MBO onder de aandacht

Mbo-scholen moeten blijven innoveren, samenwerken en zorg dragen voor een breed en divers aanbod van opleidingen, vindt minister Bussemaker. Daarom dient ze een wetsvoorstel in dat samenwerking faciliteert en kleine en unieke opleidingen beschermt. Op deze manier kunnen waardevolle (kleine) opleidingen behouden worden en kunnen we ook en in de toekomst vakmensen van wereldklasse op blijven leiden.

De komende jaren krijgt het mbo te maken met dalende leerlingenaantallen. Om een breed aanbod van opleidingen te behouden, moet samenwerking tussen mbo-scholen makkelijker worden gemaakt. Om dit te doen neemt de minister het samenwerkingscollege op in de wet. Binnen het samenwerkingscollege kunnen twee of meer instellingen samen een opleiding aanbieden. Tevens maakt de minister het voor opleidingen die dreigen te verdwijnen mogelijk om een alleenrecht toe te kennen. Als het nodig is, kan de minister er ook voor kiezen om deze opleidingen extra bekostiging te geven. Zo wil Bussemaker er voor zorgen dat instellingen waardevolle kleine en unieke opleidingen ook in de toekomst aan blijven bieden.

Kleine en unieke opleidingen beschermen
Kleinschalige, unieke vakspecialistische opleiding zoals de opleiding voor pianotechnicus of research instrumentmaker moeten ook in de toekomst blijven bestaan. Kleine en unieke opleidingen worden harder door de krimp getroffen dan opleidingen met veel studenten. Het is voor instellingen dan vaak een lastige afweging om door te blijven gaan met zo’n opleiding, hierbij spelen ook bedrijfseconomische overwegingen een rol. Minister Bussemaker wil deze vaak specialistische vakopleidingen zeker behouden: “Als zo’n unieke vakopleiding eenmaal is verdwenen, wordt het erg lastig om die daarna opnieuw te starten. Hierdoor dreigt het risico op verschraling van het onderwijsaanbod. En dat terwijl er altijd behoefte is aan echte vakmensen, zeker met het oog op de grote groep vakmensen die de komende jaren met pensioen gaat.” Met dit alleenrecht krijgt een onderwijsinstelling de zekerheid dat het voor een periode van vijf jaar de enige instelling blijft die de opleiding mag verzorgen.

Samenwerking aanmoedigen
Een andere maatregel uit het wetsvoorstel is dat het voor mbo-scholen makkelijker wordt om samen opleidingen aan te bieden. Minister Bussemaker maakt het op verzoek van mbo-scholen  mogelijk in de vorm van samenwerkingscolleges gezamenlijk onderwijs te verzorgen. Ook deze maatregel is bedoeld om, ondanks de leerlingendalingen de komende jaren, het opleidingsaanbod in de regio op niveau te houden. De verwachting is dat dit voor met name duurdere, technische opleidingen een uitkomst kan bieden. Bussemaker ziet in samenwerking niet alleen een antwoord op krimp, het bundelen van kennis kan ook de innovatiekracht van het mbo versterken. Door kennis en ervaringen te bundelen kunnen mbo-scholen de kwaliteit van het onderwijs verder versterken, innovatie aanjagen en hun rol als kennispartner in de regio invullen.

SER-advies
Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 20 april 2016 de SER gevraagd te adviseren over wat het beroepsonderwijs kan doen om studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op de snel veranderende arbeidsmarkt.

Banen zullen in een steeds sneller tempo opkomen, veranderen en verdwijnen. Dit vraagt om beroepsonderwijs dat goed inspeelt op de snel veranderende vraag naar kennis en vaardigheden en dat studenten voorbereidt op een dynamische arbeidsmarkt. Praktijkleren is een onmisbaar element in het beroepsonderwijs dat in belang toeneemt. Het is belangrijk dat het mbo samenwerkt met het bedrijfsleven om snel in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.

De afgelopen jaren is in veel sectoren het aantal plekken gedaald voor beroepsbegeleidende leerwegen (bbl). Maar juist de bbl is voor studenten op mbo niveau 2 en een deel van de studenten op niveau 3 een belangrijke en succesvolle route naar de arbeidsmarkt. In het eerste deel van het advies Toekomstgericht beroepsonderwijs van oktober 2016 gaat de SER in op deze daling en hoe die trend een halt toe te roepen. Nu werkt de SER aan een vervolg op dit advies, waarin de gevolgen van de veranderende arbeidsmarkt voor het beroepsonderwijs verder worden onderzocht.

2e deel SER-advies
De SER-commissie Arbeidsmarkt- en Onderwijsvraagstukken sprak op 8 maart met mbo-studenten en studentenbonden over hun ervaringen met het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). De input uit dit gesprek gebruikt de SER voor het tweede deel van zijn advies over een toekomstgericht beroepsonderwijs. Onderwerpen die werden besproken waren de aansluiting van kennis en vaardigheden op de arbeidsmarkt en de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven.

De deelnemers zijn blij met hun keuze voor het beroepsonderwijs. De begeleiding is volgens hen goed, net als de docenten en de leerbedrijven. Wel lopen ze aan tegen een stigma op mbo’ers. In de samenleving is meer waardering voor hbo’ers dan voor mbo’ers. “We kunnen beter kiezen voor termen als theoretische en praktische scholing in plaats van hoger en lager onderwijs”, aldus de jongeren. “Mbo’ers zijn net zo belangrijk om de maatschappij draaiende te houden als theoretisch geschoolde studenten.”

De aansluiting op de arbeidsmarkt krijgt veel aandacht in het mbo. Dit gebeurt al tijdens de vele stages en de begeleiding daarvan vanuit school. Voor een nog betere aansluiting is het volgens de deelnemers nodig dat er in het middelbaar beroepsonderwijs meer aandacht komt voor talenten van studenten. Door meer oog te krijgen voor talenten krijgen jongeren inzicht in wat ze kunnen en leren ze ook hoe ze moeten komen waar ze willen komen. En waar ze hulp bij nodig hebben. “Dan krijg je zelfsturende studenten die de weg naar de arbeidsmarkt nog beter weten te vinden”, klinkt het bevlogen.

Mbo-studenten vinden de toekomst belangrijk en ze kijken dan ook graag vooruit. Onder hen is veel behoefte aan voorlichting over carrièreperspectieven. De deelnemers opperen het idee van een carrièredag waar bedrijven zich kunnen presenteren. Ook investeren in het up to date blijven van de kennis van docenten lijkt hen belangrijk. Ten slotte adviseren ze scholen en bedrijven om te blijven werken aan samenwerking en communicatie. “Ga vaak bij elkaar op bezoek”, adviseert een van hen. “Hierdoor is het makkelijker om talent te spotten.”

Bronnen: Rijksoverheid en SER
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.