Column Flip: carbidschieten

De Onderzoeksraad voor Veiligheid bepleit een vuurwerkverbod. Gemeenten willen vuurwerkvrije zones maar het kabinet ziet meer heil in voorlichting. Ons Bedrijf hoefde er gelukkig tot vorige week geen beleid op te zetten. Gemakshalve zitten we op het spoor van het kabinet. Dat komt vooral door preventiemedewerker Diesel-Tinus, die geen gelegenheid onbenut laat om te wijzen op de relativiteit van de vuurwerkrisico’s. Wijzen doet hij met zijn middelvinger, want de wijsvinger van zijn rechterhand is verloren gegaan bij – u raadt het al – het afsteken van vuurwerk. Die ontbrekende vinger is slechts een kleinigheid vergeleken bij wat Diesel-Tinus verder allemaal mankeert, maar met zijn verbale vaardigheden en zijn overtuigingskracht is niets mis. Bronaanpak is zijn ding niet (Tinus: “want dan kan er helemaal niets meer en verliest het leven alle spanning”), dus Diesel-Tinus zoekt het in de beheersing van risico’s aan het eind van de keten (brillen en oordoppen) en in ‘bewustwording’. Die term kan ik bijna niet meer horen zonder te gaan hyperventileren.

Diesel-Tinus is onvermoeibaar voorvechter van de persoonlijke vrijheid. Helmen, veiligheidsschoeisel en gehoorbescherming moeten de eigen vrije keuze zijn, want je doet alleen jezelf kwaad als je er geen gebruik van maakt. Zegt hij. De voorwaarde is wel dat de betrokkene wéét wat hem of haar kan overkomen, en bij vuurwerk spreekt dat vanzelf. ‘Je bent een rund…’ enzovoorts. Dat Diesel-Tinus (ondanks zijn liberale opvattingen) wel voortdurend de aandacht vestigt op de mogelijke gevolgen van al ons handelen, maakt dat ik hem in zijn rol van preventiemedewerker tolereer, zij het met gemengde gevoelens (daar heb ik in het decembernummer van DeVeiligheidskundige al over mogen jammeren). Gelukkig zorgt Diesel-Tinus door zijn aanwezigheid en zijn handelen voor levendige discussies en is er om hem heen eigenlijk altijd een toolboxmeeting gaande.

CarbidDe laatste weken gaan die onofficiële toolboxmeetings over het carbidschieten, een in onze streken onaantastbare folklore. Het zou volgens Diesel-Tinus bovenaan moeten staan op de lijst van te beschermen immateriële culturele erfgoederen van de UNESCO. Daar zit wat eigenbelang bij, want Diesel-Tinus is voorzitter van carbidschietvereniging Knalpot, een functie die bij ons een status geniet gelijk die van Prins Carnaval in zuidelijker streken. Het leuke is dat Diesel-Tinus zeer beeldend kan uitleggen wat het verschil is tussen de explosieve stof in een ratelmat en het acetyleen dat zich vormt zodra calciumcarbide in aanraking komt met water en vervolgens mengt met de lucht in een melkbus. Hij verlevendigt zijn oraties met bewegende beelden op het gebarsten scherm van zijn smartphone. Dat hij meteen leden werft voor Knalpot beschouwt hij als prettige bijvangst, net als de reclame voor de carbidverkoop bij onze buren, landbouwmechanisatiezaak Pot (ik verzin het niet). Carbid wordt er het hele jaar door verkocht, volgens Pot tegen de mollen.

In onze laswerkplaats wordt nog steeds gewerkt met acetyleen-zuurstof, dus kennis van de (zeer ruime) explosiegrenzen van dat gas is ook van nut bij onze dagelijkse bezigheden. ‘Carbidknallen’ zou met aardgas of benzinedamp een stuk lastiger zijn, want de mengverhoudingen zijn dan veel kritischer. Dat we geen eigen acetyleengenerator meer hebben vindt Tinus jammer. Zijn Canta heeft ook geen carbidlampen en daardoor kan hij in de winter wél een kwartiertje langer uitslapen. Acetyleen ‘uit de muur’ of van de laskar is prima geschikt om eens lekker te knallen. Als demonstratie natuurlijk. Ik heb dit practicum wel aan banden moeten leggen, mede omdat het geknal in de werkplaats leidde tot herhaalde schrikreacties bij Lonneke van de urenadministratie. En die zit niet eens in de buurt. Ik verdenk onze lasprofessionals ervan dat ze sinds de praktische instructies bij elk autogeen lasklusje de brander zo luidruchtig mogelijk proberen aan te steken. Er staan opvallend veel gedeukte blikken en zelfs enkele opengescheurde afvalbakken in de werkplaats. Ons management heeft al eens geïnformeerd naar bepaalde onverklaarbare pieken in de inkoopstatistieken.

Omdat wat per computer wordt verwerkt automatisch ‘managementgegevens’ produceert, werk ik nog graag met potlood en blocnote en zo slordig mogelijk, want dan heet het geen ‘bestand’. Dat kost me weinig inspanning én het scheelt Ons Bedrijf kostbare boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat Diesel-Tinus wegens zijn vele aandoeningen en afwijkingen ongeschikt is voor eigenlijk alle risicovolle werk, weet iedereen. Daarom is hij preventiemedewerker en OR-lid. In mijn computer staat dus niet wat hij (naast zijn wijsvinger) nog meer mist, maar het is heel wat, waaronder geduld en tact. Met wat goede wil kun je dat gezondheidsgegevens noemen, en de privacywaakhond toont die goede wil graag.
Intussen sleept Diesel-Tinus de ene na de andere melkbus onze dichtgecertificeerde lasserij in. Hij ‘postzegelt’ de roestgaten dicht, herstelt uitgescheurde zundgaten en voorziet zelfs melkbussen van een versterkt interieur, gemaakt van gebruikte gascilinders. Weer een aardig toolboxdingetje, want melkbussen zijn verzinkt en zinkdampen leiden tot zenuwschade. De puntafzuiging staat dus aan en de omgevingsrisico’s voorbij onze schoorsteen zijn nog door niemand geïnventariseerd. Het RIVM en de GGD’en hebben meer te doen.

Tinus’ melkbusombouw komt neer op het ‘omkleden’ van een gascilinder, waarmee die het uiterlijk krijgt van een melkbus, met de standaardkraag waar een deksel klem in wordt geslagen. De afgelopen jaren zijn er doden gevallen omdat men een deksel tegen het hoofd had gekregen. Ultiem gebrek aan bewustzijn, volgens Tinus. Sommige dorpsverenigingen gebruiken nu een bal. Knalpot heeft alleen een lang touw aan het deksel voorgeschreven. De voornaamste preventieve werking daarvan bestaat eruit dat je niet hoeft te lopen om het deksel uit het weiland op te halen. De giertank waarmee gewassengrindtegels honderd meter hoog werden geschoten is buiten gebruik gesteld. Maar beter ook, want de diepe dreunen hadden inmiddels al voldoende vensters gekost, inclusief alle ramen van de John Deere waarmee het gevaarte werd verplaatst. Drie tientjes carbid per lancering drukte bovendien zwaar op de begroting van Knalpot, waardoor de ‘bierbijdrage’ al eens was verhoogd.
Carbid Diesel Tinus
Enfin. Diesel Tinus is me net om een nieuwe lasbroek komen vragen. Hij liep moeilijker dan gewoonlijk. Vreemde brandplekken, uitgescheurd in het kruis en toevalligerwijs op de maandag na het weekend waarin Knalpot zou proefschieten (met vergunning). Op vrijdag hing Tinus’ Canta al zwaar door de veren van alle materialen die ‘nodig moesten worden opgeruimd’. Ik heb hem dus aangeraden zelf te investeren, om zijn ontslagbescherming en bijstand van de vakbond niet weer te hoeven inroepen. Van het statiegeld op de lege bierkratten van Knalpot moet toch een uitgebreide set PBM’s te bekostigen zijn. En het vuurwerkverbod? Ik denk dat het er niet van komt. Het voltallig gemeentebestuur is ‘lid van verdienste’ bij Knalpot.

Ik ga het maar weer eens hebben over het rookverbod in de laswerkplaats.
Intussen wens ik u een knallend uiteinde.
Het kán de laatste keer zijn.

Flip de Reede
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.