Column Flip: Handen bij je potlood!

De macht van het hossende collectief
Klabang! Vanuit de centrale hal van Scheurwater en Gortworst klinkt een hartverscheurende klap van iets zwaars en breekbaars dat op het marmer stort.
Het is niet de typische doffe klap van een werknemer die ter aarde stort. Dat geluid herken ik helaas wel. Dit was een nieuw geluid, maar niet van de nieuwe lente die zich aankondigt, want die is nog heel ver weg. Zowel letterlijk als figuurlijk.

Ik pak mijn notitieblok en beweeg mij herwaarts, want als er iets is wat altijd direct en zonder dralen moet dan is het wel het schrijven van rapporten. Dat duldt geen uitstel. Is het niet voor de Arbeidsinspectie (die gelukkig weer gewoon zo heet als het hoort) dan wel voor de verzekeraar. Of voor de heer Scheurwater, die zich graag bij elk incident vrijgepleit ziet van schuld, van grove nalatigheid en van andere verwijtbaarheden. Dat had hij reeds op zeer jeugdige leeftijd. Sommige kinderen hebben een aangeboren onschuldige blik die ze tot voordeel strekt als er ergens in hun omgeving sprake is van letsel of schade. Achter Sjef Scheurwater loopt een spoor van letsels en schades, waar hij uiteraard nimmer de hand in heeft gehad. Met zijn onschuldige tronie. Het zit in de familie: zijn neefje Rex – de flex – voorheen het strodak is er ook zo een. Alleen heeft die nog niet de positie verworven waarin hij zelf de regie krijgt over de loop der dingen. Gelukkig niet.

Deugdelijke rapportageHet komt er dus op neer dat ik overal tussen de regels door, maar wel in onuitwisbare inkt, neerschrijf dat Scheurwater en Gortworst c.s. hun zaakjes kéurig in orde hadden. Niets aan de hand, inspecteur. Ook Rex is per definitie nooit in de buurt van het onheil, laat staan dat hij er de hand in zou hebben. Ooit had ik een leraar werkplaatstechniek (de schepper hebbe zijn ziel) die zijn pupillen met regelmaat adviseerde de handen bij hun potlood te houden; diep in de steekzakken van de overall, ter voorkoming van ongelukken. Dergelijke veiligheidskundige inzichten zouden meer waardering moeten krijgen. In de moderne tijd drukt men eerst op alle knoppen en gaat daarna eens Googelen wat dan wél de juiste handelwijze zou zijn.

Toen ik in onze vestibule arriveerde (dat is niet ver lopen vanuit mijn slaaphok, alleen een stukje gang naar de lift, even wachten tot men op de benedenverdieping klaar is met het twijfelen in de deuropening (een hinderlijke gewoonte die ook mij niet vreemd is) en dan tóch de trap maar nemen) bleek mij de oorzaak van het rumoer. Het was de nieuwe 4K-tv (wat niet staat voor vierkleuren en ook niet voor vier mille aanschafkosten maar voor een beeldresolutie waar je een leesbril voor nodig hebt). Het ongetwijfeld erg kostbare beeldscherm lag, na zijn laatste kraak in Dolby surround uit het bijbehorende luidsprekersysteem, te midden van enige stukbrokken gips op de vloer. De luidsprekers hingen nog op hun plaats, in gepaste stilte.

Ik vraag me af hoeveel incidenten ik nog tegemoet mag zien. Dit is er een in de categorie systeemplafond, die de naam ontleent aan het aan ijzerdraad opgehangen geheel dat ooit onze vergaderruimte sierde. Dat bleek niet bestand tegen een Sisco router uit het jaar prik. De categorie systeemplafond krijgt er een incident bij, naast de bijna-incidenten met de gebroken pallet en de twee heftruckvorkgaten die we zó snel weer hadden dichtgestuct dat ze bijna niet gebeurd waren.
Bij het nieuwe incident bleken geen slachtoffers te zijn gevallen. Maar het had heel goed gekund als er toevallig nét een medewerker uit de lift was gekomen of er, halverwege het entree, had staan dralen. Het enorme flatscreen lag, plat op het scherm, recht voor de lift. Als ik niet de trap had genomen zou ik waarschijnlijk flink wat verstoord hebben aan de plek des onheils. En dat is niet wat de veiligheidspief behoort te doen.

In dit geval hoefde dat ook niet, want ook al was ik nóg zo snel, Diesel Tinus was me al voor en was bezig met rood-wit lint de omgeving af te zetten. Daarvan hangt standaard een rol ergens aan zijn BHV-scootmeubel, tussen zwaailicht en verbandtrommel. Bij gebrek aan statiefwerk had hij drie staande asbakken opgesteld om het lint langsheen te geleiden. De asbakken die Marije van de OR dacht te hebben weggegooid toen er bij Scheurwater en Gortworst een rookverbod werd ingevoerd. Sommige dingen verdwijnen hier sneller dan het licht, vooral als Diesel-Tinus in de buurt is en de oudijzerprijs boven de tien eurocent de kilo. De asbakken waren blijkbaar in Tinus’ tijdelijke opslag terechtgekomen, als speculatieobject, wachtend op een scherpe stijging van de asbakkoers. Ik voorzie die niet, maar ik ben dan ook geen speculant.

Ook zoiets: ik zie en hoor de laatste tijd voortdurend mensen de wildste theorieën oplepelen, gevolgd door de verontschuldiging: ‘maar ja, ik ben natuurlijk geen viroloog’, geen constructeur respectievelijk geen deskundige. Ik ben nog veel meer niet en men kan het mij dus niet kwalijk nemen dat ik overál over raaskal. Gelukkig wordt aan iedereen die iets niet onder de knie, tussen de oren of in het snotje heeft een ruim podium geboden.

Maar ik dwaal af en moet dringend verslagleggen, voordat er niets meer te bespeuren is van het incident. Rufus the Beast staat zijn plas op te houden bij Tinus’ asbakafzetting. Er hossen inmiddels al meerdere collega’s dijenkletsend van het lachen door de hal en mij treft de gelijkenis met zekere beelden van een instortende tribune in Nijmegen. Daar heeft mijn collega-veiligheidspief tenminste de beelden nog om te kunnen concluderen dat de standaardveiligheidsfactoren uit de constructieve wereld niet opgewassen zijn tegen bewust gecreëerde resonantie. Ik heb zelf in een heel grijs verleden ooit ervaren hoe een oud schoolgebouw pijlsnel gesloopt werd door een dansende menigte. De muzieksoort heette ska, de band Madness. Het was ‘One step beyond’ het draagvermogen van de vloer van een aula die het de eeuw daarvoor moeiteloos had volgehouden.

Hossen in Goffert StadionDe macht van het hossende collectief wordt zwaar onderschat. Afhankelijk van flexibiliteit, veerconstante en vooral de demping van een in resonantie gebracht object kan de amplitude van een trilling enorm toenemen. De vloer van het schoolgebouw haalde vlak voor het bezwijken meer dan een decimeter uitwijking, de tribune in Nijmegen zo te zien nog meer. Meestal is het dan wel op met de elastische vervorming en wordt er plastisch doorgewrikt, wat al na een paar flinke slingers tot bezwijken leidt. Tijdens krakersrellen (ook een wat gedateerd voorbeeld; sorry) werden verkeersborden via de resonantiemethode van hun betonklont ontdaan. Resonantie doet kentekenplaten van Harley Davidsons doormidden breken en kolonnes marcherende soldaten zijn de doodsvijand van voetgangersbruggetjes. Het commando ‘uit de pas’ klinkt echter zelden in het Goffertstadion, terwijl in het Brabantse toch bovengemiddeld veel militairen plegen te resideren.

Over bezwijken ten gevolge van resonantie is veel te zeggen en dat zal komend tijd ook worden gedaan, helaas ook door woordvoerders die de klepel menen te hebben horen resoneren maar de klok niet in hun vakkenpakket hadden. Het gevaarlijkst zijn de ongedempte systemen. Zet het Goffertstadion onder water en de vloeistof dempt de zwiepende tribunes zodanig dat er niets meer instort. Ook voor te enthousiaste supporters is overvloedig afblussen met koud water een effectieve preventiestrategie.

Dempen van harmonisch trillende systemen doet men met wrijving. Frictiedempers, hydraulisch rubber of ander materiaal dat inwendig energie om kan zetten in warmte. Als iets lekker wil trillen, zoals een stemvork, een krijsende remtrommel of een tribunedeel in het thuisvak, dan moet het worden gedempt. Bij de stemvork: houd je vinger erop. Bij de remtrommel: laat Diesel-Tinus er zijn vinger op houden en in het stadion: als er toch containers onder een tribune staan dan kun je daarop afsteunen, je kunt die containers zelfs ophangen aan de constructie om de resonantiefrequentie zodanig te verlagen dat de hossende menigte het systeem alleen larghissimo in trilling krijgt (dus niet op de Vogeltjesdans) of de zaak zó stijf maken dat het alleen nog wil fluiten in de wind. Of stouw het zó vol met publiek dat niemand zich meer kan bewegen.

Maar nu even verder met mijn eigen incident, want Erdal en Mo zijn al opgetrommeld om een nieuw scherm aan de wand te kitten. Jammer genoeg zijn zij van het type dat veel baat zou hebben bij het gebod van mijn oud-docent. Zij zijn echter opgegroeid in het trial-and-errortijdperk, waardoor ik lekker aan het werk blijf. Ik moet voortmaken, want anders word ik ingehaald door het volgende incident. Het Goffertstadion kun je rustig dichtgooien, maar bij Scheurwater en Gortworst moeten we door.
Tot over een maand!
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.