Akkoord 'CAO in fasen' voor bouwsector

Vakbonden CNV Vakmensen en FNV hebben een akkoord bereikt met werkgevers over een cao voor de bouw- en infrastructuursector. De bonden melden woensdag (1-3) onder meer overeenkomst over een loonsverhoging van 1 procent voor 2017. In 2018 komt daar nog een verhoging van 0,75 procent bij.

Naast de loonsverhogingen is ook afgesproken dat de werkgevers hun bijdrage aan de ziektekostenverzekering van werknemers verhogen met 5 euro per maand. Vanaf 1 januari 2019 gelden bovendien de wettelijke opzegtermijnen voor een beëindiging van het dienstverband.

De cao, die nog ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de vakbondsleden, geldt voor ruim honderddduizend medewerkers in de bouw en heeft een looptijd van februari 2017 tot 1 april 2018.

Kortlopend
Uit een inventarisatieronde in de zomer van 2016 bleek dat leden van Bouwend Nederland de cao verder willen aanpassen om toekomstbestendiger te zijn. In overleg hebben cao-partijen geconcludeerd dat dit het beste in twee stappen kan.
"Door te kiezen voor een kortlopende cao kunnen we 2017 gebruiken om een aantal eerder gemaakte afspraken te implementeren, waaronder het individueel budget en de zogenoemde Bouwplaats-ID", zegt  Gijs Lokhorst van CNV Vakmensen. De Bouwplaats-ID geeft de cao-partijen beter zicht op wie er waar en wanneer werkt. De vakbonden zeggen bovendien te willen onderzoeken hoe er meer banen in de sector gecreëerd kunnen worden. CNV zegt in een volgende cao afspraken te willen maken om de inzet van flexwerkers terug te dringen. Ook willen de bonden de "alsmaar stijgende startleeftijd van de AOW-uitkering een halt toe roepen". Partijen nemen in 2017 de tijd om zorgvuldig eerdere afspraken goed uit te werken.

Aangepaste CAO
Omdat de huidige cao inmiddels wel is afgelopen hebben partijen gekozen voor enkele concrete aanpassingen als eerste fase in een aangepaste cao met een looptijd tot 31 maart 2018. De noodzakelijke verdere vernieuwing van de bouwcao wordt zo in twee stappen gerealiseerd.

Afspraken tot 31 maart 2018
In het onderhandelingsresultaat staan afspraken die tegemoet komen aan de wensen van werkgevers voor verdere modernisering van de cao.

Samengevat gaat het om:
  • De invloed van de werkgever neemt toe op de precieze besteding van het persoonlijke budget voor duurzame inzetbaarheid.
  • De ketenbepaling voor seizoensarbeid gaat van 6 naar 3 maanden. Deze aanpassing geldt alleen voor functies die nog door de cao-partijen bepaald worden.
  • De BBL-salarissen worden verlaagd voor de driejarige BBL.
  • De vergoeding aanvullende ziektekostenverzekering gaat in twee stappen van 12,50 naar 17,50 euro.
  • De opzegtermijnen bouwplaats zijn na twee jaar gelijk aan de wettelijke termijn, zoals dat al het geval is bij uta-werknemers
  • De melding over de inzet van spaaruren (art. 28) wordt 7 dagen i.p.v. 14. De toeslag komt te vervallen.
  • De melding over de inzet roosters art 23 lid 9 onderdeel c wordt 14 dagen i.p.v. 28 dagen.
  • De ZZP-bepaling zal worden aangepast aan de actualiteit.
  • Er komt een onderzoek naar hindernissen in de cao (met name naar arbeidstijden).
  • Cao-partijen gaan weer met elkaar in overleg als de politiek duidelijkheid geeft over langer doorwerken en eventueel verschuiven AOW-leeftijd.
  • Voor werknemers die deelnemen aan het tijdspaarfonds wordt het saldo verlofdagen een keer per jaar automatisch uitbetaald.
In de nieuwe cao komen deze beperkte veranderingen te staan, met een daarbij passende loonsverhoging: per 1 juli 2017 is er een loonsverhoging van 1% en per 1 januari 2018 volgt nog 0,75%.

Hoe nu verder?
Het onderhandelingsresultaat dat er nu is, wordt pas een definitieve cao wanneer de achterbannen van de meetekende cao-partijen akkoord zijn. Bij een positief resultaat zal het onderhandelingsresultaat daarna snel in cao-teksten worden verwerkt.

Bronnen: NU.nl en Bouwend Nederland
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.