Zorgen over vermoeide chauffeurs en piloten zijn deze zomer niet misplaatst

De naderende vakantieperiode is een goede aanleiding om te herinneren aan diverse waarschuwingen die de afgelopen tijd te horen waren met betrekking tot oververmoeide piloten en touringcarchauffeurs.

In juni behandelen de Europese ministers van Transport een voorstel om de rij- en rusttijdenregeling voor touringcarchauffeurs te versoepelen. KNV Bus en FNV Toer waarschuwen dat het voorstel moet worden aangepast. "Met oververmoeide chauffeurs is het wachten op doden tijdens schoolreisjes, dagtochten, busvakanties en langeafstandsritten,” zei FNV-bestuurder Brigitta Paas tegen de Telegraaf. Het voorstel biedt volgens haar ruimte om acht dagen achter elkaar veertien tot zestien uur per dag te werken, met na anderhalve dag rust weer een blok met onregelmatige diensten.

Ook werkgeversorganisatie KNV Bus is ongelukkig met de voorstellen. Secretaris Carlo Cahn zei dat ze verder gaan dan de wensen die werkgevers bij de EU hadden neergelegd. "Ik weet niet waarom. Dat is niet onze bedoeling. Wij zitten ook niet te wachten op niet fitte chauffeurs.”

Van gedachten veranderd
Alarmerende geluiden uit de FNV waren er vorig jaar al de aanleiding voor dat de NOS zich in verbinding stelde met 180 chauffeurs van verschillende touringcarbedrijven. Ongeveer de helft gaf te kennen regelmatig zeer vermoeid te zijn, met name in het hoogseizoen. Werkweken met onregelmatige tijden van 60 of 70 uur komen regelmatig tot vaak voor. De verplichte rusturen worden in de praktijk vaak besteed aan het schoonmaken van de bus, of aan ritten naar het eigen verblijfadres - vaak na ritten die al bijna vijftien uur per dag duren, meerdere dagen achter elkaar. KNV-woordvoerder Kahn zei naar aanleiding van het journalistieke onderzoek van de NOS nog dat prijzen onder druk staan, onder meer door toedoen van goedkope vliegtickets, maar dat grote problemen hem onbekend waren. Ook zei hij toen nog dat de EU niet zozeer bezig was met een versoepeling van regels, als wel met een gewenste flexibilisering. Daar denkt hij nu dus anders over.

Onveilig vliegen
Ook in vliegtuigcockpits ligt oververmoeidheid op de loer. Sinds maart 2016 zijn weliswaar nieuwe 'EU Flight Time Limitations' (FTL) van kracht om dat te voorkomen. Maar volgens de European Cockpit Association (ECA) is het eerste jaar geen succes geweest: de regels zijn zo complex dat ze volgens de ECA op grote schaal verkeerd worden toegepast, met als resultaat dat de problemen gewoon zijn blijven bestaan. Dat geldt speciaal voor vluchten van 14 uur of meer (of nachtvluchten van 10 uur of meer), en stand-bydiensten waarbij piloten langer dan 18 uur wakker moeten zijn.
ECA-voorzitter Dirk Polloczek waarschuwt dat veel nationale overheden zelf niet genoeg afweten van de nieuwe regels. Hij roept de European Aviation Safety Agency op om daarbij te helpen.

Het probleem wordt volgens de ECA niet kleiner maar juist groter door de manier waarop Fatigue Risk Management systemen (FRM) functioneren. Die zijn bedoeld om de complexe FTL-regels aan te vullen en de mogelijkheden voor maatwerk te vergroten, en zo arbeidsomstandigheden en efficiency makkelijker te kunnen verzoenen. In de praktijk worden ook die FRM-regels onjuist toegepast, onvoldoende gehandhaafd, of gewoon als rookgordijn gebruikt om FTL-overtredingen te maskeren, zegt ECA-secretaris Philip von Schöppenthau.

Het onderscheid tussen FTL en FRM doet denken aan het onderscheid tussen een standaardregeling en een overlegregeling die de Nederlandse Arbeidstijdenwet een tijdlang kende. Dat onderscheid werd als te complex ervaren en is in 2007 grotendeels afgeschaft, bij een gelijktijdige verruiming van de standaardnormen.

Concurrentie om vlieguren
Het Europese Parlement meldde in 2015 al dat de strijd om steeds lagere tarieven uitmondt in slechtere arbeidsomstandigheden, met alle veiligheidsrisico's van dien. Een euvel dat toen veel aandacht kreeg is dat er veel jonge piloten zijn die zich voor hun opleiding in de schulden hebben gestoken en onderling concurreren om de voor hun brevet benodigde vlieguren te maken. Zij betalen zelfs om te mogen werken ('pay-to-fly'-constructies). Daarom protesteren ze niet gauw als er een loopje wordt genomen met de veiligheidsregels. Bijvoorbeeld door met minder dan de voorgeschreven hoeveelheid brandstof de lucht in te gaan.
Home