Reactie VNCI op OvV-rapport ‘Veiligheid BRZO bedrijven, Lessen na Odfjell’

In het rapport ‘Veiligheid BRZO-bedrijven: lessen na Odfjell’ constateert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) nog tekortkomingen in de beheersing van de veiligheid bij BRZO-bedrijven. De VNCI waardeert het gedegen onderzoek om uit deze casus lessen te trekken en constateert verheugd dat de belangrijkste aanbevelingen van de OvV aansluiten bij de reeds in gang gezette acties en voorstellen vanuit de chemiesector.

De OvV onderzocht in hoeverre de betrokken partijen de in een eerder rapport geconstateerde veiligheidstekorten bij Odfjell Terminals Rotterdam hebben aangepakt. De conclusie luidt dat Odfjell, in 2013 stilgelegd wegens langdurige verwaarlozing van de veiligheid, de afgelopen jaren veel heeft gedaan om de veiligheid te verbeteren en dat ook andere partijen in de sector maatregelen hebben genomen die hebben geleid tot waardevolle verbeteringen van de veiligheid bij BRZO -bedrijven. Hiermee is volgens de OvV een goede basis gelegd, maar zijn er desondanks nog veel inspanningen nodig om het gewenste veiligheidsniveau te behalen. In dit rapport wordt onder meer ook de chemische industrie aangesproken als opdrachtgever voor dienstverleners, zoals tankterminals. De VNCI ziet in de conclusies bevestigd dat BRZO-bedrijven en de sector, mede door programma’s zoals Responsible Care en Veiligheid Voorop, stappen hebben gezet om de veiligheid binnen de sector verder te versterken. “Werken aan veiligheid is binnen de chemische industrie een continu proces van kennis vergaren, ervaringen opdoen, leren van elkaar en verbeteringen doorvoeren”, zegt VNCI-directeur Colette Alma. “Maar hoe vervelend ook, het kan gebeuren dat er iets fout gaat. Het is belangrijk om een omgeving te creëren om deze ongewone voorvallen te melden, deze te analyseren, elkaar daarop aan te spreken en ervan te leren. Het OvV-rapport is hiervan een voorbeeld.”

Ketenverantwoordelijkheid
De OvV stelt volgens de VNCI terecht dat ketenverantwoordelijkheid, één van de pijlers van Veiligheid Voorop (het verbeterprogramma van de gezamenlijke chemiebranches), een belangrijke factor is bij het verder versterken van de veiligheid. Alma: “In het kader van Veiligheid Voorop wordt mede op basis van maatschappelijk verantwoord ondernemen invulling gegeven aan ketenverantwoordelijkheid. Hiervoor zijn bijvoorbeeld assessment-instrumenten beschikbaar om de veiligheid bij logistieke dienstverleners vast te stellen, zoals tankterminals.”
Ook heeft Veiligheid Voorop handreikingen en best practices opgesteld, die in workshops in de regionale veiligheidsnetwerken zijn uitgedragen. Bij gebleken gebreken en/of twijfels over de veiligheidscultuur wordt de opdrachtgever aanbevolen om bij de opdrachtnemer aan te dringen op een verbeterplan. Een uiterste consequentie kan zijn dat als de gewenste veiligheidscultuur niet wordt aangetroffen de wegen scheiden. “Wij gaan door om bedrijven te stimuleren en te helpen om invulling te geven aan ketenverantwoordelijkheid”, aldus Alma.

Toezicht en handhaving in één hand
Wat het toezicht betreft pleit de VNCI, samen met andere branche-organisaties en VNO-NCW, al jaren voor één wettelijk kader en één verantwoordelijk bewindspersoon voor het BRZO-domein, met professioneel en vakkundig toezicht. De VNCI ondersteunt derhalve het advies van de OvV om duidelijkheid te scheppen voor BRZO-bedrijven door het beleid, het toezicht en de handhaving bij de overheid in één hand te leggen.

De VNCI is voorstander van versterking van de inhoudelijke kennis en competenties, inclusief kennisoverdracht tussen industrie en overheid. Denk hierbij aan het inrichten van een virtueel kenniscentrum dat de beschikbare kennis bij bedrijven, universiteiten/hogescholen en overheid bij elkaar brengt, introductie van nieuwe opleidingstechnieken (simulator, e-learning), uitwisselingsstages en ‘proefdraaien’ op een opleidingsplant, zoals de RDM Training Plant die momenteel in Rotterdam wordt neergezet.

Verbeteren informatiedeling
De Ovv wijst ook op de mogelijkheden om via informatiedeling verdere veiligheidsgroei te bereiken. In het programma ‘Duurzame Veiligheid 2030’, waarin bedrijven, overheid en wetenschap toewerken naar een veiligheidscultuur met nul incidenten, speelt transparantie een belangrijke rol. Alma: “Transparantie draagt bij aan een lerende cultuur tussen bedrijven onderling. Door het actief delen van best practices, near misses en incidenten, is het mogelijk om de veiligheid in de sector duurzaam te verhogen. Hiervoor zijn reeds initiatieven ontplooid, onder andere binnen Veiligheid Voorop.”

Ook transparantie tussen bedrijven en overheid draagt bij aan een lerende cultuur, stelt de OvV. Alma: “Dit staat momenteel echter op gespannen voet met de huidige handhavings- en bestuurscultuur. Die wordt ervaren als repressief: fouten moeten altijd worden bestraft. Het is belangrijk om deze transparantie-paradox te doorbreken zodat we beter van elkaar kunnen leren.”

Lees alles over het OvV-onderzoek in het Dossier Odfjell

Bron: VNCI
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.