Onderzoek naar Stint leidt tot rechtszaak

Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt twee bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de productie en de verkoop van de Stint en twee leidinggevenden van deze bedrijven voor het plegen van meerdere strafbare feiten. Deze beslissing is genomen na uitgebreid onderzoek dat werd gestart na het ongeluk in Oss in september 2018.

Op 20 september 2018 gebeurde een ernstig ongeluk met een Stint in Oss. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven, een vijfde kind en een begeleidster raakten zwaargewond. De Stint, een elektrische bolderkar, kwam op een spoorwegovergang terecht en werd aangereden door een trein.
Na dit ongeluk startte het OM het onderzoek. Hieruit bleek dat de Stint een schadelijk product was en dat de bedrijven en de leidinggevenden van die schadelijkheden wisten en zij hierover zwegen. De verdachten worden ook vervolgd voor valsheid in geschrifte.

Traag

Dat deze conclusies pas vijf jaar na het ongeluk in Oss zijn getrokken, komt volgens het OM doordat in eerste instantie het onderzoek was gericht op de oorzaak van het ongeluk. Daarna werd het onderzoek uitgebreid en werden deskundigen erbij gehaald. Ook de correspondentie en administratie van de bedrijven werd ingenomen. 'Daaruit blijkt dat ze wat ons betreft niet adequaat hebben gehandeld', aldus een woordvoerder van het OM.

Meerdere meldingen van incidenten

Het onderzoek richtte zich op de vraag of de Stint gebreken had, of deze bekend waren bij de verdachten en wat zij hiermee hebben gedaan. De verdachten wisten van diverse gebreken, maar namen niet genoeg actie en dus bleef het vervoermiddel met die gebreken bij vele kinderdagverblijven in gebruik, met alle risico's van dien.
Uit het dossier komt volgens het OM naar voren dat de verdachten de veiligheid van gebruikers van de Stint in gevaar hebben gebracht en daarvoor moeten zij zich verantwoorden voor de rechtbank. Er is de afgelopen tijd veel over de Stint geschreven, onder meer in rapporten van onderzoekers van TNO, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Nederlandse Arbeidsinspectie. Al deze rapporten worden gebruikt in het strafrechtelijk onderzoek.

Geen goede remconstructie

Ook andere deskundigen hebben onderzoek gedaan en concluderen dat het product onveilig was op tal van punten. Zo voldeed het niet aan de veiligheidseisen, zoals die zijn opgetekend in de Machinerichtlijn. Ook aan criteria die zijn vastgelegd in de EMC-richtlijn werd niet voldaan. Uit onderzoek is gebleken dat de Stint geen degelijke remconstructie had, geen remschakelaar, een ondeugdelijke gashendel, geen opstartbeveiliging en geen aanwezigheidsdetectie.

Handleiding vervalst

De verdachten worden ook vervolgd voor valsheid in geschrifte. De producent diende in juli 2011 een verzoek in bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om de Stint aan te merken als bijzondere bromfiets. In het bericht aan het ministerie werd gemeld dat de Stint voldeed aan de benodigde veiligheidseisen, dat bleek niet waar te zijn.
Er werd gesteld dat de Stint het CE-markeringstraject had doorlopen, terwijl dit niet het geval was. Ook in de handleiding van de Stint werd benadrukt dat deze voldeed aan de veiligheidseisen van de Machinerichtlijn, net als in de zogeheten Verklaringen van overeenstemming. Daarnaast worden verdachten vervolgd voor het vervalsen van de eigen handleiding, door al deze verwijzingen kort na het ongeluk in 2018 uit de handleiding te halen en die gewijzigde versie op te sturen naar het ministerie en de ILT.

'Vertrouwen in rechtszaak'

Stint-directeur Edwin Renzen is blij dat er na vijf jaar eindelijk meer bekend gaat worden over wat er is voorgevallen tijdens het ongeluk in 2018. 'We hebben altijd meegewerkt aan alle onderzoeken inclusief het strafrechtelijke. Dat het nu aan de rechtbank wordt voorgelegd is fijn omdat er dan een onafhankelijke partij naar de informatie gaat kijken. We zien de rechtsgang met vertrouwen tegemoet.' Advocaat Geert-Jan Knoops, die de fabrikant van de Stint bijstaat, vindt het nog te vroeg om te reageren. 'We hebben vanochtend zeven verhuisdozen van het OM gekregen met 33 ordners. We moeten een paar duizend pagina's door, is zo mijn inschatting.' Ze krijgen van het OM drie maanden de tijd gegeven om hun onderzoekswensen in te dienen bij de rechter commissaris. 'Wij gaan daarmee aan de slag en zullen het hele dossier goed bestuderen. Tot die tijd kunnen we nog niet inhoudelijk reageren.'

Het is nog niet duidelijk wanneer de zaak voor de rechter komt. Het OM heeft met de slachtoffers en nabestaanden gesproken en zegt dat de impact, vijf jaar na het ongeluk, nog altijd groot is.

Bronnen: RTL nieuws, NOS en NU.nl

 
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.