Voortgangsrapportage Europees Sociaal Fonds

Staatssecretaris Van Ark (SZW) informeert de Tweede Kamer over de voortgang van de huidige programmaperiode 2014 – 2020 van het Europees Sociaal Fonds.

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) draagt in Nederland bij aan het activeren van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het ondersteunen van arbeidsorganisaties bij de bevordering van duurzame inzetbaarheid van hun werknemers. Deze brief gaat in op de voortgang van de huidige programmaperiode 2014 – 2020 van dit fonds.

In deze brief beschrijft Van Ark hoe het staat met de uitvoering van het ESF-programma en welke resultaten tot en met 2018 zijn behaald in de drie hoofdthema’s van het programma:
  1. arbeidstoeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt,
  2. het duurzaam inzetbaar houden van werkenden en
  3. het tegengaan van de mismatch op de arbeidsmarkt in de grote steden.

Hieronder het deel van de brief dat ingaat op het duurzaam inzetbaar houden van werkenden:

'1.2 Duurzame inzetbaarheid van werkenden
Het is van groot belang dat mensen nu en in de toekomst langer gezond, gemotiveerd en productief kunnen werken. Het ESF-thema Duurzame Inzetbaarheid ondersteunt dit met subsidie voor enerzijds bedrijven en instellingen en anderzijds regio’s en sectoren. Hiervoor is € 102 miljoen uit het ESF beschikbaar gesteld. We verwachten dat dit budget geheel zal worden benut.

Duurzame Inzetbaarheid Bedrijven en Instellingen
De subsidie voor bedrijven en instellingen is bedoeld voor arbeidsorganisaties die advies willen inwinnen op het gebied van bevordering van de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers.
In de periode 2014-2017 hebben er drie aanvraagrondes plaatsgevonden. De projecten binnen deze aanvraagrondes zijn afgewikkeld. Hierbij zijn circa 4.400 adviezen uitgebracht ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid. Met twee aanvraagrondes in 2018 en nog één gepland in 2019 is de verwachting dat hier nog circa 3.000 adviezen aan worden toegevoegd. Het beschikbare budget wordt naar verwachting ook volledig benut.
Uit de evaluatie van Bureau Bartels in 2016 bleek dat met deze subsidie een brede variatie van kleine, middelgrote en grote arbeidsorganisaties uit alle sectoren wordt bereikt en dat de ESF-trajecten bij vrijwel alle deelnemende arbeidsorganisaties een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het vergroten van inzichten op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Deze toegenomen inzichten hebben in veel gevallen geleid tot concrete veranderingen in de arbeidsorganisaties.


Fit voor Flex - Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF)
Dit ESF-project is gestart om de duurzame inzetbaarheid (DI) van uitzendkrachten te versterken. Het versterken van kennis, bewustzijn en betrokkenheid van zowel de intercedent, uitzendkracht en het inlenende bedrijf (inlener) zijn het uitgangspunt. Dit doet STOOF door de intercedent op te leiden tot DI-intercedent, zodat de intercedent de uitzendkracht kan stimuleren en ondersteunen om aan de slag te gaan met zijn of haar eigen duurzame inzetbaarheid. De intercedenten zijn eerst opgeleid. Daarna is de inlener bij het project betrokken door de intercedent. Wat is de rol van de inlener en wat kan deze zijn? De DI-intercedent heeft vervolgens uitzendkrachten betrokken door het geven van een aantal workshops en interventies, afgestemd op de behoeften van de uitzendkrachten. Het project wordt door een nul- en eindmeting gemonitord en sluit af met de geleerde lessen in een handboek voor de branche. Dit is het begin van een DI-cultuurverandering voor de branche.


Duurzame inzetbaarheid Sectoren en Regio’s
De subsidie voor sectoren en regio’s richt zich op het versterken van (inter)sectorale en regionale structuren ten behoeve van de duurzame inzetbaarheid van werkenden in de betreffende sector en/of regio. Uit de eerste evaluatie door onderzoeksbureau SEOR blijkt dat aanvragers van deze subsidie voornamelijk O&O-fondsen zijn.8 Daarnaast zijn aanvragen ingediend door werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en gemeenten, namens samenwerkingsverbanden. Het grootste deel van de gesubsidieerde projecten richt zich op het bevorderen van goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap, betrokkenheid van werkenden en duurzame inzetbaarheid. De belangrijkste doelgroepen waarop deze projecten zich richten zijn: alle werkenden in een sector of regio, ouderen, zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en laaggeschoolden.
Voor deze subsidieregeling zijn drie aanvraagtijdvakken geweest. Er zijn inmiddels 85 projecten in uitvoering. De aanvragen van het derde tijdvak worden momenteel beoordeeld.
In 2019 zal op basis van de resultaten van het eerste tijdvak een effectmeting worden uitgevoerd. Ik zal u hierover in de volgende voortgangsbrief informeren.'

Lees de complete ESF Voortgangsbrief 2018

Bron: Rijksoverheid
Home