Bij de certificering van drukapparatuur moeten BRZO-bedrijven er op bedacht zijn dat alleen het ontwerp van de drukveiligheid wordt beoordeeld en niet het risico op emissies van gevaarlijke stoffen. Dat blijkt uit het onderzoek naar een emissie met het giftige gas formaldehyde in augustus 2016 bij DuPont te Dordrecht. De emissie veroorzaakte potentiële gezondheidsrisico’s voor werknemers in de fabriek.
In de periode van 10 tot en met 12 augustus 2016 vond een emissie van circa 2730 kg van de giftige en carcinogene stof formaldehyde plaats via een schoorsteen van de Delrin-fabriek van DuPont in Dordrecht. Een gedeelte van de formaldehyde is ook in de fabriek vrijgekomen. Deze emissie is ontdekt nadat een medewerker elders op het terrein op de avond van 11 augustus 2016 een formaldehyde-geur rook en door sensoren op het terrein. Op het moment dat bleek dat de schoorsteen warmer was dan normaal, heeft DuPont in de ochtend van 12 augustus 2016 besloten de fabriek stil te leggen. Bij nader onderzoek bleek dat een breekplaat onbedoeld heeft gefaald en gas vrij kon uitstromen naar de schoorsteen.
De medewerkers startten in eerste instantie een onderzoek naar de mogelijke lekkage en namen enkele maatregelen. De medewerkers veronderstelden dat de emissie hiermee was gestopt. De waarneming van het gas leidde dus niet tot het stilleggen van de fabriek. Pas nadat formaldehyde buiten de fabriek werd geroken en er opnieuw gezocht werd naar de oorzaak van de lekkage kon de emissie worden gestopt.
Dit soort situaties kan ook elders in de industrie voorkomen, zeker waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. De Raad is van mening dat bedrijven zoals DuPont bij het opsporen van lekkages van zeer zorgwekkende stoffen niet alleen de directe oorzaak moeten achterhalen, maar expliciet dienen na te gaan of het onderliggende probleem is verholpen.
Lees het complete OvV-rapport Formaldehyde emissie bij Dupont te Dordrecht, 10-12 augustus 2016
Bron: OvV