Column Flip: Blij van superieure engineering

Flip wordt allesbehalve blij van het aangekondigde gedoe rond de toetsing van de RI&E, van oplaaiende ophef over de uitvloeisels van de mannelijke geslachtsdrift – en over de driftexcessen zelf –, over de milieudelictjes die worden begaan bij het starten van tanks en het in de fik steken van olieopslagplaatsen, over de tekorten aan plantaardige oliën die zijn ontbijtgewoonten bedreigen, de arbeidsomstandigheden op Schiphol en Schiphol zelf en over algeheel bestuurlijk onvermogen in alle lagen van de samenleving. En ook over het woord samenleving.
Wat moveert en motiveert onze huiscolumnist überhaupt nog?

Zeg Flip, zijn er nog dingen waar je blij van wordt? Deze gewetensvraag stelde mijn betere helft mij terwijl ik op Koningsdag aan het mopperen was op een kraampje waar tussen de eeuwige figuurzaaggereedschappen, wegwerpvijlen zonder heft en blokschaven – die niemand meer wenst te gebruiken sinds de uitvinding van de bovenfrees – een aanzienlijke hoeveelheid afgekeurde hijsbanden was uitgestald. Voor de hobbyist. Die daar misschien blij van wordt als het budget zwaarder weegt dan de te hijsen last. Ik was twee oranje tompouces en een thermoskan koffie verder voordat ik mijn zonden had overdacht en een voorwerp had bedacht waar ik gedurende de jaren steeds enthousiaster over ben geworden. Mede ingegeven door de andere waren die op de dekentjes waren uitgestald.
Drumroll please
Spannende pauze, met tromgeroffel nét onder de 80 dB(A):

De jerrycanDe jerrycan! En dan niet zo’n stuk verkleurd Chinees polyetheen met UN-typegoedkeuring (wat op zich ook een studie waard is) maar de enige echte stalen Wehrmacht-einheitskanister van 20 liter, ontwikkeld eind jaren ’30 en werkelijk een wonder van vernuft. Nog steeds.

De reden van mijn enthousiasme is niet alleen de museale kwaliteit en onmiskenbare schoonheid van het baanbrekende logistieke, ergonomische en functionele concept, maar gewoon de compleetheid van het ontwerp. Er is niets over het hoofd gezien. Zelfs na tachtig jaar hoeft er niets aan te worden veranderd (behalve de prijs van de inhoud, met dank aan Poetin).

Voor mij staat de oer-jerrycan samen met de 2CV en de Citroën HY patatbus bovenaan mijn erelijst van producten met eeuwigheidswaarde. U vraagt terecht: waarom?

Welnu: de Duitse ontwerpers hebben precies de juiste omvang, lengte, breedte- en hoogteverhoudingen gekozen (toen al, terwijl arbo nog nauwelijks bestond en lichamelijke belasting een kwestie was van uitproberen en – soms op discutabele wijze – aansporing om vooral door te gaan). 2CVTwintig liter (en gevuld net iets meer kilo’s) in een vorm die perfect stapelbaar is zonder dat de vul- en schenkopening in de weg zit of kans loopt te beschadigen, niet tegen je enkels of knieën botst bij het dragen en in één keer de tankinhoud van een (oude) 2CV bevat. Die 2CV was voor de Duitse ontwerper juist een anti-referentiepunt, een volgens mij meldenswaardig detail.

De handgreep: drie stevige horizontale grepen naast elkaar. Waarom? De middelste is voor het eenhandsdragen. De buitenste twee voor het dragen tussen twee personen in, maar ook voor het met één hand dragen van twee lege exemplaren. De bovenzijde van de jerrycan is vlak genoeg om iets bovenop te plaatsen, bijvoorbeeld een andere jerrycan.

De stevigheid: 0,8 mm plaatstaal (twee maal de dikte van een 2CV-carrosserie) maakt de container stevig genoeg om van de Magirus-vrachtwagen te vallen of uit het BMW-zijspan, zónder stuk te gaan. Het blijft heel, zelfs als er een 2CV overheen rijdt na de ochtendpastis in het dorpscafé. De zijpanelen buiken pas bij een bar of vijf hinderlijk uit door het doordachte ingestampte reliëf, dat stijfheid bewerkstelligt zonder extra kwetsbaarheid en slijt- of roestgevoeligheid te introduceren. Kom daar eens om bij de HY ribbelbus, een en al reliëf, maar slechts duurzaam tot de eerste winter. Gelukkig wordt die niet afgevuld met Kraftstoff en steekt de kwaliteit in Frankrijk minder nauw dan in Duitsland.Citroën HY Patatbus

Achter de handgrepen zit een bult, die niet gevuld raakt met vloeistof, want hij zit hoger dan de opening. Die luchtbel maakt expansie van de vloeistof mogelijk (gas/damp zijn samendrukbaar) zonder grote druktoename én hij zorgt ervoor dat de jerrycan drijft als hij in het water terechtkomt. Gevuld met brandstof zou dat al het geval zijn, maar de Einheitskanister mag dankzij zijn kunststofcoating (ja: aan het begin van WOII al!) ook gebruikt worden voor water.

Werp ook even een blik op de langsnaad: die steekt niet uit. Tijdens de fabricage is dat lastig want de geperste helften lossen niet vanzelf als de inwaartse welving dan al zou worden aangebracht. Toch is dat randje zeer doordacht: een uitstekende kopse lasnaad (of felsnaad, zoals bij inferieure producten) zou snel beschadigen/lekken en bemoeilijkt stapelen en vlakke plaatsing. Daar kun je ‘pootjes’ voor bedenken, maar dat vergt een extra fabricagehandeling en introduceert nieuwe kwetsbaarheden.

Ik zal u mijn lofzang over de schenktuit, het superieure sluitingsmechanisme, de dop die niet zoek kan raken en tijdens het schenken niet omklapt, het ontluchtingspijpje en nog wat zaken besparen. Kijk zelf en bekwaam u vooral in het schenken. De Wehrmacht-einheitskanister is een instant-humeurverbeteraar.

Tip van Flip

Particulieren mogen volgens de ADR tot maximaal 240 liter brandstof in geschikte jerrycans van max 60 liter vervoeren. Uitsluitend voor eigen gebruik. De Belastingdienst kan accijnzen naheffen. Vervoer van brandstoffen buiten de normale brandstoftank blijft een veiligheidsrisico, vooral als dat in de kreukelzones van voertuigen of in de buurt van ontstekingsbronnen gebeurt. Maar u bent bekwaam genoeg om deze risico’s te wegen.

Jerry Magirus
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.