Tweetaktmotor

(techniek, werktuigbouwkunde)

Tweeslagmotor. Zuigermotor met inwendige verbranding met als kenmerk dat er twee keer zoveel arbeidsslagen plaatsvinden als in een viertaktmotor. Elke keer dat de zuiger omhoog beweegt (1e takt) is er compressie, elke neerwaartse slag (2e takt) is een gecombineerde arbeids- en uitlaatslag. Een tweetaktmotor heeft in tegenstelling tot de viertaktmotor geen kleppen maar (spoel)poorten waardoor lucht/brandstofmengsel en uitlaatgassen passeren. Het zijn simpele, compacte motoren* die eenvoudig te bouwen en te onderhouden zijn en een relatief groot vermogen leveren.

Dat maakt ze populair als aandrijving van kleine voertuigen (oude brommers) en werktuigen zoals de kettingzaag, de bosmaaier en de bladblazer. Nadeel van de tweetakt is dat aan de brandstof smeerolie moet worden toegevoegd, wat veel roet en koolmonoxide produceert. De tweetaktmotor wordt vanwege milieu- en arbo-eisen vervangen door een viertakt of een elektromotor

De uitstoot van tweetaktmotoren kan iets worden getemperd door gebruik van (dure) minder milieuschadelijke brandstoffen en/of dito mengsmering. 

Bij tweetaktmotoren wordt tussen 1 en 10 % smeermiddel (olie) toegevoegd aan de brandstof. Schraler of 'anders' smeren dan de fabrikant voorschrijft kan leiden tot vastlopen en voortijdige defecten. 

* hoewel er ook zeer grote tweetakt-diesels in gebruik zijn als scheepsmotoren. De enorme uitstoot van DME en 'extra's' door schepen op open water is niet slechts te wijten aan het tweetaktprincipe; ook het verfoeilijke gebruik om scheepsbrandstoffen tot de maximaal toelaatbare grenzen te vermengen met chemische afvalproducten is daar de oorzaak van.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.