Biografie
Maurice Rutgrinks vader kwam uit Den Haag, zijn moeder uit het Zuid-Limburgse Epen. Maurice (1965) switcht in het dagelijkse leven moeiteloos tussen dialecten, maar is altijd open en eerlijk over wat hij ergens van vindt en wat hij nastreeft. Dat is vrij veel, en Maurice laat zich niet zomaar omverblazen bij aanbestedingen van schoonmaakwerken of bij stevig overleg met overheden, vakbonden en al dan niet georganiseerde belanghebbenden.
Na zijn middelbare school behaalde hij zijn vakbekwaamheidsdiploma als kok en werkte vierenhalf jaar in diverse Brabantse restaurantkeukens. Zijn vader werd intussen uitgekocht door Cemsto, destijds een zeer groot schoonmaakbedrijf binnen het Vendex-concern. Hij begon voor zichzelf en stelde zijn zoon de vraag of hij liever een kleine baas werd of een grote knecht. Maurice stapte dus in het schoonmaakbedrijf van zijn vader, dat op het hoogtepunt zo'n honderd werknemers telde. Hoe schoonmaken volgens het boekje moest leerde hij bij de SVS (Stichting Vakopleiding Schoonmaak). Tegelijk leerde hij vlot 'vloeren blokken', ramen zemen, riolen ontstoppen, brand- en roetreiniging en gevels reinigen van de betreffende specialisten in het bedrijf; mensen met grote handen en weinig geduld. Rutgrink senior sleepte opdrachten binnen in de foodsector, waar de achtergrond van Maurice van pas kwam. In 2012 richtte Maurice met twee dames branchevereniging SIEV op (Schoonmaken is Een Vak) en werd voorzitter, een functie die hij tot 2024 bekleedde. Toen het nieuwe bestuur hem verzocht het kwaliteitskeurmerk Glas & Gevel en de accreditatiezaken eromheen te blijven begeleiden, besloot Maurice de opleiding Basisveiligheidskundige te volgen. Docent Cor Slagter inspireerde Maurice enorm, met als gevolg dat hij doorstoomde naar MVK. Hij strijdt nog onverminderd voor de belangen van schoonmakers, met name die in het MKB, maar werkt nu tevens als veiligheidskundige voor De Kok Staalbouw BV, dat onder andere de staalconstructies opbouwt voor een nieuwe fabriek op de Tweede Maasvlakte.
Maurice woont met plezier in het Brabantse Oosterhout, van waaruit de Zuid-Hollandse industriële complexen redelijk bereikbaar zijn. De helse files op de A15 bij Rozenburg zijn geschikt voor het voeren van telefoongesprekken. Hobby: koken. Motto: Do. Or do not. There's no try. (van Master Yoda uit Star Wars).
'Waarom zou ik een blad voor de mond nemen?' vraagt Maurice zich hardop af. 'Dan verandert er nooit iets.' Maurice' eerlijkheid over de cultuur in de schoonmaakbranche werkt ontwapenend, net als zijn deurvullende postuur. Dat laatste is wel eens handig op de ladder of in de hoogwerker, maar het praktische werk laat hij nu aan anderen, die het – onder zijn toezicht – veilig moeten uitvoeren. Zijn schoonmaakbedrijf moet zich even zelfstandig redden terwijl hij zich als 'senior veiligheidskundige' bemoeit met de gang van zaken op een bouwterrein op de Tweede Maasvlakte.
Scriptie
Met zijn MVK-scriptie over persoonlijke valbeveiliging in de hoogwerker won Maurice recentelijk de derde prijs 2023: https://www.deveiligheidskundige.nl/actueel/winnaar-dvk-schrijfprijs-2023-bekend. Hij schetst een vrij ontluisterend beeld van het veiligheidsbesef in de branche en tegelijk van de inhaalslag die er gemaakt wordt. Het onderwerp 'Valbeveiliging' is nu toegevoegd in de Excel sheet object-RI&E en opgenomen in het SieV Keurmerk Glas&Gevel (lees Marcel's scriptie De Schoonmaak RI&E Glas en Gevel.Kern van zijn scriptie: in de werkbak van de hoogwerker moet de glazenwasser een harnasgordel dragen met een korte veiligheidslijn zónder valdemper. Persoonlijke valbeveiliging is verplicht omdat een glazenwasser tijdens het werk buiten de bak moet reiken en een korte vanglijn is beter omdat die tevens preventief (als 'positionering') werkt. Er hoort geen lange vanglijn met schokdemper tussen het bevestigingspunt en de D-ring op de harnasgordel. De korte lanyard zorgt ervoor dat je niet uit de bak kunt vallen en dan hang je dus ook niet hulpeloos te bungelen als het misgaat.
Dat er nu door glazenwassers en gevelreinigers over valpreventie wordt nagedacht is al pure winst. Maar het is niet alleen de arbeidsveiligheid die stiefmoederlijk behandeld wordt: de hele branche opereert qua arbeidsomstandigheden in een soort schaduwwereld. Schoonmaak is doorgaans een sluitpost op de begroting en het gebeurt grotendeels uit zicht en buiten kantooruren. Bovendien is het een vak waar in de ogen van de buitenwereld geen bijzondere deskundigheid voor nodig is; iedereen kan het. Maar als niemand het doet (en het begint al aardig te nijpen) wordt het op werklocaties en in verblijfsvertrekken een ongezonde en onfrisse toestand. Hoe waardevol en onmisbaar de schoonmaakbranche is wordt onvoldoende beseft, vindt Maurice.
Samenwerking en overleg staat overal centraal, althans, zo belooft men. Wordt er ook geluisterd naar de schoonmaakbranche?
Maurice: 'Nee. Wij bestaan niet. Voor de ontwerper van gebouwen niet, voor de opdrachtgever niet en zelfs niet voor de enkeling die ons aan het werk ziet. Gemiddeld gesproken, want er zijn uitzonderingen. Dat vind ik schrijnend. Ik zeg voor de grap wel eens dat de klant meer interesse heeft in de kleur van het theeservies dan in het schoonmaakcontract. In het trappenhuis wordt bijvoorbeeld geen stopcontact gemaakt voor de stofzuiger. Een bezemkast komt pas beschikbaar na lang zeuren. Er is in de regel ook geen luik gemaakt om enigszins veilig op bijvoorbeeld een glazen dak te komen en niemand vraagt zich af hoe we de ramen van een glazen liftkooi van buiten schoonmaken, net als de vensters in de liftschacht. Maar als ze vies zijn krijgen we wél klachten.'
Ik neem aan dat jij de taakrisicoanalyse kunt doen voor zo'n lastig karwei. En je weet ook hoe het werk in de praktijk gebeurt.
Maurice: 'Ja. Het 'hoe dan' wordt sowieso tot ons probleem gemaakt. Wij halen vervolgens een speciaal glazenwassersliftcertificaat om, staand boven op de liftkooi, die ramen te mogen lappen. En geloof me dat ze razendsnel vuil worden door de lucht die er bij elke liftbeweging langs wordt gezogen. En onze opdrachtgever vindt het allemaal vooral erg duur, gezien het resultaat.'
Is een opdrachtgever betrokken bij de arbeidsrisico's van de schoonmaker?
Maurice: 'Te vaak niet. Wat ik zeg: het wordt beschouwd als óns probleem. Wij krijgen de sleutel overhandigd en er wordt van uitgegaan dat het maandagochtend klaar is. Je mag al blij zijn als het licht buiten kantoortijden nog aanspringt als je op het knopje drukt. In schoolgebouwen gaat om vier uur de airco of de kachel uit: de schoonmaker redt zich maar.
Formeel hebben schoonmaakbedrijven precies dezelfde rechten en plichten als alle anderen.
Maurice: 'Formeel wel. Maar er wordt anders mee omgegaan. Voor mijn scriptie ben ik bij een hele hoop glazenwassersbedrijven geweest, bij leden van brancheverenigingen, bij niet-leden, bij ex-leden en bij bedrijven met en zonder keurmerk. Ik heb ze allemaal gevraagd naar de object-RIE. Meestal was dat een soort boodschappenbriefje van de glazenwasser. Daar stond op wat je mee moest nemen naar dat adres.'
Wat dat betreft moet je nieuwe werkkring (het nieuwbouwproject op de Tweede Maasvlakte) een aardige cultuurschok zijn.
Maurice: 'Zelfs na twaalf weken op deze locatie is het dat nog steeds. Als schoonmaker heb ik in de bouw of de renovatie nog nooit een toolboxmeeting of veiligheidsbriefing gehad en ik heb nog nooit een V&G-plan gezien. Je krijgt de sleutel en je zorgt maar dat het maandagochtend klaar is. De schoonmaak is geen onderdeel van het grote geheel. In de bouw bedenkt iemand vlak voor het opleveringsfeestje dat er nog 'effe een lapje overheen moet', en dan wordt er iemand gebeld. Dat tekent wel de verhoudingen.'
Maar waar je nu werkt gaat het anders.
Maurice: 'Ja, het is een openbaring. Nu ben ik de chef-toolbox. Ik moet eraan wennen dat alles tot achter de komma geregeld is. Gisteren was ik nog blij dat ik – in mijn oude wereld – een glazenwasser aantrof die een harnasgordel droeg in de hoogwerker, vandaag hoef ik het gesprek over de noodzaak daarvan niet te voeren. Als ik gebaar dat de kinband van de helm vast moet, dan gebeurt dat meteen. In de schoonmaak gaat het vooral om meters maken, Nu ben ik in een omgeving waar veiligheid voorop staat en waar jakkeren wordt afgestraft. Al te ijverige Poolse bouwvakkers moet ik soms afremmen en geruststellen, want als ze om veiligheidsredenen even stilstaan vrezen ze al dat ze worden ontslagen. Ik vertel ze dan waarom ze even moeten wachten is en laat ze zien dat we prima op schema liggen.'
Verlangt het Bouwprocesbesluit niet dat schoonmakers worden betrokken bij de coördinatie?
Maurice: 'Tijdens de bouw is schoonmaak niet aan de orde. Wat ik al zei; vlak voor de oplevering moet er even een doekje over. Dat het gebouw na de oplevering ook in gebruik zal zijn en dus schoongemaakt moet worden is ook iets wat we bewust of onbewust vergeten.
Ik zal je een verhaal vertellen. Ooit werd ik door een aannemer-projectontwikkelaar meegetroond naar een brede vergadering tussen zeven of acht partijen vanwege mijn expertise op glasbewassingsgebied. Het nieuwe gebouw waar de vergadering over ging was een prachtig stukje architectuur met heel veel glas, naast en deels boven een vijverpartij. Een ander schoonmaakbedrijf was het glazen dak aan het reinigen voor de opening en hun werk werd stilgelegd door de Arbeidsinspectie. Let op: het ging om een aluminium dak van twintig meter breed met een helling van vijf graden. Daarboven een raampartij onder 45 graden, drie meter hoog, en daarboven weer een aluminium dak onder een hoek van vijf graden, aflopend naar de andere zijde. Het gebouw hing deels boven het water. Nergens was een doorvoer of bevestigingsmogelijkheid te bekennen, alles was door de architect keurig glad ontworpen. Toen het reinigingsprobleem aan de orde kwam keken alle aanwezigen naar mij, want ik was de schoonmaakdeskundige die de oplossing moest bieden, al was er al jaren over de bouw vergaderd. Een hoogwerker zou vanaf de dijk van de waterpartij zestig meter opzij moeten reiken om erbij te kunnen. Men wist te vertellen dat er hoogwerkers zijn die 105 meter hoog kunnen. Helaas wil dat niet zeggen dat ze ook zover opzij kunnen reiken. De dijk waarop de hoogwerker zou moeten staan zou de druk van de stempels nooit aankunnen. Bij elke oplossing die ik kon bedenken was er een partij die onoverkomelijke bezwaren had. Dat het Bouwbesluit iets definieert als een mandragend plat dak wil niet zeggen dat de Arbeidsinspecteur dat zo ziet. Die zag het als hellend dak met randbeveiliging bedoeld voor een plat dak. Je mocht er absoluut geen periodieke schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. Voor een robot was er geen toegangsmogelijkheid. Werken met een steel vanuit een boot mocht ook niet want de boot was geen toegestaan arbeidsmiddel. Bouwkundige voorzieningen zoals haken voor abseilen of hangende werkbakken werden door de architect afgeschoten. Het hield maar niet op. Uiteindelijk heb ik als grap de wens uitgesproken dat het keihard zou gaan vriezen, want dan kon ik een ladder op het ijs zetten.'
Maar dat is niet de oplossing geworden, neem ik aan. Wat wel?
Maurice: 'De vijver is leeggepompt en er is een betonnen dam in het water aangelegd als pad voor een schaarhoogwerker, met opgeruwd wegdek tegen gladheid. Nadat het water was teruggebracht verdween het wegdek een paar centimeter onder het oppervlak. De vensters van het dak zijn vervolgens van een duurzame vuilafstotende coating voorzien waardoor reiniging niet frequent hoefde plaats te vinden. Iedereen gelukkig, zou je denken.'
Niet dan?
Maurice: 'Nee. We kregen een briefje van de brandweer. De waterpartij was tevens blusvijver en vanwege de dijk verloren ze ongeveer een miljoen liter bluswater. De vijver moest worden uitgediept.'
Wat een kosten.
Maurice: 'Zeker. En gedoe over wie de rekening moest betalen. Dat werd de gemeente, want die hadden immers de bouwvergunningen verleend. Ik heb daarna met mijn bedrijf eens per 53 weken het karwei uitgevoerd. Want jaarlijks zou te frequent zijn.'
Dat is je reinste Kafka.
Maurice: 'Ja. Inmiddels doe ik deze klus niet meer. De scherpe kantjes zijn eraf, er is nog eens kritisch gekeken naar de kosten en er zijn aanbieders gevonden die het 'wel even meenemen'. En zo gaat het wel vaker.'
Bij monumenten kun je helemaal je lol op neem ik aan. Op een middeleeuwse kerk zul je geen gekeurde klimvoorzieningen aantreffen.
Maurice: 'En toch zijn er monumenten waar je prima uit de voeten kunt. Aan het Kurhaus in Scheveningen zitten moderne aanlijnvoorzieningen en je kunt gewoon om de koepel heen lopen. Toen dat gebouwd werd (1885/1887, red.) waren er geen moderne middelen en er is rekening gehouden met onderhoud. Het kán dus wel, alleen zijn er minstens zoveel objecten waar de schoonmaker het bos in wordt gestuurd.'
Is de schoonmaker het enige slachtoffer van de onverschilligheid van anderen?
Maurice: 'Of onwetendheid. Als je oplet zie je meer voorbeelden. Dingen die een facilitair manager, een ontwerper en ja, ook een veiligheidskundige zich best mogen aantrekken. Neem de receptioniste. Ik heb in al die jaren nog niet één dame achter een desk aangetroffen die zich behaaglijk voelde. Altijd koude voeten. Onder de desk ligt meestal een berg verdeeldozen en verstrikte snoeren voor alle apparatuur en daar staat dan ook een elektrisch kacheltje te snorren. Dat gaat goed zolang het goed gaat.'
Maar eigenlijk deugt het ontwerp niet.
Maurice: 'Weet je waarom in een damestoilet de spiegel boven de wasbak zit?
Omdat je jezelf dan kunt zien?
Maurice: 'Tijdens het handenwassen? Hij of zij die zijn handen wast hoeft zijn hoofd niet te zien, en hij of zij die zijn haar kamt heeft die kraan niet nodig. Maar er komen nu wel haren in de wasbak, wat iedereen vies vindt en wat de boel verstopt, en spetters op de spiegel, waar de schoonmaker weer een hoop tijd aan kwijt is. En de wachtrij wordt langer, want haarkammers moeten wachten op handenwassers.'
Maar waarom zit die spiegel dan boven de wasbak?
Maurice: 'Omdat de architect een man is en omdat het bij hem thuis ook zo zit, in zijn kleine badkamertje. Heel veel dingen doen we zo omdat we het altíjd zo doen. Maak nou toch eens ergens een haakje voor een damestas en een ronde hoek aan een vloer zodat je geen hoekje overhoudt waar je met je boenmachine niet bij kunt. En een stopcontact in een trappenhuis. En een bezemkast of schoonmaakhok met een uitstortgootsteen voor je emmers.'
En een veiligheidskundige die de calculator bijstaat als die gaat inschrijven op een klus.
Maurice: 'Dat zou helemaal mooi zijn maar die situatie is voorlopig nog ver weg. We ontwerpen rustig een glazen atrium zonder ons af te vragen hoe je de onderkant van het glazen plafond reinigt of bouwen een glazen liftschacht. En er zijn vervolgens bedrijven te vinden die inschrijven zonder notie te hebben van de vereiste veiligheidsmaatregelen die ze moeten nemen en zonder voorwaarden te stellen aan de opdrachtgever. Als er zes bedrijven intekenen voor twee ton en één voor anderhalf, dan krijgt die laatste de opdracht, ook zonder keurmerk. Gelukkig is er de RAS (Raad voor Arbeidsverhoudingen in de Schoonmaak, red.) met een klachtencommissie die ook dit soort zaken weegt en beoordeelt.'
De relatief hoge graad van ongeletterdheid, praktische gerichtheid en anderstaligheid in de branche werkt niet bepaald mee.
Maurice: 'Nee, maar we kunnen best wat meer ons best doen. Ook ik heb met acht Oekraïners gewerkt van wie er niet één een andere taal dan Oekraïens beheerste. En toch moet je duidelijk maken wat ze moeten doen, wat juist niet en waarom. Ik vertaalde alles in hun taal. Als dat op de werkvloer met Google Translate moet dan is dat zo. En je doet dingen voor totdat het duidelijk is. Natuurlijk kost dat tijd, maar we zijn zuinig op ons personeel. Mensen wegsturen is in deze tijd heel dom, want wie nu personeel heeft is spekkoper. Zzp'ers worden weer in dienst genomen. Als je geen mensen hebt houdt het gewoon op.'
Jij was voorzitter van één van de twee brancheorganisaties, de SIEV. Wat wil deze club bereiken?
Maurice: 'Wij willen dat ook het MKB ergens terecht kan. Dat ook hun belangen worden behartigd. Dat ze ook op grotere klussen kunnen inschrijven, ook als ze aan de andere kant van het land een vestiging van de klant moeten 'meenemen'. Momenteel vertegenwoordigt de SIEV zo'n tien procent van de schoonmakers.'
Hoe is de organisatiegraad in de glasbewassing en de schoonmaak?
Maurice: 'Er is groot verschil tussen de zakelijke markt en de bedrijven en bedrijfjes die voor particulieren werken. Die laatste groep zit niet te wachten op een brancheorganisatie. De grote ondernemingen zijn goed vertegenwoordigd door Schoonmakend Nederland, het is het welwillende MKB waar ik vooral de spreekbuis voor wil zijn. Die hebben het zwaar.'
Wanneer ben je klaar met je missie?
Maurice: 'Ons werk blijft lastig zolang er mensen zijn die zich wél hun studentenbaantje in de schoonmaak herinneren maar later niet meer weten of willen weten hoe de schoonmaker heet die hun bureau afneemt. Schoonmakers doen zwaar werk dat veel te weinig wordt gezien. Als ze 's nachts vloeren moeten dweilen voor vijftien euro per uur omdat het overdag niet glad mag worden voor anderen dan geeft dat aan hoe we over schoonmakers en hun arbeidsomstandigheden denken. Schoonmakers bestáán. Het zijn mensen net als jij en ik en ze hebben net zo veel recht op een veilige werkplek. Als de harnasgordel in de hoogwerker gemeengoed is geworden dan ga ik strijden voor de helm met kinband. En voor voldoende kennis over gevaarlijke stoffen, want dat is ook nog niet op orde.'
Succes, Maurice.
Maurice: 'Kom, we hebben nog wat te doen. Ik sta trouwens open voor elk goed veiligheidsgesprek en als je een goed verhaal over facilitair management zoekt weet je me te vinden. Bel me dan vooral in de file, want op de werklocatie mag je niet lopen en bellen tegelijk. En met stilstaan heb ik nog steeds wat moeite, haha.'