Installatieonderdeel in de procestechniek waarin een damp, doorgaans door afkoeling, condenseert tot een vloeistof (meestal echter condensor genoemd).
Ook: elektronisch onderdeel waarin elektrische energie kan worden opgeslagen, bestaande uit twee onderling geïsoleerde geleiders.
Condensatoren zijn te beschouwen als een soort accu’s waarin de energie (spanning) wordt vastgehouden totdat ze worden ontladen.
Een flinke condensator kan voldoende lading bevatten om ongevallen door vonken en kortstondige vlambogen te veroorzaken. Zelfs elektrocutie is niet uitgesloten bij hoge spanningen.
Kleinere condensatoren worden toegepast om gelijk- van wisselspanning te scheiden, in net-ontstoorfilters, en in stroomstootwapens.
De hoeveelheid lading en het spanningsverschil zijn doorgaans nog niet dodelijk bij aanraking. De capaciteit (hoeveelheid lading die kan worden opgeslagen) wordt aangeduid in de eenheid Farad.