Roelof KleinJan: "Angst is mar veur eben, spiet is veur altied"

"Over veiligheid heeft iedereen een mening, maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen er wat vanaf weet. Het is heel gemakkelijk om van alles te roepen en met de vinger te wijzen naar wat er verkeerd is. Veranderen bestaat uit de woorden 'ver' en 'anderen', en dat betekent dat het altijd de verre ander is die het niet onder controle heeft. 'Zelf' zijn we ons immers zeer wel bewust van de risico’s die we lopen. Tegelijk vinden we dat die ander zich niet met ons moet bemoeien." Aldus Roelof KleinJan, directeur van Kader en zelf MVK. Hij weet als geen ander wat er leeft op de werkvloer.


Biografie
Roelof KleinJan is in 1964 geboren als boerenzoon in Twente. Terwijl zijn broer het ouderlijk melkveebedrijf voortzette, volgde Roelof een ingenieursopleiding internationale agrarische handel aan de Agrarische Hogeschool Larenstein te Deventer. Zijn eerste baan vond hij bij een bedrijf dat onder andere kunstmeststrooiers vervaardigde. Roelof bracht die als international product manager wereldwijd aan de man. Omdat kwaliteit, veiligheid en milieu heel belangrijk zijn voor ondernemingen richtte hij samen met een studiegenoot (en huidige compagnon) vijfentwintig jaar geleden Kader, bureau voor kwaliteitszorg b.v. op, waar hij nog steeds de rol van 'Chef d'equipe' heeft. Mede onder zijn leiding timmeren er inmiddels ruim honderd man (m/v) aan de weg. En in veel Nederlandse bedrijven werken SHEQ-professionals die door Kader zijn geschoold in het vak. 


"Bij je werk als veiligheidskundige komt het niet zozeer aan op wat je zegt, als wel op wat je doet", vangt KleinJan aan. "Of je werkelijk impact hebt op de wereld om je heen is heel erg afhankelijk van de manier waarop je erin staat. Eigenlijk heb je een heel dankbare en heldere taak: je zorgt namelijk voor de voorwaarden dat mensen na hun werk gezond weer naar huis gaan. Dat doe je door anders naar de wereld te kijken dan anderen. Jij hebt je veiligheidskundige bril opgezet en kijkt naar de stofjes waar mensen mee werken, de manier waarop ze met machines en met elkaar omgaan en stelt daar vragen bij. Je bent een soort missionaris op het gebied van arbeidsveiligheid. Als je de 'spiet' waar Daniël Lohues het in zijn geweldige lied over heeft weet te voorkomen, dan heb je goed werk geleverd."

Moet je daar dan veiligheidskundige voor zijn? We hebben toch allemaal ons eigen gevoel voor lijfsbehoud?
KleinJan: Ja, maar dat is onbewust. Het is een instinct. Een veiligheidskundige moet zich van onbewust onbekwaam naar bewust onbekwaam en dan naar bewust bekwaam hebben ontwikkeld. Bij de eerste stap gaan mensen in onze VK-opleidingen inzien dat de Arbowet eigenlijk een heel doordacht stuk werk is. Het is een brondocument waar heel veel kennis in zit en je kunt het hanteren als een checklist. De Arbowet is een belangrijk leidsnoer en als ik hem vandaag zou mogen herschrijven dan zou hij er niet heel anders uitzien. In Artikel drie, vijf en acht – die we meestal ‘538’ noemen – , gaat het om de drie volgende kernvragen: ken je je risico’s? Voer je een goed beleid en heb je je werknemers voldoende geïnformeerd en geïnstrueerd? Ja, zegt men dan; we hebben toch een RI&E? Helaas zegt dat weinig. Als die RI&E er al is dan ligt die ergens in een la te verstoffen, bepaald niet als werkdocument. Als je serieus kijkt of die RI&E en het Plan van Aanpak wel werken, dan is dat bijna nooit het geval. De RI&E is niet de voornaamste reden dat er veiligheidskundigen in bedrijven aan de slag mogen. Bij aanbestedingen, contractonderhandelingen, milieuzaken en bij het voeren van arbobeleid binnen een bedrijf merkt men vaak dat er onvoldoende kennis in huis is. Dan is het dus heel nuttig om een werknemer met affiniteit voor veiligheid en de juiste instelling te laten opleiden tot veiligheidskundige. Eigenlijk is het heel bijzonder dat ieder bedrijf wél een boekhouder heeft, maar geen veiligheidskundige."

Die gedachte heeft vast meegespeeld toen onze wetgever de preventiemedewerker bedacht.
KleinJan: "De preventiemedewerker heeft niet de oplossing gebracht. Het idee was goed, maar alle slagkracht is er in de onderhandelingen tussen overheid, werkgevers en werknemers uitgepolderd. We hebben in het algemeen en op arbogebied een prima wettelijke basis bedacht, maar de uitwerking daarvan zit soms wel het gezonde verstand in de weg. Wij moeten als veiligheidskundigen leren gevaren te vertalen in actuele risico’s. Het gaat erom dat je nadenkt over de manieren waarop er letsel of gezondheidsschade kan ontstaan bij je medewerkers en bij derden die bij je project betrokken zijn. Dat vergt voor velen een heel nieuwe manier van kijken."

Hoe denk jij over die RI&E 'in de la' en de papieren schijnwerkelijkheid waar steeds meer mensen last van ondervinden?
KleinJan: "We schieten op vele punten door. Ik zie een drang om alles dicht te regelen met verantwoording en dossiervorming. We zitten met ons allen wel erg veel achter de computer. Op ministeries zitten duizenden werknemers, waarvan er slechts een klein aantal nog onder de mensen komt. Kijk hoe het gaat in het onderwijs en in de medische wereld; een leerkracht moet rekening houden met dertig bijzondere individuën die allemaal hun eigen aanpak vergen. Dat moet allemaal op papier worden verantwoord, waardoor hij de helft van zijn tijd kwijt is aan administratie. De huisarts en de bedrijfsarts idem. Daar komt de nieuwe privacywetgeving nog eens bij. Ze komen aan hun werk nauwelijks meer toe. Kijk naar het doorgeslagen gedoe rond de grote grazers in de Oostvaardersplassen; hoeveel geleerden en regelgevers hebben daar hun zegje al over gedaan? Als je een gebied zogenaamd teruggeeft aan de natuur, dan horen de beren en de wolven daar ook bij. Vanuit mijn agrarische achtergrond kijk ik ook kritisch naar de superheffing op melk en de nieuwe fosfaatregels voor boeren, waarvan de praktische uitwerking niemand helder is. Ook de fipronil-affaire is een voorbeeld van doorgeschoten handhaving van de regelgeving. Gezonde voeding is prima, maar het beleid is tamelijk selectief. We halen intussen wel vlees en veevoer uit landen waar men heel andere ideeën heeft over voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden."

Dan liever de veiligheidskunde?
KleinJan: "Ik vind het werk dat veiligheidskundigen doen een verademing. Dat gáát tenminste ergens over. Als er iemand een bedrijfsongeval krijgt, dan heeft dat direct een perspectiefverschuiving tot gevolg. Het doel van veiligheidsbeleid is meteen helder. Ik geef al jaren VCA-les en moet dus heel vaak het nut van veiligheid verdedigen. Laatst zat er in het lokaal een cursist die bij zijn werk drie vingers was verloren. De stompjes waren nog roze en rauw. Ik heb die man zijn verhaal laten doen en de commentaren van de leidinggevenden over de vermeende ‘onzin’, de kosten en de overdaad aan verplichtingen verstomden onmiddelijk. Dan weet men namelijk meteen weer waar het wérkelijk om draait. Die man heeft ook durven vertellen hoe het gekomen was. Het bleek dat zijn collega de machine waar hij aan werkte nietsvermoedend had aangezet. Op mijn vraag of hij niet ongelofelijk kwaad was op die collega, zei hij dat hij daar lang over had nagedacht. Hij was tot de eindconclusie gekomen dat hij in die omstandigheden net zo goed die collega had kunnen zijn. Hij had zélf die machine veilig kunnen stellen. Dat hij nu geen piano meer kon spelen vond hij dus zijn eigen stomme schuld. Bovendien kon hij dat vóór het ongeval ook al niet, zo voegde hij laconiek toe."

Had een veiligheidskundige de ‘spiet’ van Lohues kunnen voorkomen?
KleinJan: "Dit soort drama’s hoeven niet te gebeuren. Je had bijvoorbeeld de lototo-procedures onder de aandacht kunnen brengen. Minder opvallend, maar zeker zo dramatisch zijn voorbeelden van uitgestelde gezondheidsrisico’s door bijvoorbeeld extreme fysieke belasting of blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Na twee jaar een lelijk kuchje, na vier jaar ziek thuis en na zes jaar tussen evenzoveel planken. Als mensen ziek worden of overlijden dan zijn plotseling heel andere dingen belangrijk. Daar mag elk individu, net als de gehele samenleving met haar 24/7 mentaliteit, best wel eens bij stilstaan. Momenteel kunnen we nauwelijks voldoende arbeidskrachten vinden, dus die worden overal uit Europa gehaald. Die open grenzen zijn prima, als je je maar wel realiseert dat de taalbarrières voor nieuwe veiligheidsrisico’s zorgen… Er is nog missiewerk genoeg voor de veiligheidskundige."

Ik hoor je de wet toejuichen, maar je windt je ook op over doorgeslagen regelgeving.
KleinJan: "Dat lijkt inderdaad wat dubbel als je het zo zegt. Toch zit die dubbelheid heel diep, niet alleen bij mij, maar ook in onze maatschappij. Het brengt me wel op mijn belangrijkste stokpaard: veiligheid wordt ondergewaardeerd. Het zit namelijk in alles wat we doen, of het nu de bouw, het onderwijs, de industrie of de zorg is. Als je er met mensen over praat dan wil men zich dat wel realiseren, maar er wordt niet naar gehandeld. In de wet is alles supergoed neergezet, maar het wordt te vaak niet begrepen. Zelfs bij grote organisaties verzuimt men om veiligheid al bij de prille aanzet van projecten in de plannen mee te nemen. Dan worden er noodaggregaten in kelders opgesteld en vallen er kranen om op woonhuizen. Als de experts niet ‘toevallig’ iets met veiligheid hebben, dan varen ze hun eigen koers. Dan vinden we veiligheid vaak maar lastig. Erger nog – en dat heeft Pieter van Vollenhoven al eens heel mooi verwoord –, we vinden dat de overheid zich alsjeblieft niet moet bemoeien met onze projecten, want onze deskundigen weten het immers zelf het beste. Maar als er dan een keer een brand in een installatie ontstaat, als er een bouwwerk instort of een milieuramp ontstaat, dan leidt bv Nederland plotseling aan een ernstige vorm van selectieve vergeetachtigheid. We vinden dat diezelfde overheid heeft gefaald en stellen haar aansprakelijk. Je kunt niet tegelijk vinden dat de overheid zich terug moet trekken én ons moet beschermen tegen rampen. Veiligheid is en blijft mensenwerk en de veiligheidskundige is de eerste die zich dat moet realiseren. Veiligheid begint bij jezelf!"
(MC)


Toegift van Daniël Lohues:

Spiet is veur altied

Ie moeten niet bange wezen
veur hoe de wind soms stiet
Angst is mar veur eben,
spiet is veur altied
Wees mar nie benauwd,
ie zien ja wel hoe ‘t giet
Angst is mar veur eben,
spiet is veur altied

Donkere wolken botsen soms,
waor dan bliksem uut ontstiet
Mar laot joe niet beletten
deur de kans op groot verdriet
Haol joe mar nie in,
stort joe dapper in de stried
Angst is mar veur eben,
spiet is veur altied

Zwarte nachten zwiet en jeuk
en verlichting is der niet
Doodsbenauwd veur alles
Mar ‘t gevaor bestiet
dat zo naost ‘t slechte
ok ‘t goeie overgiet
Denk dan; Angst is mar veur eben,
spiet is veur altied
Ie moeten niet bange wezen
veur hoe de wind soms stiet
Angst is mar veur eben,
spiet is veur altied
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.