Taaleis breekt door in Frankrijk, heibel over 'veiligheid' als voorwendsel

Steeds meer Franse regio's en departementen eisen bij hun aanbestedingen dat bij de uitvoering van het werk Frans de voertaal zal zijn. Veiligheid geldt hierbij als reden. Nadat een rechter dat in juli accepteerde, zit de groei er goed in. Vooral in streken waar de partij van president Macron, La République En Marche, aan de macht is.

De eis wordt in Frankrijk de "clause Molière" genoemd, omdat de Fransen hun eigen taal graag aanduiden als "de taal van Molière". Maar de clause Molière geeft bepaald niet iedere Fransman een gevoel van trots. Ze kwam tot voor kort alleen voor in regio's waar het Front National de dienst uitmaakte, Île-de France en Auvergne-Rhône-Alpes. Daar werd ook nauwelijks een geheim gemaakt van de opzet om buitenlanders te weren, al was het nog onder de dekmantel van het tegengaan van 'sociale dumping'. Maar de regering-Hollande beschouwde de maatregel nog als verboden discriminatie en een inbreuk op het vrije verkeer van personen in Europa.
Vakbonden waren het daarmee eens, en wezen de clause Molière in de scherpste bewoordingen af, zoals "om te kotsen", "onverdraaglijk" en "absoluut schandalig". En ook Franse werkgeversverbonden waren tegen, al gebruikten ze rustiger taal. Zij wezen erop dat Frankrijk zich wel eens in eigen voet zou kunnen schieten als andere landen op hetzelfde idee zouden komen. Frankrijk heeft 190 duizend onderdanen die in andere EU-lidstaten werkzaam zijn, en neemt hiermee de derde plaats in binnen de Unie. Veel van die Franse gedetacheerden zouden niet graag willen dat ze op hun werk ineens verplicht werden om de taal van het land van tewerkstelling te spreken.

Rechterlijke uitspraak
Maar in juli nam de zaak een nieuwe wending, toen de bestuursrechter van Nantes het de regio Pays de la Loire toestond om de clause Molière op te nemen in een aanbestedingsprocedure. Op die grond zijn ook andere overheden de eis gaan stellen. Op het niveau van de regio's gaat het inmiddels om Charente, Nord, Vendée, Haut-Rhin en Corrèze - allemaal regio's waar de partij van Macron, die in mei op een sociaal-liberaal programma de verkiezingen won, de scepter zwaait. Op het niveau van de departementen gaat het om Hauts-de-France, Pays de la Loire (beiden La République En Marche), Normandië (Union des démocrates et indépendants, UDI) en Centre-Val de Loire (Parti Socialiste). En onlangs bleek dat ook Bouches-du-Rhône ertoe over wil gaan, opnieuw een departement waar Macrons partij de baas is. Tot op heden is de zaak niet aan een hogere rechter voorgelegd.

Relatie met veiligheid
In Nederland is er al jaren oog voor het feit dat taalverschillen het werk extra risicovol kunnen maken. Ook in het jongste verslag van de Inspectie SZW zijn daarover opmerkingen te vinden. In het verleden heeft TNO geprobeerd vast te stellen om die invloed te kwantificeren. Dat is toen om methodologische redenen niet gelukt. Werkgevers kregen wel het advies om ploegen die (bijna) geheel uit anderstaligen bestaan een voorman te geven die én de taal van de ploegleden spreekt én Nederlands. Dat advies is vooral relevant in situaties waarin vaste ploegen buitenlandse vakmensen tijdelijk in Nederland neerstrijken, zoals bij grote onderhoudsbeurten bij één opdrachtgever.
Verder is er in ons land veel oog voor het feit dat het probleem van een tekortschietende taalvaardigheid niet alleen bij buitenlanders bestaat, maar ook bij mensen die in Nederland geboren en getogen zijn. Er wordt veel aan gedaan om dat probleem te bestrijden. Maar voor zover ons bekend vinden er in Nederland geen aanbestedingen plaats waarbij wordt gesteld dat het Nederlands de enige toegestane voertaal zal zijn.

Certificatie
Wel eist een populair veiligheidscertificaat als VCA dat de veiligheidscommunicatie binnen een bedrijf kan plaatsvinden "zonder taalbelemmeringen" (vraag 3.7 in de betreffende checklist). Anders kan hun werkgever niet gecertificeerd worden, wat weer een eis is die veel opdrachtgevers stellen. De instantie achter VCA, de Stichting Samenwerken voor Veiligheid, spant zich in om werknemers die het benodigde taalniveau niet hebben te helpen, zodat ze het betreffende examen alsnog kunnen halen. Maar aan de eis zelf worden geen concessies gedaan. Recente cijfers die de grootste exameninstelling op dit gebied (PBNA) op verzoek van het SSVV-blad VCA Actueel opstelde,  geven aan dat ongeveer tien procent van de kandidaten dat examen ook na herkansing niet haalt, en dat dit percentage bij anderstaligen hoger dan gemiddeld ligt. De betreffende personen kunnen niet bij een VCA-gecertificeerd bedrijf werken, althans niet in de werkzaamheden die onder de scope van het certificaat vallen.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.