'Nederlandse militairen in Mali zijn onvoldoende getraind voor missie'

Militairen die in Mali zijn ingezet zijn onvoldoende getraind. Ook kampen ze met een gebrek aan materiaal. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in een onderzoek naar de bijdrage van Nederland aan VN-missie Minusma.

Volgens de Rekenkamer wordt er een zwaar beroep gedaan op het improviserend vermogen van de militairen die in Mali zijn gelegerd. Ongeveer 250 militairen zijn actief voor Minusma. Ze houden zich vooral bezig met het verzamelen en analyseren van informatie.

Onvoorbereid
Het kritische rapport komt een dag nadat was uitgelekt dat het kabinet de uitzending gaat afbouwen. Medio volgend jaar moet de missie zijn beëindigd. Dan hebben Nederlandse militairen ruim vijf jaar in het Afrikaanse land gezeten.
De Rekenkamer onderzocht de eenheid die langeafstandsverkenningen in Mali uitvoert. Volgens het rapport waren militairen niet volledig getraind voordat zij op missie gingen. Dat kwam omdat de politiek pas laat een besluit nam over de voortzetting van de missie.
Een tekort aan oefenmaterieel leidde ertoe dat delen van de voorbereiding in Mali zelf moesten plaatsvinden. Zo moesten militairen ter plaatse leren om in terreinwagens te rijden. Dat betekende ook dat rijexaminatoren naar Mali moesten worden gestuurd om rijexamens af te nemen.

Impact
De missie heeft een 'grote impact' op de krijgsmacht. Andere onderdelen moesten mensen en materiaal afstaan om de uitzending. "De voetafdruk die een missie in de krijgsmacht achterlaat, is vaak groter dan de omvang van de missie zou doen vermoeden."
Volgens de Rekenkamer moet Defensie meer rekening houden met de inzetbaarheid van de krijgsmacht bij de besluitvorming over deelname aan vredesmissies. Ook moet de minister van Defensie er voor zorgen dat eenheden die zich in de toekomst voorbereiden op missies beschikken over voldoende en adequaat oefenmateriaal.

Reactie
In een reactie laten de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie weten dat het de aanbeveling 'zeer ten harte' aanneemt.
"Wij zijn ons er terdege van bewust dat jarenlang bezuinigen ook wat gedaan heeft met de staat van de krijgsmacht. Deze regering slaat die bladzijde om. Zoals u terecht constateert, is het beroep op de krijgsmacht groot. Het aanhoudende beroep op de krijgsmacht heeft, in combinatie met knelpunten in de materiële gereedheid, schaarse (gevechts- en logistieke) ondersteuning en een dalend aantal militaire medewerkers, geleid tot beperkingen in de inzetbaarheid die vooral het vermogen hebben aangetast om eenheden langdurig, gelijktijdig en in hogere dreigingsscenario’s in te zetten."
"Wij hechten eraan te onderstrepen dat de veiligheid van onze mensen voorop staat, ook tijdens de bijzondere en niet altijd optimale omstandigheden waaronder militairen in een inzetgebied hun werk verrichten."
Het onderzoek zal volgens het kabinet zijn weerslag hebben op de besluiten die het in zeer korte termijn neemt over de toekomst van de Nederlandse bijdrage.

Ongelukken
Tijdens de missie zijn vier Nederlandse militairen om het leven gekomen. In maart 2015 zijn twee vliegers van een Apache-gevechtshelikopter omgekomen bij een ongeval. En in juli 2016 zijn twee militairen omgekomen bij een mortierongeluk.

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) oordeelde eerder dat defensie bij dat laatste ongeluk "ernstig tekortgeschoten" is. De toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis, is vanwege deze zaak afgetreden. De hoogste militair, generaal Tom Middendorp, volgde haar voorbeeld.

Lees ook:
OvV-onderzoek gepubliceerd naar Mortierongeval Mali
Aanvullende maatregelen na onderzoeksrapport 'Mortierongeval Mali'

Bron: NU.nl, NOS en Algemene Rekenkamer
Home