OvV publiceert Rapport 'Samenwerken aan nucleaire veiligheid'

De Onderzoeksraad heeft onderzocht hoe Nederland met België en met Duitsland samenwerkt om een kernongeval te voorkomen en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken. Ook is onderzocht hoe de informatievoorziening aan burgers verloopt. De Raad is zijn onderzoek gestart naar aanleiding van onrust onder de bevolking over incidenten in de Belgische kerncentrales Doel en Tihange. De Raad heeft niet alleen deze kerncentrales, maar ook de kerncentrales Borssele (in Nederland) en Emsland (in Duitsland) in zijn onderzoek betrokken.  
 
De kans op een ernstig kernongeval bij één van de genoemde kerncentrales is klein. Maar als zich een kernongeval voordoet, dan is het van belang dat de crisisbeheersing van de landen goed op elkaar is afgestemd. De Onderzoeksraad concludeert dat de samenwerking op papier voor een deel is geregeld, maar als zich daadwerkelijk een kernongeval voordoet, deze waarschijnlijk niet goed zal verlopen.
 
Samenwerking in de zorg voor veilige kerncentrales
Kerncentrales zijn onderworpen aan strenge veiligheidseisen. Bevoegde nucleaire autoriteiten in de landen zien erop toe dat deze veiligheidseisen worden nageleefd. In aanvulling hierop bewaakt een internationaal stelsel dat landen adequaat invulling geven aan hun zorg voor veilige kerncentrales. De Onderzoeksraad heeft geen reden om aan het stelsel te twijfelen. Het onderzoek heeft zich niet gericht op de vraag of kerncentrales veilig zijn, maar op de vraag hoe Nederland met zijn buurlanden samenwerkt als het gaat om de kerncentrales in de grensgebieden.
 
Ondanks dat landen zelf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun kerncentrales, vindt hier tussen de Nederlandse en de Belgische en tussen de Nederlandse en Duitse nucleaire autoriteiten structureel overleg over plaats. Zij delen informatie over de veiligheid van de kerncentrales en maken gebruik van elkaars kennis en expertise. Zo weten de nucleaire autoriteiten wat er speelt bij de kerncentrales aan de andere kant van de grens en kunnen ze van elkaar leren.
 
Samenwerking in de crisisbeheersing
De kans op een ernstig kernongeval bij één van de genoemde kerncentrales is klein. Maar als zich een kernongeval voordoet, dan is het van belang dat de crisisbeheersing van de landen goed op elkaar is afgestemd. De Onderzoeksraad concludeert dat de samenwerking  op papier deels is geregeld, maar als zich daadwerkelijk een kernongeval voordoet, deze waarschijnlijk niet goed zal verlopen.
 
De Raad komt tot deze conclusie op basis van het volgende:
  • Niet in alle nucleaire crisisplannen komt het grensoverschrijdende karakter van een kernongeval goed tot zijn recht. Datgene wat vastligt op papier is bovendien in beperkte mate geoefend.
  • Bij een kernongeval zijn maatregelen nodig om de bevolking in de omgeving van de kerncentrale te beschermen tegen straling. De voorbereiding van deze maatregelen verschilt echter per land, waardoor het risico bestaat dat inwoners aan de ene kant van de grens andere instructies krijgen dan aan de andere kant van de grens. Dit kan leiden tot verwarring en onrust onder de bevolking.
  • In de afspraken die Nederland heeft gemaakt met België en Duitsland over de crisiscommunicatie wordt te weinig rekening gehouden met verschillen in taal en cultuur.
  • Nederland heeft met België en met Duitsland geen afspraken gemaakt over de gezamenlijke besluitvorming bij een kernongeval in de grensstreek.
Tegelijkertijd constateert de Raad dat de samenwerking op een aantal terreinen goed is voorbereid. Zo informeren Nederland, België en Duitsland elkaar zo snel mogelijk als er een noodsituatie bij een kerncentrale dreigt. Ook hebben ze toegang tot elkaars stralings-metingen en technische gegevens, zodat zij hier bij een ongeval gebruik van kunnen maken.
 
Informatie aan burgers
Berichten over incidenten bij kerncentrales kunnen onrust veroorzaken bij burgers. De Onderzoeksraad concludeert in zijn onderzoek dat die zorgen nog te weinig op het netvlies staan van de autoriteiten die besluiten nemen over de kerncentrales. Dat uit zich onder andere in de informatie die zij aan het publiek verstrekken. Zo is de informatie over incidenten bij kerncentrales moeilijk voor burgers te doorgronden. Ook bereikt de informatie over vergunningprocedures niet alle omwonenden voor wie die procedures van belang zijn. De Raad stelt dat partijen meer aandacht moeten hebben voor de maatschappelijke zorgen en deze moeten adresseren in hun communicatie.

Rapport 'Samenwerken aan nucleaire veiligheid'
Bijlage B - Reacties op conceptrapport
Aanbevelingen

Bron: OvV

Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.