‘Luchtige’ verhalen van Adri Groenendijk

Over atmosferische risico’s en de manier waarop je kunt vaststellen of de lucht om je heen veilig is of niet, kan Adri Groenendijk dagenlang vertellen. Behalve operationeel veiligheidskundige (Gelling Opleidingen, 2018) is Adri docent gasmeettechniek. En ATEX-specialist. Hij heeft net een carrièreswitch gemaakt. Nieuwe rondes, nieuwe kansen. Adri wil niet van iedereen een gasmeetkundige maken, maar signaleert wel wat blinde vlekken. Iedereen heeft recht op zijn eigen oogkleppen, zolang het niet ten koste gaat van zijn of haar gezondheid. Want dat kan Adri niet verenigen met zijn diep doorvoelde overtuiging: we moeten het sámen doen.

Biografie

Adri Groenendijk (1974) is ooit begonnen als elektrotechnisch en elektronisch installateur, nadat hij zijn mbo-opleiding daarvoor had afgerond. In Dordrecht. Hij werkte daarna twee jaar in de scheepvaart (Heerema) maar zette zijn voeten weer stevig aan land toen zijn echtgenote en zijn gezin daarom vroegen. ‘Mensenmens’ Adri heeft altijd flink genetwerkt, ook al was dat eerder een automatische activiteit dan een bewust gekozen strategie. Via de kerk kreeg hij in 2005 de tip dat de firma Dräger (veiligheidstechniek) op zoek was naar technici voor de installatie en inbedrijfstelling van gasmeetinstallaties. Adri had toen nog weinig met gassen maar besefte gaandeweg dat gezonde en veilige ademlucht een heel belangrijke levensvoorwaarde is voor ons allemaal. Eenmaal in loondienst reed hij met zijn witte bedrijfswagen door het hele land om vaste gasdetectiesystemen te installeren en te onderhouden. De ‘portables’ (draagbare gasmeters) waren van vergelijkbare sensortechniek voorzien, dus Adri’s portfolio breidde zich uit. Toen Adri zich begon te realiseren dat hij meer met techniek ‘communiceerde’ dan met mensen, kwam het verzoek om zich ook als docent gasmeettechniek te ontplooien als geroepen. Adri heeft in die tijd veel geleerd en bleek ook prima in staat om zijn kennis over te dragen. Na 14 jaar besloot hij over te stappen naar Waterschap Rivierenland, waar hij sinds 2019 ATEX-deskundige is. Bewust niet voltijds: hij is daarnaast actief als zelfstandig deskundige. Waarin? In gasmeettechniek. Adri werkt nog aan zijn website: www.gasmeettechniek.nl.


Adri, waarom ben je gestopt als fulltime-docent gasmeettechniek?
Adri: ‘Omdat ik me graag verder ontwikkel. Natuurlijk verandert er ook in de gasmeettechniek wel iets, maar de basisprincipes blijven gelijk en ik deed veel basistrainingen in de petrochemie. Dat ging me prima af, maar als je dat jarenlang meerdere malen per week doet, dan wordt het toch routinewerk. Ik ging toch merken dat ik "een verhaaltje afdraaide" en dat is niet goed voor de levendigheid en de betrokkenheid. Niet voor mij en niet voor de cursisten, ook al kon ik er nog steeds veel voldoening uit halen als ik ze wist mee te nemen en als ze achteraf meldden een hoop nuttigs te hebben geleerd. Ik heb een mooie tijd gehad, maar toch denk ik dat het goed is dat ik na acht jaar docentschap een nieuwe koers ben gaan varen.’

Bij het waterschap doe je dus geen opleidingen?
Adri: ‘Ik doe ze wel, maar nu even als cursist. Met plezier, want mijn nieuwe werkomgeving ervaar ik als prettig en het geeft nieuwe energie. Ik ben nu naar mijn volle tevredenheid in dienst als ATEX-deskundige en mag me ook bezighouden met biogasveiligheid. Met mijn oude bedrijf heb ik nu contact vanaf de andere kant; als klant. Het waterschap neemt gasdetectie van ze af. Ook al verwateren oude contacten sneller dan je denkt, het is toch leuk en nuttig om oud-collega’s te spreken. Zelfs aan mijn ervaring op het water heb ik nog wat, al is het nu meer dan twintig jaar geleden. In de scheepvaart is gasveiligheid namelijk ook een actueel onderwerp.’

Doel je op de berichten over vergiftigingen in de binnenvaart?
Adri: ‘Onder andere. Natuurlijk worden er gevaarlijke stoffen vervoerd over het water. Daarvoor bestaat uitgebreide regelgeving. Zoals je de ADR hebt voor vervoer over de weg heb je de ADN voor de scheepvaart. Maar het recente gebeuren waarbij vijf binnenvaartschepen werden stilgelegd en een schipper en zijn vrouw zelfs in het ziekenhuis moesten worden opgenomen betrof geen regulier transport van gevaarlijke stoffen. Het ging om zonnebloempittenschroot, geperst tot pellets. Vermalen en geëxtrudeerd biologisch materiaal dat wordt gebruikt als veevoeder.’

Daar mogen toch geen toxische stoffen in zitten?
Adri: ‘Nee, dat zou je als nuchtere buitenstaander niet direct verwachten, maar die lading had eerst een lange zeereis gemaakt en werd daarna overgeslagen in binnenvaartschepen. Op andere continenten wordt lading verplicht behandeld met biociden, vaak in de vorm van uiterst giftige gassen. Dat doet men om te zorgen dat er geen schadelijke insecten of andere levende organismen over de aardbol worden verspreid. De eenvoudigste en goedkoopste manier om te ontsmetten is via een chemische reactie in het ruim van het zeeschip. Er worden dan speciale verpakkingen met chemicaliën bij de lading gevoegd. Onderweg scheiden die giftig gas af, in dit geval fosfine, dat via een reactie van aluminiumfosfidekorrels met waterdamp uit de lucht wordt gevormd. Die fosfine trekt door de lading en adsorbeert aan het buitenste laagje van die pellets. De bedoeling is dat het gas geleidelijk desorbeert (vrijkomt en wordt afgeventileerd), maar dat proces verloopt niet altijd op dezelfde voorspelbare manier en met dezelfde snelheid. De tijdsduur van de reactie en van de ad- en desorptie is afhankelijk van factoren zoals de temperatuur, de luchtvochtigheid, het soort lading en de dichtheid van een ruim.’

In dit jammerlijke geval vond die desorptie dus nog plaats in de binnenvaartschepen.
Adri: ‘Ik kan natuurlijk geen conclusies gaan trekken zonder de precieze omstandigheden te kennen, maar het is een onder gasmeetkundigen bekend verschijnsel. Ook de autoriteiten zijn ermee bekend, want al negentien jaar geleden zijn er rapporten over gemaakt en zijn er kamervragen over gesteld.’

Jammer dat daar kennelijk niet daadkrachtig genoeg mee is omgegaan. Het risico is nog niet overal beheerst.
Adri: ‘Er zou inmiddels wel moeten worden gemeten, maar hoeveel actie er is ondernomen weet ik niet. Achteraf is het gemakkelijk om met je vingertje te wijzen maar daar hebben de schippers en hun gezinnen natuurlijk weinig aan. Ze maken zich nu vooral zorgen. Bij containertransport speelt hetzelfde. Ook daar worden blauwzuurgas en fosfine gebruikt. De douane heeft gasmeetkundigen die met meetsondes containers meet en vrijgeeft. Ze dragen daarbij speciale gaspakken en adembescherming. Als de concentraties boven de grenswaarden liggen moeten gegaste containers eerst worden belucht op speciale terreinen. Ook met dergelijke containers hebben zich ongevallen voorgedaan, soms pas op de eindbestemming tijdens het uitladen, want niet van elke container is aangegeven of die is gegast en het zou ondoenlijk zijn om ze allemaal te gaan bemeten.’

Het binnenvaartincident: hoe zijn opvarenden blootgesteld geraakt aan fosfine?
Adri: ‘Het gas is blijkbaar vanuit het ruim doorgedrongen in de woon- en leefruimten aan boord. Gelukkig nog zonder dat het levens heeft gekost en hopelijk wordt herhaling voorkomen.’

Kun jij met je gasmeetdeskundigheid iets betekenen voor de binnenvaart?
Adri: ‘Met Koninklijke Schuttevaer (schippersblad/kenniscentrum binnenvaart, red.) heb ik al nuttige contacten. Ik kan als onafhankelijk deskundige zeker praktische adviezen geven en gewoon zorgen voor toegankelijke informatie. Je kunt niet van elke binnenvaartschipper verwachten dat hij of zij gasmeetkundige wordt en met meters en grenswaarden kan omgaan. Zij hebben al allerlei andere kennis en vaardigheden bij te houden. Maar omdat ze zich terecht zorgen maken zal wat nuchtere informatie zeker op prijs worden gesteld. Dan snap je ook beter waar al die regels en procedures nu eigenlijk voor bedoeld zijn en het zorgt ervoor dat je risico’s beter kunt inschatten. Met mijn nautische achtergrond en interesse kan ik zelfs aan boord eenvoudige trainingen organiseren. Zet me in Rotterdam aan boord en hijs ergens in Duitsland mijn bedrijfsautootje maar weer van boord. Ik heb mijn apparatuur en mijn kennis altijd bij me en ben flexibel genoeg. Natuurlijk moet ik het kunnen plooien met mijn werkgever, maar het is wel de reden dat ik in deeltijd ben gaan werken.’

Zo te horen ligt er een wereld voor je open. In de petrochemie zijn gasrisico’s wel onder controle, maar er zijn genoeg sectoren waar je aan de bak kunt.
Adri: ‘Die zijn er zeker. In de agrarische wereld en de veehouderij zijn de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen en ammoniak berucht. In en om giertanks en –kelders vinden ook nog steeds ongevallen plaats. Daar geldt hetzelfde als in de binnenvaart: je kunt niet overal expert in zijn, maar bekendheid met gasrisico’s is van levensbelang. En bij de arbospecialisten in de betreffende sectoren zeker. Wat je zegt over de petrochemie is niet per definitie waar: het is een sector waar veel wordt geïnvesteerd in veiligheid, maar op de werkvloer en bij contractors vallen nog steeds gaatjes. Dat is geen onwil, nonchalance of valse zuinigheid. Kijk om je heen en je ziet mensen aan het werk, met de volledige focus op hun eigen ding. Dat is menselijk, net als het maken van procedurele foutjes, bijvoorbeeld bij het gasmeten. Hoe groter de risico’s hoe meer energie je zult moeten steken in het uitsluiten van missers. Trainen moet je gericht doen, op de werkelijke risico’s en op het niveau van je cursisten. We moeten met z’n allen onze schouders zetten onder de veiligheid. Wat het gasmeten betreft zijn er voldoende betrouwbare meetmiddelen voorhanden en de kennis is ook bij te brengen. Als veiligheidskundige mag je zulke elementaire risico’s niet voor lief nemen. En ook niet als agrariër of schipper.*

* De Veiligheidskundige heeft Adri reeds gestrikt voor enkele leerzame artikelen over gasmeettechniek; wordt vervolgd!
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.