Klachten en ongevallen arbeidsomstandigheden

Een analyse van bij de Inspectie SZW gemelde klachten en arbeidsongevallen over de jaren 2012-2015 op het domein gezond en veilig werken.

De Inspectie SZW houdt onder andere toezicht op gezond en veilig werken. Jaarlijks komen er bij de Inspectie circa 6.500 meldingen binnen over de arbeidsomstandigheden in Nederland. Dat zijn meldingen van klachten en signalen en van ongevallen: iets minder dan de helft betreft klachten en signalen en ruim de helft aan ongevallen.
In 2015 zijn 3.012 klachten en signalen binnen gekomen, waarvan 1.492 nader onderzocht. Daarnaast zijn 3.622 ongevallen gemeld waarvan er 2.391 nader zijn onderzocht.

In dit rapport zijn de gemelde arbeidsongevallen en klachten en signalen over de periode 2012 tot en met 2015 integraal geanalyseerd met als primair doel bij te dragen aan het inzicht in de aard en omvang van arbeidsongevallen en klachten en signalen met betrekking tot arbeidsomstandigheden in Nederland. Hoewel niet alle meldingsplichtige arbeidsongevallen daadwerkelijk worden gemeld, is het aannemelijk dat ondermelding een kleinere rol speelt naarmate het ernstigere arbeidsongevallen betreft. De Inspectie concludeert desalniettemin dat de bevindingen en conclusies in dit rapport alleen representatief zijn voor de gemelde ernstige arbeidsongevallen (hoofdstuk 2) danwel onderzochte ernstige arbeidsongevallen (hoofdstuk 3 en 4) in Nederland.

Iedere twee jaar biedt de Inspectie in de ongevals­rapportage naast cijfers en overzichten een aantal verdiepende thematische analyses. Dit jaar is dat niet geval en presenteren we alleen de cijfers en trendmatige gegevens over de klachten, signalen en ongevallen van 2012 tot en met 2015.

In 2015 is het aantal binnengekomen meldingen van klachten en signalen en van ongevallen t.o.v. 2014 met 6% licht gestegen. Dit wordt mogelijk verklaard door de verbetering van de economische situatie, resulterend in toegenomen productie in diverse sectoren met een groot aandeel in de ongevalscijfers, waaronder de bouw en industrie. Ook de hogere boete die sinds 1 januari 2013 door de Inspectie kan worden opgelegd voor het niet (tijdig) melden van een meldingsplichtig arbeidsongeval heeft vermoedelijk bijgedragen aan de hogere meldingsbereidheid van bedrijven. Het aantal gemelde arbeidsongevallen is met ruim 5% toegenomen t.o.v. 2014, terwijl het aantal ongevalsmeldingen dat heeft geresulteerd in een onderzoek met 3% is gedaald. Het aantal onderzochte ongevalsmeldingen met bezoek van een inspecteur is nagenoeg gelijk gebleven. De toename van het aantal ongevalsmeldingen wordt dus vooral veroorzaakt door niet meldingsplichtige ongevallen.

Tweederde van de ongevalsmeldingen in 2015 (2.391; 66%) is doorgezet naar een inspecteur voor nader onderzoek. Bij 94% van de uitgezette meldingen heeft dit geresulteerd in een bezoek van de inspecteur aan het bedrijf of de instantie. Bij 65% van de ongevals­zaken waar de inspecteur een bezoek aan het bedrijf heeft gebracht leidde dit tot de inzet van een of meerdere handhavingsinstrumenten.
Voor de klachten geldt dat de helft in 2015 (1.492; 50%) is doorgezet naar een inspecteur voor nader onderzoek. Van de doorgezette klachten waarbij een inspecteur op bezoek is geweest, heeft 63% geleid tot inzet van een of meerdere handhavingsinstrumenten.

Waar spelen de klachten en ongevallen?
De sectoren waarin in absolute zin de meeste arbeids­ongevallen spelen zijn de industrie, bouwnijverheid en handel. Uit deze sectoren komen ook de meeste klachten. Een verschil is dat de meeste klachten in de bouwnijverheid voorkomen en de meeste ongevallen in de industrie. In relatieve zin vinden de meeste arbeidsongevallen plaats in de hoofdsector water­leidingbedrijven en afvalbeheer en in de hoofdsector bouwnijverheid.

Wat is er aan de hand bij de klachten en ongevallen?
De meeste klachten die binnenkomen hebben betrekking op de inrichting van arbeidsplaatsen (vooral valgevaar en algemeen) en op gevaarlijke stoffen/biologische agentia (vooral asbest en algemeen). Andere onderwerpen waar veel klachten over binnenkomen zijn arbeidstijden, arbeidsmiddelen (bijv. onjuiste of ondeugdelijke middelen), arbozorg en organisatie van de arbeid (waaronder psychosociale arbeidsbelasting).

Overtredingen bij klachten
Naar aanleiding van een klacht wordt het vaakst de overtreding het ontbreken van maatregelen om valgevaar te voorkomen geconstateerd. De tweede en derde plaats bij klachten worden ingenomen door de risico’s het niet kunnen tonen van een certificaat of liftboek en de RI&E en nadere voorschriften.

Overtredingen en risico’s bij ongevallen
De deugdelijkheid van een arbeidsmiddel (het materiaal zelf of de constructie is ondeugdelijk) en ongewilde gebeurtenissen (bijvoorbeeld het omvallen, kantelen of oververhitting van een arbeidsmiddel) is het wetsartikel waar de meeste overtredingen aan worden toegeschreven (14%), op de voet gevolgd door het voorkomen van het gevaar dat voorwerpen gaan bewegen (12%) en ontbreken van maatregelen om valgevaar te voorkomen (9%).De risico’s geven een iets andere volgorde aan. Het risico ‘vallen van hoogte of gelijke hoogte’ is het risico dat leidt tot de meeste arbeidsongevallen (33%), gevolgd door ‘het contact met een arbeidsmiddel (incl. machines, gereedschap en voertuigen)’ (31%) en ‘getroffen worden door voorwerpen, producten of onderdelen daarvan’ (25%). Daarnaast zijn ‘contact met gevaarlijke stoffen’ (5%) en ‘extreme belasting van lichaamsdelen’ (3%) voor ongevallen relevante risico’s.
Daarnaast valt de stijging van het aantal overtredingen voor het niet melden van meldingsplichtige arbeidsongevallen sinds 2013 op (nu 11% van de overtredingen bij ongevallen). Sinds 2013 is de boete voor niet tijdig melden verhoogd naar 50.000 euro waardoor mensen vaker zijn gaan melden. Dit heeft mogelijk ook bijgedragen aan het aantal gemelde maar niet meldingsplichtige ongevallen (zekerheids­halve melden). Daarnaast houdt de Inspectie SZW sindsdien intensiever toezicht op dit punt.

Wie klaagt / wie krijgt een arbeidsongeval?
Bij de registratie van de klacht wordt het type melder vastgelegd. De meeste klachten over arbeidsomstan­digheden ontvangt de Inspectie van (ex)werknemers en andere overheidsinstanties. Als de klacht of het signaal afkomstig is van een vakbond of ondernemingsraad (OR), c.q. personeelsvertegen­woordiging (PVT) dan wordt deze, mits betrekking hebbend op het werkdomein van de Inspectie, altijd onderzocht, ongeacht de zwaarte van de vermoedelijke overtreding. Bij andere melders is het beleid van de Inspectie erop gericht dat een klacht of signaal alleen wordt doorgezet als er vermoedelijk sprake is van een zware overtreding of ernstige misstanden.
Uit een verdere analyse van de onderzochte arbeidsongevallen blijkt dat de meeste slachtoffers per 100.000 arbeidsjaren vallen binnen de leeftijdscategorie 15­24 jaar (37 per 100.000 arbeidsjaren). Relatief gezien vallen de minste slachtoffers van arbeidsongevallen (25 per 100.000 arbeidsjaren) in de leeftijdscategorie 25­34 jaar. Na deze leeftijdscategorie neemt de ongevalsfrequentie (het relatief aantal slachtoffers) geleidelijk toe.
Naast werknemers met een arbeidsovereenkomst (70%) is een relatief groot percentage van de slachtoffers van arbeidsongevallen (18%) als uitzendkracht geregistreerd, zeker ten opzichte van het aantal daadwerkelijk werkende uitzendkrachten op de Nederlandse arbeidsmarkt.

2016
Hoewel dit rapport zich richt op de klachten en ongevallen uit 2015 en derhalve geen cijfers bevat over 2016, kan niet onvermeld blijven dat de ontwikkeling van de ongevalscijfers in (de eerste helft van) 2016 veel aandacht en capaciteit vraagt van de Inspectie. Op 6 juli 2016 gaf de Inspectie SZW een persbericht uit waarin zij melding maakt van een forse stijging van het aantal te onderzoeken klachten en ernstige arbeidsongevallen.
In de eerste helft van 2016 is het aantal ernstige ongevallen met 14% toegenomen en het aantal dodelijke ongevallen zelfs met 56% in vergelijking met het eerste half jaar van 2015. Het aantal in onderzoek genomen klachten en signalen is 16% hoger. Mede door deze toename van het aantal te onderzoeken klachten en (dodelijke) ongevallen en de inspectiecapaciteit die daarmee gemoeid is, heeft de Minister de Tweede Kamer per brief geïnformeerd dat de Inspectie SZW haar jaarplan voor 2016 bijstelt.
In deze Kamerbrief wordt kort ingegaan op mogelijke oorzaken voor de geconstateerde toename van het aantal klachten en (dodelijke) ongevallen. Onder andere de conjuncturele opgang wordt genoemd. Omdat het een voorlopig beeld betreft en destijds niet alle data over 2016 voorhanden was, heeft de Minister toegezegd dat de Inspectie SZW in haar jaarverslag over 2016 nader ingaat op de eventuele verklaringen voor de toename van het aantal (dodelijke) arbeidsongevallen. Dit verdiepende onderzoek zal in de eerste maanden van 2017 worden uitgevoerd en naast het jaarverslag een plek krijgen in het Klachten en ongevallenrapport dat gelijktijdig verschijnt.
Lees ook Dossier Arbowet
 
Lees het volledige rapport van ISZW

Home