Milieutechnisch en gezondheidsprobleem dat niet door stikstof wordt veroorzaakt, maar door stikstofverbindingen.
Er zijn in grote lijnen twee ‘deelproblemen’:
1: Het gebruik van stikstofverbindingen voor het bemesten van landbouwgewassen (zowel in de vorm van kunstmest als natuurlijke mest). Die stikstofverbindingen (zoals ammoniak, NH3) zorgen voor een voedselrijke (en zuurdere) bodem, waardoor de vegetatie verandert. De in de land- en tuinbouw gewenste doelgewassen groeien er beter en sneller door, maar planten die gewend zijn te groeien op voedselarme grond verdwijnen, ook in de omringende natuur. Dat is een ecologisch probleem met grote gevolgen. De soortenrijkdom wordt aangetast. Via de flora beïnvloedt het ook de fauna.
2: De uitstoot van met name stikstofoxiden (NOx) bij verbrandingsprocessen. Met name dieselmotoren (DME) zorgen voor een flinke bijdrage aan NOx in de atmosfeer, wat zorgt voor meer Fijnstof . Dat veroorzaakt een gezondheidsprobleem doordat de kwaliteit van de ademlucht vermindert. Bovendien draagt ook die uitstoot via reacties in de atmosfeer en neerslag bij aan verdere verzuring van de bodem, dus aan deelprobleem 1.