Jan Willem Reuser, HVK en huisschilder: "Laat de stropdassen eens gaan vlinderen"

De ZZP'er-veiligheidskundige is vanwege zijn onafhankelijkheid en frisse blik een aanwinst op menige werkvloer. Zoals pijnlijke saneringen goed door een interimmanager kunnen worden aangepakt, kan de externe veiligheidskundige zonder nasleep, loyaliteitsproblemen of gezichtsverlies netelige kwesties oppakken. De kans is groot dat hij andere zaken signaleert dan de 'huisveiligheidskundige'. Waar het volgens zelfstandig HVK'er Jan-Willem Reuser bij veel veiligheidskundigen aan ontbreekt, is praktisch inzicht in- en begrip van het 'ambachtelijke' werk: "Als je je bemoeit met het werk van een schilder dan moet je weten wat een schrapper is. En van het vlinderen van een betonvloer krijg je geen rupsenplaag. Ook als academicus moet je dat weten als je in de bouw opereert."

Biografie
Reuser (geb. 1972) had de hersenen en de motivatie om te studeren, maar strandde op de Sociale Opleiding Arbeidszaken en Personeelswerk vanwege een conflict met een van zijn docenten. Het bracht hem bij dat er verschil was tussen gelijk hebben en gelijk krijgen, maar het betekende ook dat hij gedwongen werd zijn brood met zijn handen te gaan verdienen, in de bouw, net als zijn vader. Achteraf is hij daar niet rouwig om. In 1996 startte hij zijn eigen schildersbedrijf, volgde een opleiding onderwijskunde en maakte het tot erkend leerbedrijf. In 2013 werd hij MVK, behaalde zijn Atex Module A en Module B en in 2016 zijn HVK-diploma bij Kader. Nu werkt hij als zelfstandig HVK én - nog steeds - als huisschilder, want je kunt je klanten niet zomaar laten zakken. 

Jan Willem, waarom die ommezwaai van schilder naar veiligheidskundige en docent?
Reuser: "Het is geen ommezwaai; ik doe het allebei. Ik heb mijn schildersbedrijf nog steeds en werk graag met mijn handen. Ik zou het geen van beide willen missen. Van huis uit ben ik gezegend met een ondernemende geest. Toen ik twintig was en eigenlijk net begonnen in de bouw, overleed mijn toenmalige werkgever. Jong nog, maar zijn schildersbedrijf ging teloor en ik stond op straat. Ik was in opleiding tot gezel/uitvoerder en moest wat anders. Toen ik verhuisde van het midden van het land naar Den Haag heb ik daar mijn bedrijf opgezet en de opleidingen onderwijskunde en bouwtechniek I en –II gevolgd, bij Fontys Hogescholen. Mijn eerste grote schilderopdracht kreeg ik van een binnenhuisarchitect waar ik op zaterdagen bijkluste in de woninginrichting. De grootste ommezwaai had daarvóór al plaatsgevonden, toen ik als tiener overstapte naar de bouw."

Desondanks ben je geen fulltime bouwvakker of schilder geworden.
Reuser: "Nou, ik heb wel erg veel plezier gehad toen ik nog alleen het schildersbedrijf had. We hadden leuke opdrachtgevers, waaronder toneelgroep De Appel, met hun eigen negentiende-eeuwse theater in Scheveningen. Een heel prettige omgeving, waar ik zelf mijn werk mocht indelen. Ze hadden me de sleutel gegeven. Ik stond er zodoende regelmatig op zondag te schilderen, zelfs tijdens repetities. Ik ben daardoor ook ooit figurant geweest in een van hun stukken. Maar De Appel is ter ziele; eeuwig jammer. Wat ik nog het meeste mis is de soepele omgang tussen opdrachtgever en aannemer, het prettige contact en het vertrouwen dat we in elkaar hadden. In deze tijd van schriftelijke overeenkomsten en wurgcontracten is dat zeldzaam geworden, we lijken elkaar vooral vanuit wantrouwen te benaderen. Ook ik krijg ellenlange juridische stukken ter tekening voorgelegd voordat ik nog maar ben begonnen. Lezen doe ik ze wel, maar soms teken ik ze niet eens. Als dat een probleem zou zijn, dan mag een ander bedrijf de klus doen. Meestal valt het de opdrachtgever niet eens op. Maar ik heb te doen met de ZZP'ers die door gebrek aan opdrachten gedwongen zijn in te stemmen met de bizarre voorwaarden die men in het kader van de bijvoorbeeld de Wet DBA meent te moeten stellen. En dan te bedenken dat er ZZP'ers rondlopen die niet of nauwelijks verzekerd zijn of niet weten waarvoor ze verzekerd zijn. Ze lopen daarmee bijvoorbeeld de kans om op te moeten draaien voor gevolgschade als later blijkt dat ze een verkeerd advies hebben uitgebracht."

Zie je die tendens ook in je werk als veiligheidskundige?
Reuser: "Ja. De juristen proberen zich overal tegen in te dekken. En wat niet per contract is afgedicht moet zijn verzekerd. Ik ben het liefste bezig met praktische zaken, maar ik kom ook in aanraking met contracten en verzekeringsvoorwaarden. Risico en aansprakelijkheid zijn steeds belangrijker geworden; voor je het weet sta je als werkgever voor de rechter. Daarom moet je weten wat er in de kleine lettertjes staat, want een CAR-verzekering (vrij vertaald Construction All Risk) dekt echt niet alles. De verzekeraar streeft ernaar om niet uit te keren. Dan word je als aannemer dus gedwongen gevolgschade te vergoeden omdat het bewuste event net was uitgesloten van de dekking. Zoiets kan je de kop kosten. Ik heb een uitzendbureau wel eens geadviseerd een disclaimer op hun website te zetten, want voor je er erg in hebt menen je klanten rechten te kunnen ontlenen aan je wervende teksten."

Heb je uitzendbureaus als klant?
Reuser: "Ja, via een bevriende veiligheidskundige relatie adviseer ik gecertificeerde uitzendorganisaties en verricht daar ook VCU-audits. Ik ben in die sector tegen een opmerkelijk verschijnsel aangelopen: tijdens de ramadan bleek het aantal incidenten aanzienlijk te stijgen. Daar moest ik wat mee: het prikkelde mijn veiligheidskundige instinct. Ik ben met mijn gesprekspartners bij het betreffende uitzendbureau tot een ramadan-protocol gekomen, dat nu zijn vruchten afwerpt. Als je alleen na zonsondergang eet en drinkt en je moet overdag of in ploegendienst hoogrisicowerk doen in bijvoorbeeld de (scheeps)bouw, dan heeft dat absoluut gevolgen voor je alertheid. En dus voor de kans op ongevallen. Het is een goed voorbeeld van een gevoelig onderwerp waar je als extern bureau wat radicale voorstellen kunt doen, zonder dat de werkgever er meteen op wordt aangekeken."

Wat hield je ramadan-protocol in?
Reuser: "De kern was het verschuiven van de werk- en rusttijden, waardoor de diensten beter in het bioritme pasten. Slaap, eten en werk kwamen daardoor gezonder en veiliger uit, maar dat was wel een hele ingreep in de planning.. Uiteindelijk was iedereen er heel tevreden mee. Ik weet zeker dat er heel veel werkgevers zijn die zich niet realiseren wat de ramadan voor gevolgen heeft of zich er de vingers niet aan willen branden."

Maar jij wel. Waarom?
Reuser: "Omdat het je taak is als veiligheidskundige. Je kunt niet zeggen dat dat hoort bij de geloofsovertuiging en dat het daarom een persoonlijke zaak is van de werknemer. Zodra het gevolgen heeft voor de arbeidsveiligheid, wordt het ook een aandachtspunt voor de werkgever. Je ermee bezighouden is een voorbeeld van verantwoordelijk werkgeverschap. Ook als ik VCA-les geef en er moet een maaltijd worden geregeld vraag ik of er ook kip of kaas moet zijn in plaats van gehaktballen met varkensvlees of soep met onduidelijke ingrediënten. Je opent er het gesprek mee en je geeft aan dat je oog hebt voor de behoeften van mensen. Dat zouden bedrijven meer moeten doen, al is het alleen maar vanwege de goodwill die je verwerft."

VCA-les. Net noemde je ook VCU. Je bent ook docent en auditor?
Reuser: "Met VCA was ik 15 jaar geleden al bezig, lang voordat ik MVK'er werd. Ik zet me nog steeds in als docent. Bijna iedere week heb ik wel een cursusgroepje. Aan VCA zitten veel goede kanten, maar veel onderwerpen in de leerstof zijn zo sterk vereenvoudigd en uitgekleed dat je ze bijna weg zou kunnen laten. Desondanks is het voor veel doelgroepen te moeilijk. Ik heb helaas te vaak cursisten gehad die ik na tien minuten het stempeltje 'kansloos' moest geven. Deelnemers die met grote inspanning trachtten de lessen te volgen en het voorleesexamen moesten doen. Zonde van hun tijd. Het nut van dat diploma is bovendien gering als je de hele dag onder toezicht staat schoon te maken of te schilderen, maar je wordt ertoe verplicht, op discutabele gronden. Ik heb soms zó te doen met de vaak bijzonder aardige en welwillende cursisten."

Wat vind je van VCA?
Reuser: "De cursus voor het persoonscertificaat dwingt je om aandacht te besteden aan zaken die anders misschien niet aan de orde komen. Men komt er in eerste instantie om bekend te raken met de risico's van een cirkelzaag, met werken in besloten ruimtes, enzovoort. Maar tegelijk is het een gelegenheid om bekend te raken met de gewoonten in andere culturen. Met de gelijkheid van man en vrouw in Nederland en gewoon met de manier waarop we met elkaar omgaan. Ook onderwerpen zoals seksuele intimidatie moet je durven bespreken. Ik schud iedereen de hand en verwacht dat anderen die gewoonte respecteren. Je komt elkaar tegemoet en dat kan ook zonder dat je elkaars geloofsovertuiging of persoonlijkheid bekritiseert. Veiligheid heeft alles te maken met hoe je als mensen met elkaar omgaat. Over VCA als systeem kan ik zeggen dat het niet altijd op de goede manier wordt gebruikt. Opdrachtgevers denken dat ze door VCA te eisen overal vanaf zijn. Bovendien kan het ook leiden tot schijnveiligheid, doordat werknemers zelf stoppen met nadenken. Er ís namelijk al nagedacht, zo is het idee."

Jij bent zelf meer een doener dan een theoreticus. Dat geldt niet voor al je collega’s. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Reuser: "Soms is dat even diep ademhalen. Onder veiligheidskundigen zijn nogal wat mensen met een academische achtergrond. Echte theoretici die de wereld zo wetenschappelijk mogelijk benaderen. Vanwege hun indrukwekkende CV genieten die de voorkeur als er vacatures moeten worden ingevuld en je treft ze nogal eens als inspecteur of auditor. Veel te vaak merk ik dat ze geen idee hebben van de vaktechniek, van wat de 'arbeiders' moeten weten en welke vaardigheden ze moeten hebben om hun taken uit te kunnen voeren. Ik gun iedereen zijn expertise, maar vind het kwalijk als de theoreticus neerkijkt op ambachtelijke kennis en handwerk. De arrogantie waarmee de academicus verwijst naar een MVK’er waar het de vaktechnische 'details' betreft. Hij diskwalificeert zichzelf daarmee als gesprekspartner op de werkvloer. Het baart mij zorgen als ik een V&G-deelplan moet laten beoordelen en ik krijg de vraag wat een schrapper is. Of een naaldenbikhamer. Dan bied ik aan om een foto te sturen, in de hoop dat dat helpt. En als het verfschraper moet heten dan verander ik het wel. Maar als een HVK’er geen bestek wil leren lezen en of begrijpen dan moet hij niet in de bouw gaan werken."

Is dat niet slechts een incident waarop je de wereld nu afrekent?
Reuser: "Nee. Het is écht ernstig. Ik ben er misschien extra op gespitst, maar ik merk overal dat techniek en ambachtelijk werk oninteressant worden gevonden. Terwijl de wereld er wel op draait. Als ik flarden van een gesprek opvang waarin twee 'deskundigen' in compleet onbegrip lacherig staan te doen over het vlinderen van een betonvloer, dan krijg ík last van plaatsvervangende schaamte. Ga eens naar de bouwbeurs en laat je eens bijpraten. Kijk eens om je heen. Voor echte vakkennis kun je nu nog terecht bij de ouderen die een gedegen vakopleiding hebben gehad. Waar je vroeger eerst gezel en daarna meester werd, na jaren oefening, leren ze nu op een ROC een deur afschilderen op de computer. Ik chargeer, want heel veel vakopleiders doen zeker hun best. Maar vaklieden met diepgaande ambachtelijke kennis zijn al nagenoeg uitgestorven; we halen ze uit Polen of Hongarije. Wij veiligheidskundigen zouden er goed aan doen eens wat wezenlijke interesse te tonen voor de liefde, de toewijding en het vakmanschap die er nodig zijn om iets tot stand te brengen. Dan word je op de werkvloer als vriend ontvangen." (MC)
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.