Twee internationaal opererende bedrijven hadden in oktober 2015 al een veilig alternatief beschikbaar voor de rubberen kunstgraskorrels waarvan de veiligheid ter discussie is komen te staan. De bedrijven waren ingesprongen op de strengere regels waarvoor Nederland wilde pleiten bij de Europese Commissie. Dat schrijft De Volkskrant na documenten te hebben ingezien die via de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) waren opgevraagd bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
De bedrijven informeerden in oktober 2015 bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar de nieuwe eisen voor de korrels, waar ze te horen kregen dat de eisen strenger zouden worden. De banden- en recyclingbranche reageerde geschrokken op de aankondiging en voerde een flinke lobby om dat te voorkomen. Zo liet de branche aan twee ministeries weten dat het vervangen van de ongeveer 15.000 kunstgrasvelden in Europa miljarden zou gaan kosten. Mede na dit intensieve protest van de producenten van de rubberkorrels paste Nederland zijn standpunt alsnog aan en verdween de strenge norm in Brussel van tafel.
Doordat de normen niet werden verzwaard, bleven de productie en aanleg van de gebruikelijke kunstgrasvelden doorgaan. Wel laat de Europese Commissie onderzoeken of de norm voor kunstgraskorrels niet alsnog moet worden aangepast. Het RIVM, dat vorig jaar twee maanden onderzoek deed naar honderd Nederlandse kunstgrasvelden naar aanleiding van de ZEMBLA uitzending ‘Gevaarlijk spel’ concludeerde dat sporten op zulke velden veilig is. Het RIVM pleit voor het aanscherpen van die regels.
Als het veilig is, waarom wil het RIMV dan toch een strengere norm voor de stoffen in de rubberkorrels om te voorkomen dat die stoffen gevaarlijke waarden bereiken? En ook de kritiek uit wetenschappelijke hoek op het onderzoek is niet geruststellend.
Zembla onderzoekt in ZEMBLA – ‘Gevaarlijk spel - het vervolg’ (woensdag 15 februari 2017) of het boek over de gevaren van het kunstgraskorrels inderdaad dicht kan.
Bronnen: ZEMBLA en DeVolkskrant