aan het teamwork.’

Want natuurlijk moet je volledig opgeleid zijn: met praktijkoefeningen en ademluchttraining.
Tiffany: ‘Die heb ik dan ook gehad, bij BON (Brandweer Opleidingen Noord) in Wijster, waar ik ook een tijdje heb gewerkt. Een prachtig oefencentrum waar je heel realistisch kunt trainen in allerlei praktische settings. Ik zou graag bij de brandweer willen blijven maar als beroepsbrandweervrouw zou dat niet te combineren zijn met een andere baan. Helaas. Maar misschien lukt het me ooit om weer bij een vrijwillig korps aan te sluiten. Ik werp me nu met veel plezier op mijn carrière als veiligheidskundige. Lekker bezig zijn met de veiligheidsladder, met kwaliteitsdoelen, milieu- en arbozaken en vooral heel dicht op het echte werk.’

Is dat niet moeilijk in een technisch georiënteerde omgeving?
Tiffany: ‘Je zegt nog net niet ‘voor een meisje’. Maar het is een vooroordeel waar ik tegen mag vechten, naast die leeftijd. Gelukkig heb ik al ervaring opgedaan bij een adviesbureau waarvoor ik bij veel verschillende bedrijven over de vloer kwam. Dat helpt me nu ook. Als ik vertel dat ik met machineveiligheid bezig ben geweest en ook bij de brandweer zit dan kantelt de houding al wat. Ik ren niet gillend weg als ik een cirkelzaag zie. Bovendien vinden de mannen het ook wel leuk dat ik ze aandacht geef. Ik luister veel en stel vragen over wat ze precies doen.’

Welke kant wil je op? Werken in loondienst of als zelfstandige?
Tiffany: ‘Ik doe het nu allebei. Het zwaartepunt ligt bij mijn vaste werk in loondienst, maar ik geef ook fire & safetytrainingen en help kennissen en geïnteresseerden met hun RI&E, om ook nog iets voor mezelf te hebben in de avonduren. Maar het is iets dat ik achter de hand houd. Ik vind het maken van RI&E’s leuk en ik wil het er graag bij blijven doen, maar liefst in deeltijd. De komende tien jaar blijf ik graag aan het werk in loondienst. Ik ga me niet in bochten wringen of nu al minder dagen werken ten gunste van mijn eigen onderneming. Ik heb studiegenoten die zich meteen na hun opleiding als zzp’er aanbieden. Wat ik me dan afvraag is hoe ze zichzelf verkopen als deskundige en waar ze dan hun ervaring hebben opgedaan.’

Weet je van jezelf wat je past en wat niet? Dat is niet alleen een kwestie van je opleiding maar misschien nog wel meer van je persoonlijkheid. Ken je jezelf voldoende?
Tiffany: ‘Mijn zwakte is de manier waarop ik omga met kritiek. Dat is iets waar ik aan moet werken. Ik moet het zien als iets waar ik van kan leren. Bij mijn minor in leiderschap hebben we elkaars zwaktes en sterktes in kaart gebracht, onder andere via het DISC-kleurmodel. Ik bleek hartstikke rood te zijn; iets wat me niet verbaast. Mijn vader is net zo rood en dominant als ik. De brandweer kent een sterk directieve structuur waar rode persoonlijkheden het in leidinggevende posities goed doen, ze zijn directief en taakgericht.’

Is het zo dat je de mensen om je heen karakteriseert volgens het DISC-model?
Tiffany: ‘Zo erg is het niet, maar als je het model kent ga je wel nadenken over de samenstelling van teams en de rollen van teamleden. Bij mijn huidige werkgever tref ik heel veel blauwe persoonlijkheden (consciëntieus, indirect en taakgericht, red.) en dat gaat prima. Als ik met allemaal andere rode personen samen zou moeten werken dan liggen conflicten meer voor de hand dan met blauwe. Het is ook niet keihard; het is eerder een natuurlijke geneigdheid in een bepaalde richting die bij de ene mens sterker is dan bij de andere. Ik kan in samenwerking met rode collega’s opschuiven richting geel (interactief), groen (stabiel) of blauw. Dat is gewoon de sociale dynamiek. Naarmate je je beter kunt aanpassen ben je flexibeler inzetbaar. De kameleon onderscheidt zich daarin positief.’

Wat is er zo leuk aan het werken bij één bedrijf?
Tiffany: ‘Dat je onderdeel bent van een eenheid. Dat je samen en met elkaar nadenkt hoe je er het beste van maakt. Als je alleen maar als adviseur wordt ingehuurd ben je na afronding van je opdracht weer weg en ervaar je niet de resultaten van de samenwerking.’

Je klinkt bescheiden en praktisch. Intussen heb je wel een doel. Ik neem aan dat je geacht wordt de veiligheid te bevorderen. Lukt dat?
Tiffany: ‘Jawel, maar ik ben ook wel eens op mijn eigen beperkingen gestuit. Ik wil iets; ik wil mensen geven wat ze nodig hebben om veilig te kunnen werken. Dat is niet altijd wat mensen zeggen of dénken nodig te hebben. Daar moet je samen achter komen en het strookt niet altijd met wat het bedrijf nastreeft. Hun beeld van hoe veilig het is correspondeert niet altijd met het mijne. Ik heb wel eens de vraag gesteld hoe iemand het zou vinden als hun vrouw en hun kinderen op de werkvloer zouden worden losgelaten. Dat geeft een heel ander perspectief. Plotseling kijken ze heel anders om zich heen. Ook voor mij geldt dat ik me moet realiseren waarom er op een bepaalde manier wordt gewerkt en dat het werk wel door moet, niet alleen veilig maar ook praktisch. Daarom ben ik heel blij dat ik onderaan mag beginnen, dat ik taken op de werkvloer krijg. Wat goed werkt is het maken van foto’s van werkzaamheden. Als je die toont zien mensen zichzelf aan het werk en kun je het erover hebben.’

Wat is het lastigste in je werk als veiligheidskundige?
Tiffany: ‘Dat we teveel op papier gericht zijn. We schrijven rapportjes die in de kast verdwijnen terwijl we praktisch bezig zouden moeten zijn. Maximale veiligheid is een utopie als je in een papieren werkelijkheid leeft. Al die bladzijden die we volschrijven worden – bij wijze van spreken – door niemand gelezen. We voldoen weer aan de regeltjes en dat was het. We moeten onze aanpak en onze methoden veel meer aanpassen aan de praktijk. Wij veiligheidskundigen zijn teveel bezig met het vertalen van de regeltjes uit de papieren werkelijkheid naar de praktijk, terwijl onze praktische klanten niet het gevoel krijgen dat we ze bieden wat ze nodig hebben. Bieden wat mensen nodig hebben kost tijd en je moet bereid zijn die erin te steken.’

Weg met de regeltjes dus?
Tiffany: ‘Zover wil ik niet gaan, maar teveel regeltjes maken het onveiliger. Als je een verkeerslicht plaatst zie je soms dat mensen minder opletten, want dat doet het verkeerslicht al voor ze. In onoverzichtelijke situaties zijn mensen juist op zichzelf aangewezen. Dan zijn ze gedwongen om na te denken. Het gaat even om het beeld. Ik wil niet de verkeerslichten afschaffen, want ze brengen veel goeds en we zetten ze niet zómaar neer. Met goed denkwerk, verkeerskundig inzicht en intelligente software kunnen ze zich tegenwoordig dynamisch aanpassen aan het verkeersaanbod. Ze maken de doorstroming beter en bevorderen de veiligheid. Maar om terug te komen op de metafoor: als ergens regels voor zijn dan denken mensen dat het onder controle is. Wij steken heel veel energie in het maken van regels, terwijl goede instructie veel meer zou opleveren. Als je regeltjes maakt dan vergeet je altijd wat. We leven in angst vanwege regeltjes die niet worden nageleefd en regeltjes die er hadden moeten zijn maar er niet waren. Je moet ze óf zo praktisch maken dat iedereen er iets mee kan óf je moet ze loslaten. Ik denk bijvoorbeeld dat veel regels rond machineveiligheid te weinig opleveren. Dat een kap over de frees van de vandiktebank zin heeft snapt een houtbewerker best. Maar je kunt niet alle bewegende delen compleet inpakken en afschermen want dan kun je niets meer met je machine en het werkt alleen nog maar wrevel op omdat het onhandig is. Of het moet een compleet zelfstandige robot zijn, maar die zal ook moeten worden geïnstalleerd, geprogrammeerd en onderhouden. Zodra er mensen aan te pas komen zul je je op die mensen moeten richten. Dat is ook wat ik leuk vind, het uitvinden wat ze motiveert en hoe dat in ieders hoofd werkt.’

Moeten alle veiligheidskundigen die praktische koers volgen?
Tiffany: ‘Dat is niet aan mij. Maar soms zijn regels gewoon onwerkbaar. Als de brandweer oefent met het redden van personen dan lopen ze daar ook tegenaan. Of als ze hun lichaam bij een keuring zwaar moeten belasten. Maar niet oefenen en keuren is ook onwenselijk, want dan gaat het tijdens ‘echt’ werk mis. Als ze bij een echte inzet zonder valbeveiliging op een dak klimmen, gelden er uitzonderingen. Tegelijk zijn regels onmisbaar, want we hebben wel kaders nodig en die geef je aan met regels. Het kan dat dat bij mij gevolgen heeft gehad voor hoe ik naar dingen kijk. Misschien dat een collega-veiligheidskundige dingen anders ziet, benadert en oplost, maar dat moet ik respecteren. Zolang we maar aan het werk zijn vanuit de waarachtige overtuiging dat we elkaar zo praktisch mogelijk moeten helpen. Jonge mensen hebben we daarbij hard nodig. Ik wil de oude garde niet tegen de schenen schoppen, maar jongeren gaan nu eenmaal soepeler in spagaat zonder daarbij iets te breken of te ontwrichten.’
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.