Recherche doet onderzoek naar BASF Ludwigshafen

Het Landeskriminalamt van Rheinland-Pfalz onderzoekt de branden en de explosie die op 17 oktober bij BASF in Ludwigshafen plaatsvonden. Daarbij vielen vier doden, drie leden van de bedrijfsbrandweer en een binnenvaartmatroos. Zes anderen raakten zwaargewond maar overleefden. Inmiddels heeft het Duitse OM ('Staatsanwaltschaft') het terrein weer vrijgegeven.

Het grootste deel van het terrein is op 4 november vrijgegeven, en dagen later ook het gedeelte langs een kade waar de eerste brand ontstond. Dat gebeurde, volgens de eerste bevindingen van de eigen bedrijfsbrandweer én ambtelijke onderzoekers, toen een medewerker van een externe onderhoudsfirma een haakse slijper zette in een leiding waar een mengsel van butaan en buteen door stroomde, vlak naast een net gerepareerde en daarom lege propyleenleiding. De gedachte aan een vergissing ligt voor de hand. De ontsteking die erdoor optrad leidde tot een kettingreactie. De onderhoudswerker zelf behoort tot de zwaargewonde overleversoverlevenden. De eerste bluswerkzaamheden werden gehinderd door een grote hitteontwikkeling, de rookzuil was tot in de wijde omtrek te zien.

Hart van het complex
Het voorval vond plaats in het hart van het grootste chemische complex ter wereld, het gedeelte waar aardolie wordt gesplitst in verschillende bestanddelen. Er zijn barrières opgeworpen die moeten voorkomen dat chemische stoffen via blus- en afvalwater in de Rijn belanden. Metingen lieten tot nu toe geen zorgwekkende concentraties zien. Deskundigen spraken van geluk dat er geen gechloreerde koolwaterstoffen in het spel waren. Wel heeft het complex volgens verschillende berichten nog dagenlang niet nader gespecificeerde gassen in de atmosfeer gebracht.  

Schok voor zelfbewustzijn
De vrijgave van het terrein gebeurde tweeënhalve week na het ongeval. In die weken zijn onder politietoezicht pijpleidingen uitgegraven en voor technisch onderzoek naar externe experts vervoerd. Duitse media melden dat het omzetverlies tien tot vijftien procent per dag bedroeg. BASF zelf, dat overigens nog steeds niet op normale kracht draait en een groot deel van de installaties compleet verloor, is daar niet mee bezig. Het bedrijf liet zich er altijd op voorstaan dat de veiligheidszorg op een zeer hoog niveau staat, en dat zelfbewustzijn is het nu kwijt. Concerntopman Kurt Bock verklaarde op een persconferentie dat er niemand benieuwder is naar de resultaten van het OM-onderzoek dan BASF zelf. Die persconferentie vond overigens pas na verloop van tijd plaats. Daarop was veel kritiek, maar Bock verklaarde dat men eerst intern wilde communiceren.

Strafrechtelijk onderzoek
Het onderzoek heeft een strafrechtelijk karakter. Duitsland kent geen onafhankelijke Onderzoeksraad voor Veiligheid, zoals Nederland. Die is in 2005 in het leven geroepen omdat de waarheidsvinding over ongevalsoorzaken erbij gebaat is als mensen verklaringen kunnen afleggen zonder angst om zichzelf te belasten in het kader van strafrechtelijk onderzoek.

Eerdere incidenten
De veiligheidsreputatie van BASF is overigens minder vlekkeloos dan het bedrijf zelf scheen te vinden. Over ons eigen land is alleen vermeldenswaardig dat de gemeente Utrecht de vestiging in De Meern drie jaar geleden een 'preventieve dwangsom' oplegde vanwege herhaalde incidenten met onvergunde uitstoot. Bij onze buurlanden ligt dat anders. In 2015 vond een ontploffing en een brand plaats bij BASF Antwerpen. In 2009 was daar ook brand, net als in 2001.

In Duitsland hebben er alleen al dit jaar 15 incidenten plaatsgevonden, zochten journalisten uit. Ter verklaring zei een woordvoerder, zelf plant manager , dat er recent veel nieuwe installaties gebouwd zijn en veel herstarts hebben plaatsgevonden. Het concern heeft tegengesproken dat de explosie van 17 oktober voortkwam uit bezuinigingen op veiligheid. Het zegt dat alle onderhoud volgens het normale schema is uitgevoerd.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.