Zes vragen over het werken op hoogte

Vraag en Antwoord

1. Wat is valgevaar?
Volgens de Arbowet is er sprake van valgevaar wanneer er wordt gewerkt op een hoogte van 2,5 meter en meer.
De gevaren bij het werken op hoogte bestaan onder andere uit het vallen van een dakrand of verdieping, het vallen door een vloeropening of het getroffen worden door een vallend voorwerp.

2. Welke maatregelen moeten worden getroffen?
- Het aanbrengen van een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer.
- Het aanbrengen van doelmatige hekwerken, leuningen, vangnetten of andere gelijksoortige voorzieningen.
- Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen als helm, veiligheidsschoenen en valbeveiliging.

3. Welke regels gelden voor het gebruik van ladders?
Voor het gebruik van ladders gelden speciale regels. Enkele belangrijke regels zijn:
- Maak indien mogelijk gebruik van een veiliger arbeidsmiddel dan een ladder. Indien er een laag risico is, de werkzaamheden kort duren of de werklocatie het gebruik van een ander middel dan een ladder niet mogelijk maakt, mag gebruik worden gemaakt van een ladder.
- Uitgangspunt is dat de stahoogte niet meer is dan 7,5 meter, de statijd niet meer dan 4 uur bedraagt, de krachtuitoefening minder dan 100N (10kg) is en de reikwijdte minder dan de armlengte is.
- Daarnaast wordt als leidraad gehanteerd dat de boven windkracht 6 geen ladders mogen worden gebruikt.

4. Welke regels gelden voor het werken op steigers?
- Stalen staande steigers dienen voorzien te zijn van een steigerkaart. Deze geeft aan of de steiger mag worden betreden of niet. U mag nooit iets aan de constructie van een steiger wijzigen. Stalen steiger moeten worden opgebouwd door opgeleide steigerbouwers.
- Met hangsteigers mag boven windkracht 6 niet worden gewerkt. Bij storingen aan de hangsteiger moet iedereen de hangsteiger verlaten.
- De maximale belasting van de hangsteiger mag niet worden overschreden en de hangsteiger dient eerst te worden getest door een deskundige alvorens deze in gebruik mag worden genomen. Ook moet een deskundige voor het gebruik van de steiger een instructie geven.
- De mensen in de hangsteiger moeten verplicht een harnasgordel dragen, die aan een speciaal bevestigingspunt wordt aangehaakt.
- De omgeving onder de steiger dient te worden afgezet met lint of hekken.
- Een rolsteiger dient van binnenuit te worden beklommen, materiaal en gereedschap moeten omhoog gehesen worden. Een rolsteiger mag worden verreden tot een hoogte van 8 meter en er mag bij het verplaatsen niemand op staan. De ondergrond moet vlak zijn. Is de ondergrond niet hard of vlak genoeg, dan moeten voorzieningen getroffen worden om deze geschikt te maken.

5. Welke regels gelden voor het werken in een hoogwerker?
- Alleen geïnstrueerd personeel mag in een hoogwerker werken. Het is verboden de hoogwerker te gebruiken om te hijsen of te gebruiken als lift. Boven windkracht 6 mag niet in een hoogwerker worden gewerkt.
- De mensen in de bak moeten valbeveiliging gebruiken die aan de bak is vastgemaakt.
- Als de personen in een bak hoger dan 25 meter boven de grond werken, dan moeten ze een portofoon gebruiken.
- Als een hoogwerker gebruikt wordt in een fabriek die in werking is, dan moet er op de grond een assistent zijn
- Bij het gebruik van een werkbak moeten de kraanmachinist en de bemanning van de werkbak elkaar kunnen zien en met elkaar kunnen communiceren. Betreden en verlaten van een werkbak mag uitsluitend als de werkbak op een vaste ondergrond is geplaatst.

6. Welke regels gelden voor het werken op hellende of platte daken?
- Bij het werken op hellende of platte daken dienen loopplanken te worden gebruikt wanneer het dak niet sterk genoeg is. Wanneer er grote openingen in het dak zitten, dan moeten daar vangnetten onder worden gehangen. De randen dienen afgezet te worden door middel van randbeveiliging en wanden vloeropeningen dienen te worden afgedekt met stevig materiaal.
- Struikelen, uitglijden en vallen kunnen ernstige gevolgen hebben. Gevaren bij het lopen dienen bij de bron weggenomen te worden. In het ontwerp dient de architect of ontwerper er al rekening mee te houden dat er geen onveilige situaties ontstaan.
- De werkplek moet ordelijk en netjes blijven waardoor er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
- Wanneer er toch gevaar optreedt bij het lopen kan deze worden weggenomen door mens en gevaar te scheiden, bijvoorbeeld door een fysieke afscheiding te plaatsen, kleurmarkeringen aan te brengen of kleine afzettingen te plaatsen.

Oorspronkelijk gepubliceerd in VCA Actueel september 2009
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.