Mark van den Broek, Specialist Machineveiligheid

MVK Mark van den Broek is een gezellige, spraakzame Brabander die vanuit de techniek in het veiligheidsvak is terechtgekomen. Hij gleed als werkvoorbereider het specialisme in, toen nog zonder te weten dat de veiligheidskunde de weg al voor hem had geplaveid.

Biografie
Van den Broek (geb. 1974) is technicus pur sang.
Hij is opgeleid tot elektrotechnicus, daarna heeft hij zich gespecialiseerd in hydraulica, pneumatica en (PLC) besturingstechniek. Mechatronics (het samenspel van mechanica en elektronica) is zijn ding.
Sinds 2000 is hij zelfstandig ondernemer, sinds 2013 is hij als MVK’er werkzaam voor verschillende industriële klanten. Met zijn bedrijf Safetyprepare staat hij ook klaar voor het MKB.


Mark, je werkt vooral in de industrie. Waarom ben je VK geworden?
Mark: “Als elektrotechnicus en storingsmonteur werkte ik jarenlang aan allerlei machines en productielijnen, onder andere in de schoenenindustrie. Technisch kwam ik daar prima uit, ook zelfstandig in de nachtdienst. Zoals dat kan gaan ben ik op zeker moment werkvoorbereider geworden en ging ik onderhoudsplannen maken en collega’s aansturen. Het was destijds mijn eigen motivatie om daarbij ook te zorgen dat het werk veilig gebeurde, om de collega’s te behoeden voor ongelukken. Je zit wel namelijk wel met je vingers tussen de tandwielen en werkt met krachtstroom.
Ik maakte al taakrisico-analyses voordat ik wist dat er een woord voor was. Het veiligstellen van een machine voordat je gaat sleutelen is voor mij nu vanzelfsprekend, maar dat was het in die tijd op de werkvloer niet: ik had gedurende mijn technische vooropleiding bijvoorbeeld nog nooit van Lock Out – Tag Out gehoord, en nu geef ik er training in. Achteraf gezien is het onvoorstelbaar dat dit geen deel uitmaakt van een technische opleiding. Ik vind dat scholen daar meer aan moeten doen.”

Ontbreekt die noodzakelijke kennis op de industriële werkvloer?
Mark: “Nee, maar hij zit niet in elke medewerker. De tendens is dat gespecialiseerde kennis wordt ingehuurd. Bedrijven hebben het zelf niet allemaal meer in huis, afgezien van de wettelijk verplichte BHV’ers en bijvoorbeeld een preventiemedewerker. Voor mij persoonlijk is dat goed, maar toch blijft het een zorgelijke ontwikkeling. Natuurlijk zijn er bedrijven die het uitstekend onder controle hebben, maar dat zijn vooral de grotere ondernemingen. De continuïteit die je vroeger had met werknemers die veertig jaar in dienst van hetzelfde bedrijf waren en daardoor precies wisten wat ze deden is er niet meer.  Nieuwe, onervaren medewerkers hebben dat nog niet. Bovendien gaan jongeren anders om met techniek en risico’s. Als je bent grootgebracht met computerspelletjes dan heb je minder knoppenvrees. Je kunt op je schermpje een atoombom laten ontploffen en meteen weer met een schone lei beginnen. Zo werkt het in de praktijk niet. Neem daarbij het gegeven dat de ‘fysieke techniek’ steeds minder populair wordt als studierichting dan geeft dat te denken. Hele klaslokalen staan leeg, terwijl de spreekwoordelijke loodgieter inmiddels hetzelfde uurtarief kan rekenen als een HVK.”

Is de veiligheid nog wel onder controle in de industrie?
Mark: “Jawel, maar je moet er moeite voor blijven doen om het goed te borgen. De industrie is anders georganiseerd dan bijvoorbeeld de bouw. De bouw kent bijvoorbeeld het Bouwprocesbesluit, dat onderlinge afstemming tussen werkgevers eist; in de industrie moet je zorgen voor een vergelijkbaar raamwerk om de veiligheid te borgen, zeker als er de organisatiestructuur complex en dynamisch is. Je kunt er niet vanuit gaan dat het personeel er zelf voldoende over waakt. Een veiligheidskundige met technisch inzicht is er zeker op zijn plaats.”

Dat is dus de reden dat jij MVK bent geworden. Hoe heb jij de opleiding ervaren?
Mark: “Ik heb mijn MVK gehaald bij Kader. Dat vond ik een goede opleiding die diep op de onderwerpen inging. Ik heb volop kennis genomen van geluid, fysieke belasting, ergonomie en allerlei andere onderwerpen. Soms best moeilijk. Wat ik wel zag was dat een MVK’er onvoldoende kennis heeft van machines en van de achtergronden van CE-markering. Op die specialistische materie wordt maar beperkt ingegaan tijdens de opleiding en je moet er ook echt een technische achtergrond voor hebben om er iets van te snappen. Als je een grondige inspectie arbeidsmiddelen wilt kunnen uitvoeren dan kun je niet zonder die kennis. Kun je een schema beoordelen? Zijn systemen redundant uitgevoerd? Is SIL of PL gebruikt? (Safety Integrety Level en Performance Level; geharmoniseerde standaarden ter beoordeling van machineveiligheid, red.) Zijn ATEX-richtlijnen van toepassing, moet je op EMC letten? Vooral met al die draadloze voorzieningen is dat steeds belangrijker. Gaat het om een samenstel dat moet worden beoordeeld? Dat is specialistenwerk: alleen voor de CE-markering van machines kun je al snel met zo’n 38 normen en richtlijnen te maken hebben. Kom daar maar eens uit.”

Kun jij dat als MVK’er wel beoordelen?
Mark: “Door mijn twintig jaar ervaring in de techniek wel, niet doordat ik MVK’er ben. Wat ik doe is een machine, samenstel of productielijn beoordelen op de veiligheid en daar een rapportage van opstellen. Die moet ik kunnen verdedigen naar het management. Ik geef er handen en voeten aan. Ik moet de vinger op de zere plek kunnen leggen. Op een gat in de veiligheid van een systeem, voordat een operator er zijn vinger in steekt en hem kwijt is. Ik moet die werkgever voorzien van adequaat advies bij het maken van zijn arbobeleid: waar staat hij, waartoe is hij wettelijk verplicht. Tot op heden was dat vooral door het maken van een verdiepende RI&E, het invullen van de witte plekken in een RI&E. Wat ik wil is ook de overkoepelende RI&E kunnen maken of toetsen. Daarom ben ik bezig met mijn opleiding HVK.”

HVK. Wat biedt jou dat extra?
Mark: “De mogelijkheid om de RI&E van A tot Z te kunnen doen en het gewicht dat jouw oordeel in de schaal legt in je contacten met het management. Een HVK’er spreekt een andere taal. Als engineer had ik dat nooit gekund, terwijl ik de benodigde technische kennis op het gebied van machineveiligheid al had.  Maar ik heb een groot hoofd; ik ga ervoor. Nog een paar weken dan hoop ik aan mijn scriptie te kunnen beginnen.”

Ben je niet bang dat je als HVK te ver af komt te staan van de man aan de machine?
Mark: “Die man blijft mijn klant. De VK is verbinder tussen werkvloer en management. Hij voorkomt dat er allerlei zaken op het gebied van arbeidsveiligheid over het hoofd worden gezien of misgaan. In een klein bedrijf wordt de stem van de operator misschien nog gehoord door de directie, want ze kennen hem persoonlijk. In een grotere organisatie zit daar de VK tussen. En misschien een hele SHEQ-afdeling. Als je van MVK’er HVK’er wordt, dan schuif je wat op in de organisatie. Men zal het dan vreemd gaan vinden als je zelf een machine doorspit, maar ik hoop dat ik dat kan blijven doen, want zo zit ik in elkaar. Dat is mijn uitdaging, samen met de constante bijscholing om bij te blijven in de techniek en de normen.”

Maar de kans bestaat dat je toch langzaam je kantoor in wordt gedreven.
Mark: “Nou, dat hoop ik niet. Het is nu al zo dat ik soms twee weken achter mijn computer zit om alles in te voeren en uit te werken tot een helder rapport. Daarna gaat de deur open en mag de muffe lucht eruit.” Lachend: “Ik stap naar buiten en mag weer tot me door laten dringen waarover we het eigenlijk hebben. Ik zie een hele hoop dingen waar ik als HVK’er aandacht voor kan krijgen, terwijl ik als MVK’er binnen mijn kaders moet blijven. Als een machine in orde is, wil dat nog niet zeggen dat er ook veilig mee wordt gewerkt. Daar heb je ook een risico-inventarisatie op de werkplek voor nodig. Dat moet de werkgever óók regelen. Ik weet dat ik als HVK breder kan adviseren, ook waar het beleid betreft.”

Maar je gaat nu al met je heldere rapport onder de arm naar de directie.
Mark: “Ja. Ik doe er alles aan om het toegankelijk te houden. Voor de man aan de draaibank, maar ook voor de directie. En wat ik opschrijf kan soms zeer doen. Ik signaleer tekortkomingen die in orde gebracht moeten worden en ben dus zowel een horzel als een doemdenker. De directie wil compliant zijn (voldoen aan alle normen en wetten, red.) en de werkvloer wil dat het werkbaar blijft, wat ik heel goed snap. Soms is het een eenvoudig veiligheidskapje dat ergens moet worden aangebracht, soms betreft het fundamentelere dingen in een ontwerp. Ik hoef het niet altijd voor mijn opdrachtgevers op te lossen, maar we gaan wel om de tafel om een oplossing te vinden. Ook de Inspectie SZW kent de normen en regels en zal de gekozen oplossingen beoordelen op grond van die regels. Die moet je dus goed kennen. Mijn doel is het bereiken van echte compliance. Ik ben die engineer met intrinsiek veiligheidsgevoel, en niet alleen de documentenbeheerder.” (MC)
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.