Zeer groot molecuul, opgebouwd uit identieke onderdelen (monomeren).
Door polimerisatie van monomeren kunnen theoretisch eindeloos lange ketens worden gevormd, die zich doorgaans thermoplastisch gedragen.
Voorbeelden van synthetische polymeren (kunststoffen): polypropyleen, PVC.
Cellulose, DNA en eiwit zijn voorbeelden van door de natuur gevormde (bio)polymeren. De populairste bouwhelm is gemaakt van de polymeer polyetheen.