‘Ophaling bij de bron blijkt succesvol’, zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). ‘Om Vlaanderen asbestveilig te maken, is het essentieel dat mensen op een laagdrempelige en veilige manier bepaalde asbesttoepassingen kunnen verwijderen of laten verwijderen.’
Wie van zijn asbest af wil, kan zijn postcode ingeven op de website van Ovam. Zo kunt u nagaan welke ondersteuning uw gemeente aanbiedt, zoals ophaling aan huis.
Hoe en wat
In zeker 2,8 miljoen particuliere woningen in Vlaanderen zou asbest zitten. Volgens Ovam zouden appartementen en gebouwen nog zo’n 865.000 ton asbest bevatten. Omdat asbest in vele materialen voorkomt, kan dat gaan van een vensterbank tot de isolatie rond leidingen.In Vlaanderen vermeldt het "asbestattest" waar asbest aanwezig is. Sinds november vorig jaar is zo'n attest vereist bij de verkoop van gebouwen die dateren van voor 2001. Daardoor krijgen potentiële kopers een transparanter beeld van de staat van de woning. Het asbestattest is een van de eerste actiepunten uit het asbestafbouwbeleid van de Vlaamse regering, die in 2040 een asbestveilig Vlaanderen wil.
Tegen 2032 moet iedere eigenaar van zo’n gebouw een asbestattest kunnen voorleggen. Verhuurders zijn verplicht om een kopie ervan te bezorgen aan hun huurders. Op het attest staan instructies over hoe met het aanwezige asbest om te gaan: ‘verwijderen’ is een optie, maar evengoed kan er ‘goed beheren’ vermeld staan en is een ingreep niet meteen nodig.
Een gecertifieerde deskundige stelt het attest op. Zij komen langs en maken een inventaris van het asbest op basis van wat ze zien, van de documentatie van het gebouw en door stalen te nemen. Die staalnames mogen geen grote schade veroorzaken. Het attest moet dan onderdeel worden van het verkoopcompromis en de notariële akte. De kostprijs van het attest is afhankelijk van de grootte van het gebouw. Afvalstoffenmaatschappij Ovam schat de kosten op ‘enkele honderden euro’s’. Daarin is alles inbegrepen.
Vlaanderen ambieert niet om asbestvrij te zijn, maar wel asbestveilig, en dat tegen 2040.
Bronnen: De Standaard en Ovam