José Marin blijft in beweging en zoekt de synergie

Gecertificeerd HVK en IVK’er José Marin is een beweeglijk en nieuwsgierig mens. Hoe techniek werkt boeit hem zeer en dat maakt contact met de technici en de ‘doeners’ die aan zijn zorg worden toevertrouwd gemakkelijker. In justitiële kringen maakte hij met gemengde gevoelens kennis met rigide structuren en vaak nodeloos moeilijke teksten. Daardoor getekend en verzadigd wist hij zich los te zingen van papieren werkelijkheden: hij weet inmiddels hoe het werkt en ziet steeds vaker mogelijkheden om het anders te doen. Hoe je veranderingen bewerkstelligt zonder in een vacuüm te belanden. Management of change is zijn ding. Wat we in veiligheidsland doen hangt als los zand aan elkaar en zijn gevoel en ervaring zeggen hem dat dat niet nodig is. Het kan veel efficiënter en productiever als je de synergie weet te vinden.

Biografie
José Marin (1973) Is geboren en opgegroeid in Maarssen. Zijn Spaanse naam dankt hij aan zijn vader, arbeidsmigrant in vervlogen tijden. José is op en top Nederlander en heeft naar zich eigen zeggen nooit beziggehouden met Spanje. Voor een veiligheidskundige is de Noord-Europese bodem vruchtbaarder. José is ooit opgeleid tot meubelmaker. Hoewel hij nog steeds graag met zijn handen werkt, raakte het meubelmakersvak op de achtergrond. In zijn schaarse vrije tijd klust hij graag en vervaardigt hij nog steeds wel eens een houten bank of kast. Maar als hem op het werk wordt gevraagd hoe zijn weekend was wil hij niet hoeven vertellen dat die pleister op zijn kop komt doordat hij ‘van een trapje is gesodemieterd’. De professional doet het ook thuis veilig. Vanuit zijn hobby, het bowlen, vond hij werk bij een bowlingcentrum, waar hij het onderhoud van de machines ter hand nam. Interessant en gezellig, maar toen zijn zwager hem wees op een baan als beveiliger bij Justitie besloot José tot een carrièreswitch; niet de laatste, naar nog zou blijken. De hobby werd weer hobby en José ging een zekerder toekomst tegemoet, zo was de verwachting. In dienst van Justitie deed José de opleiding Integrale Veiligheidskunde (IVK), waar het vak arbeidsveiligheid hem direct boeide. De ‘vastigheid’ van de regeltjes en de rigide structuren binnen Justitie mogen dan wel helder en duidelijk zijn, José denkt graag zelf na over nut en noodzaak en blijft liever in gesprek, hij zoekt naar samenhang en blijft in beweging. Hij is inmiddels thuis in de gastechniek, de zorg, de woningbouw, het verticaal transport, machines en nog wat andere sectoren. Momenteel is hij in loondienst bij ABB, fabrikant van vooral elektrotechnisch installatiemateriaal. Daarnaast werkt hij als zelfstandige in zijn ‘maatschap’ 2gether Safe.


‘Jawel, het werk is druk, maar deze week had ik in ieder geval geen close contact-gevalletjes’, antwoordt José Marin op de vraag of hij even tijd heeft voor een stokpaardinterview. De Veiligheidskundige werd aangenaam getroffen door zijn aanbieding (op de LinkedIn-pagina van 2gether Safe) om zich onbezoldigd als kerndeskundige in te zetten voor organisaties met een ideëel doel. Niet om meteen misbruik te maken van zijn genereuze aanbod, maar om zijn verhaal op te tekenen. José: ‘Ik werf niet actief, maar als zich een goed doel bij mij meldt, zonder budget maar met wettelijke verplichtingen of een veiligheidsvraag dan kijk ik of ik iets kan bijdragen. Voor bijvoorbeeld een voedselbank maak ik graag een RI&E, maar ik doe dat natuurlijk niet als ze er zelf een betaalde functionaris voor hebben. En het mag ook geen broodroof worden. Het mag nergens gaan wringen.’

Je werkt zowel in loondienst als voor jezelf. Wil je niet kiezen?
José: ‘Nee. De combinatie werkt voor mij prima en ik houd van afwisseling. Het helpt als je in verschillende werelden thuis bent, als je verschillende ervaringen hebt opgedaan.’

Je hebt intussen al in veel branches gewerkt. Waar voel je je het prettigst?
José: ‘Als veiligheidskundige? In de industrie. Het is een dynamische omgeving waar gevaar intrinsiek is en daar heeft de mentaliteit zich op aangepast. Ik ben er minder strategisch bezig; meer tactisch-operationeel. In een fabriek, in de zorg en bij Justitie verschillen de beleving en de acceptatie van arbeidsveiligheid onderling sterk. In de zorg ben ik bijvoorbeeld bezig geweest met fysieke belasting. Patiëntveiligheid staat er voorop en daar is meer budget voor dan voor de werknemers. In de industrie krijgt arbeidsveiligheid veel meer aandacht; men is vertrouwd met risico’s; je hoeft ze niet te zoeken. De omgeving is harder; technischer. In de bouw en de infra is veiligheid pas later onder de aandacht gekomen; misschien omdat het werk veel ‘dagelijkser’ is en omdat het niet exclusief plaatsvindt binnen de hekken van een proceslocatie of fabriek. Het vindt overal om je heen plaats. VCA is er ‘bovenop gelegd’, terwijl het in de industrie veel dieper in het proces en de cultuur is ingebed. De veiligheidskundige vindt in de industrie dus een natuurlijker plaats dan in andere sectoren en ik voel me thuis in die technische omgeving. Dat matcht met mezelf.’

Je moet ook iets hebben met wetten en regels, anders had je het bij Justitie nooit volgehouden. Veiligheidskundigen denken in mijn beleving meer na over het nut van regels dan beveiligers.
José: ‘Bij Justitie ben ik thuisgeraakt in wet- en regelgeving. Ik heb tijdens mijn opleiding IVK ook serieus overwogen om rechten te gaan doen, maar kwam tot de slotsom dat je ook te hoog kunt grijpen. Regels en wetten zijn tot op een bepaalde hoogte noodzakelijk en ik heb er zeker in het begin van mijn veiligheidskundige carrière sterk op geleund. Maar er zit altijd licht tussen de regels en de praktijk. Machines worden bijvoorbeeld oud, ze gaan wat mankeren en ze zijn niet ontworpen volgens de modernste richtlijnen. Je vervangt ze dan nog niet, maar je wilt er wel veilig mee werken. Dat kan ook. Ik denk graag mee met technici en zwaai niet meteen met de Machinerichtlijn of met de wet. Ik ben zelf geëvolueerd. Als ik nu iets schrijf dan gebruik ik veel kortere zinnen dan toen ik nog bij Justitie werkte, om eens iets te noemen. Het automatisme zit nog in me, maar gelukkig herken ik het zelf.’

Gebruiken we teveel woorden?
José: ‘Ja, vooral bij het schrijven. Voor heel veel documenten zou de eis moeten zijn dat ze op één A4’tje moeten passen. Dat is het maximum dat men leest. Het zal best moeite kosten en misschien lukt het je ook niet, maar je moet het wel proberen. En we doen teveel dingen dubbel. Dat voel ik als ballast; het levert te weinig op. Ik wil geen zevenhonderd vragen beantwoorden om tot een RI&E te komen. En daarnaast nog taakrisico-analyses doen, een VCA-handboek maken en allerlei papier produceren voor de certificeerder. Ik span me in om dingen goed te regelen vanuit reële uitgangspunten en ga niet een paar weken voor een audit van alles oppoetsen. Als er ergens een nonconformiteit zit dan hoor ik het graag en ga ik ermee aan de slag.’

Je zegt dat we dingen dubbel doen, wat bedoel je?
José: ‘We doen het niet goed, want het hangt allemaal als los zand aan elkaar. RI&E, aanvullend en verdiepend, werkplekinspecties, TRA, werkvergunningen, ongevallenrapportages en toolboxmeetings. Ik zoek naar overeenkomsten en overlap. We kunnen met minder inspanning meer bereiken. Je kunt alles met elkaar verbinden zodat er samenhang ontstaat. Alles zijn we gaan zien als aparte projectjes en de geproduceerde documenten verdwijnen in de kast om nooit te worden gelezen. Ik weiger om dingen alleen maar te herhalen of in een andere vorm op papier te zetten omwille van de audit of de 25 procent korting die je krijgt op een boete bij een arbeidsongeval. Want je hebt het ‘gedocumenteerd’. Je hebt hoe dan ook iets fout gedaan en je bent bij een ongeval tóch al de sjaak. Ook nu werk ik weer aan een uitdijend document dat me eigenlijk niet zint: een self-assessment voor het managementsysteem. Dat zijn nu 1920 vragen, wat al aangeeft dat het systeem complex is. Mooi, maar je broek zakt ervan af als je ze allemaal moet beantwoorden.’

Veel van die door jou verfoeide overlappende of overbodige zaken vloeien voort uit eisen van belanghebbenden, certificeerders of uit de wet. Dan moet je dus wel.
José: ‘Er is best wat redelijkheid, maar we zijn vastgeroest. V&G plannen zijn zo’n punt van discussie in de bouw en de infra; ik zag laatst weer zo’n document. Een V&G-plan voorbereidingsfase van zestig pagina’s. Heel veel knip-en-plak en vooral zo universeel mogelijk zodat we maar weinig hoeven te wijzigen. In zo’n geval wil ik terug naar de basis: wát wil je bereiken en hoe doe je dat. Met een berg papier neem je niemand mee. Als je werkvergunningsysteem fijn bij elkaar is geknipt en geplakt om het op papier maar in orde te hebben dan deugt het niet. Degene die het moet gaan invullen moet het snappen en weten waar het goed voor is. Documenten en formulieren moeten klein en bondig, niet te theoretisch of omslachtig, met zo min mogelijk handtekeningen, met eenvoudige tekst en zo min mogelijk heen-en-weergedoe in je procedure. En ja, je gaat dan een harde strijd met de gevestigde orde aan.’

De bazen en handhavers willen het zo graag.
José: ‘Ik wil – net als zij – dat het de goede kant op gaat; liefst op een gemoedelijke manier. Trekken aan een dood paard – of een paard met een sterk verzwakte hartslag – wil ik niet. Mensen praktisch meenemen op de veilige weg doe je in de operatie door je in hun probleem te verplaatsen, door mee te denken en het praktisch te houden. Ik wordt geacht te weten hoe je dingen veilig doet, maar als ik ga zwaaien met wetgeving in een toolboxmeeting dan brengt dat weinig. Mensen hoeven helemaal niet te weten waar het in de wet staat. Ze moeten er wat van opsteken, er wat aan hebben bij hun werk. Het moet dus zo praktisch mogelijk. Je beleid staat of valt met de acceptatie door de uitvoerenden. Zíj moeten begrijpen waar een maatregel voor dient. En iedereen meekrijgen is de kunst.’

Mensen meekrijgen doe je ook door goede toolboxmeetings en praktische opleidingen.
José: ‘Praktisch is zo’n containerbegrip. Maar het is wel belangrijk; van theorie blijft te weinig hangen als het los staat van de praktijk. Opleidingsbureaus doen vaak veel te lang hetzelfde kunstje. Probeer het maar: stel de vraag maar eens hoe een training was. Meestal krijg je te horen dat de lunch prima was. En dat ze het tweede broodje nog lekkerder vonden dan het eerste. En als je dan vraagt wat ze nu eigenlijk hebben geleerd dan moet er eerst worden nagedacht. Daarom heb ik me bij de reachtrucktraining van volgende week tot doel gesteld dat niemand het over de lunch mag hebben.’

Hoe bereik je dat?
José: ‘Door met de opleider om de tafel te gaan voordat die wordt ingehuurd. Ik wil een ander type training met minder theorie, geen chitchat, geen voorstelrondje want ze kennen elkaar al. Niet het levensverhaal van de docent maar de cursist zelf dingen laten doen. Veel opleiders doen al twintig jaar hetzelfde, vooral bij de algemenere trainingen zoals BHV en het heftruckcertificaat. Het is vreselijk als je tevoren ergens bovenin je organisatie al precies hebt vastgelegd wat er in een opleiding moet zitten. Ga in plaats daarvan uit van het doel dat je nastreeft en treed dan in overleg met je opleider. Ik wil zien dat mensen er iets aan hebben, dat ze gaan nadenken en in hun werk dingen anders gaan doen en ook nog snappen waarom.’

Je staat daarin niet alleen, mag ik hopen. Zoek je nog medestanders?
José: ‘Om me heen heb ik al wat gelijkgestemden, maar ideeën zijn zeer welkom. Mijn ideaal is een nieuw samenhangend managementsysteem met minder overlap en ballast. We willen sturen op leading indicators in plaats van lagging indicators en speuren naar de samenhang en de synergie tussen al onze activiteiten en documenten. In principe kun je alles ophangen aan de RI&E en daarmee je management veel overzichtelijker maken. Dat is een grotere hervorming dan er ergens een app met een actielijstje aan knopen; na 25 jaar is de RI&E wel aan een iets grotere opfrisbeurt toe. Maar verandering blijft moeilijk en management of change wordt zelden goed aangepakt. Kom dus maar op; mijn mailadres en telefoonnummer staan in de VK-gids.’
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.