'Aanpak dreigend tekort bedrijfsartsen' - Imago en opleiding

Artikelindex


Imago en opleiding
Belangrijke punten die het rapport noemt om de (zij-)instroom in de opleiding te bevorderen zijn het verbeteren van het imago van het beroep bedrijfsarts, meer aandacht voor sociale geneeskunde in de opleiding tot basisarts en aanpassingen rond de opleiding tot bedrijfsarts.
Een van de concrete aanbevelingen van het advies betreft het voortzetten van de imagocampagne door het veld (NVAB, OVAL, KoM, NSPOH, SGBO). Ik onderschrijf dit volledig. Het veld zet, met mijn financiële ondersteuning, deze imagocampagne voort tot en met 2018. Hierin zal ook specifieke aandacht zijn voor het borgen van de resultaten van de campagne naar de verdere toekomst toe, zoals het beheer van de site www.bedrijfsartsworden.nl, voldoende opleiding- en meeloopdagen voor geïnteresseerden en het leggen van verbindingen met het onderwijs.
Tevens stelt het rapport dat meer aandacht voor bedrijfsgeneeskunde nodig is in het geneeskundeonderwijs. Het IOSG (het interfacultaire samenwerkingsverband voor coschappen sociale geneeskunde) is actief bezig om meer aandacht en ruimte voor sociale geneeskunde in het onderwijs en de coschappen te creëren. Dit juich ik toe. Meer aandacht in de opleiding is nodig voor het op twee na grootste vakgebied van artsen in Nederland2. Onbekend maakt immers onbemind. Er zijn mooie voorbeelden van opleidingen waar aandacht is voor sociale geneeskunde. De bacheloropleiding geneeskunde van het VUmc biedt sinds 2 jaar een cursus Leefstijl en Gezondheidszorg van individu en populatie van 4 weken aan. De cursus volgt het chronologische proces van gezond zijn, naar ziek worden, ziek zijn, en herstel/terugkeer naar de maatschappij. Er is concrete aandacht voor werkgebonden aandoeningen en beroepsziekten, het opstellen van een (arbeid)anamnese, doen van lichamelijk onderzoek en begeleiding bij re-integratie na langdurig ziekteverzuim. Ook de geneeskundeopleiding in Groningen werkt in haar bachelor met modules, waarvan een module ‘duurzame zorg’ specifieke aandacht geeft aan maatschappelijke aspecten van geneeskunde. Deze mooie voorbeelden verdienen navolging.
Ook pleit het IOSG voor meer ruimte voor sociale geneeskunde in het nieuwe raamplan medisch curriculum dat in 2019 vastgesteld wordt. Ik onderschrijf dit pleidooi en ik ondersteun het IOSG bij dit initiatief. Ik zal in overleg met het IOSG en de NVAB treden over hun inzet in relatie tot het raamplan en waar nodig het pleidooi van het IOSG kracht bij zetten.
Het rapport geeft ook aanbevelingen over de opleiding tot bedrijfsarts, zoals het stimuleren van “basisartsen niet in opleiding” om in opleiding te gaan, zelfstandige bedrijfsartsen ook de mogelijkheid te bieden om op te leiden en de opleidingen van bedrijfsarts en verzekeringsarts zo dicht mogelijk naar elkaar toe te brengen. Ik onderschrijf deze aanbevelingen en weet dat zelfstandige bedrijfsartsen, arbodiensten, opleidingsinstellingen en de Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS) hier momenteel actief mee bezig.
Zo zetten arbodiensten met hun HR-beleid actief in op het in opleiding gaan van basisartsen die al werkzaam zijn in de bedrijfsgeneeskunde. Een werkgroep van UWV en OVAL is actief bezig om de opleidingen van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen meer samenhang te geven, bijvoorbeeld door het organiseren van meeloopdagen en –stages over en weer. De idee is dat meer samenwerking tussen de opleidingen het vak interessanter maakt en variatie en wisseling van werk beter mogelijk maakt. De keuze om de beroepsverenigingen sociale geneeskunde samen te voegen tot een federatie is aan de beroepsverenigingen zelf. Ik bied desgevraagd graag mijn bestuurlijke ondersteuning aan bij deze ontwikkeling.

Home