Het feitenonderzoek naar ongezonde arbeidsomstandigheden bij het bedrijf DuPont in Dordrecht wordt niet in november afgerond, zoals de bedoeling was, maar pas komend voorjaar. Minister Asscher (SZW) heeft dit per brief aan de Tweede Kamer laten weten. Het onderzoek beslaat een periode van 45 jaar en daarvoor moeten veel documenten worden opgevraagd en bestudeerd.
Asscher besloot in juni om de ISZW aan het werk te zetten, omdat hij resultaten van RIVM-onderzoek niet wilde afwachten. Aanleiding waren berichten over mogelijke gezondheidsschade bij ex-werknemers als gevolg van blootstelling aan de stoffen dimethylacetamide (DMAC) bij de productie van Lycra en aan perfluoroctaanzuur (PFOA, ook wel C8) bij de productie van Teflon. Ex-werknemers leggen een verband met chronische ziektegevallen, miskramen en sterfte. Ook het functioneel parket van het OM stelde onderzoek in.
Een deel van het ISZW-onderzoek bestaat eruit om na te gaan hoe de Arbeidsinspectie in het verleden inspecties heeft uitgevoerd en met meldingen is omgegaan. De dienst maakt nu zelf deel uit van de ISZW.
Lange geschiedenis
Er waren al verdenkingen tegen DMAC in 1986, toen het Dordrechtse bedrijf nog eigendom was van Ornatex. Dat stelde er toen zelf een onderzoek naar in. Niettemin stonden Ornatex en DuPont (tot 1992 opdrachtgever, daarna eigenaar) toe dat werknemers onbeschermd doorwerkten. Bronaanpak vond volgens getuigen en deskundigen niet plaats.
Ook de blootstelling aan PFOA heeft naar het zich laat aanzien gedurende decennia kunnen voortduren. Het gebruik daarvan werd in 2012 gestopt.
Inmiddels is de Teflonfabriek eigendom van Chemours, de Lycrafabriek van Invista. Dat laatste bedrijf beëindigde de productie van Lycra in Dordrecht, maar ging er in Kerkrade mee door. Werknemers meldden dat Invista daar wel verbeteringen heeft doorgevoerd. Volgens Invista zelf heeft er in Kerkrade geen blootstelling kunnen plaatsvinden.
Dat de fabrieken in de loop der jaren van eigenaar wisselden, is een van de factoren die het onderzoek intensiever maken dan verwacht. Een andere factor is dat sommige bevindingen weer nieuwe vragen oproepen. De minister geeft daar geen voorbeelden van.
Aangifte
Eind september heeft de Omgevingsdienst Zuid-Holland (OZHZ) om een andere reden aangifte gedaan tegen DuPont. Op 12 augustus meldde het bedrijf een lekkage van formaldehyde die in Dordrecht heeft plaatsgevonden. Maar volgens de OZHZ was die lekkage veel ernstiger dan het bedrijf deed voorkomen. Het OM onderzoekt nu of dit een strafbaar feit oplevert.
Ongenoegen
In Dordrecht is het ongenoegen over DuPont, jarenlang een gewaardeerd werkgever, hoog opgelopen. In een reactie heeft het advertenties geplaatst in regionale bladen waarin het belooft om voortaan een betere buur te zijn. Inwoners van Sliedrecht en Dordrecht hebben voor de poort van het bedrijf betoogd. Ze willen dat delen van het bedrijf naar de Maasvlakte verhuizen.
In de VS verweert DuPont zich al geruime tijd tegen claims wegens gezondheidsschade, en ook daarbij spelen de genoemde stoffen een rol, al is de blootstelling daar mogelijk wel erger geweest. Amerikaanse eisers beklagen zich erover dat het concern zich puur juridisch opstelt en procedures tot het uiterste rekt.
Lees ook onze eerdere berichtgeving over dit onderwerp.