Nog geen zicht op moderne normen voor kwaliteit drinkwater

Een van de gevolgen van de lange duur van de kabinetsformatie is dat het vertraging zal brengen in de komst van een nieuw Bestuursakkoord Water. Zo'n akkoord is nodig om de kwaliteit van ons oppervlakte- en drinkwater te beschermen. Want de kwaliteit daarvan staat onder druk, ook al beweerde minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) het tegendeel, in antwoord op schriftelijke Kamervragen over vervuiling met GenX door Chemours in Dordrecht.

GenX is een voorbeeld van een nieuwe stof waarvan de eigenschappen en de schadelijkheid nog niet precies vaststaan. Chemours nam het in gebruik nadat een andere stof, PFOA ofwel C8, verboden werd omdat het kankerverwekkend is. Maar van GenX wordt gezegd dat het bijna identiek is, en eveneens kankerverwekkend. De provincie Zuid-Holland heeft aan de verlening van lozingsvergunningen alvast strengere voorwaarden verbonden, iets waartegen beroep werd ingesteld. Ook drinkwaterbedrijf Oasen nam maatregelen.

Delta-aanpak
In antwoord op Kamervragen over deze affaire was minister Schultz stellig: "De drinkwaterkwaliteit voldoet ruim aan de veiligheidseisen en staat niet onder druk." Die stelligheid baseert ze waarschijnlijk op het feit dat RIVM-onderzoek naar aanleiding van de PFOA-uitstoot door Chemours heeft uitgewezen dat er geen drinkwaternorm werd overschreden. Maar in  algemene zin staat de kwaliteit van het Nederlandse drinkwater wel degelijk onder druk. Dat kunnen we concluderen uit documenten die Schultz zelf in het afgelopen jaar aan de Tweede Kamer stuurde. Zoals 'De staat van ons water' (een document waarin ook veel te lezen staat over de veiligheid van waterwerken) en vooral de Intentieverklaring Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater, een document van 18 dichtbedrukte kantjes vol prioriteiten. De eerste zin daarvan luidt: "De waterkwaliteit is in grote delen van het land de afgelopen jaren duidelijk verbeterd, maar onvoldoende om alle doelen van de Europese Kaderrrichtlijn Water (RKW) te halen en onze ambities waar te maken." In sommige opzichten is de situatie zelfs verslechterd. Zo zijn de gemeten waarden van stikstof en fosfor in bepaalde delen van het land sinds 2014 niet gedaald maar gestegen. Wat meer zegt: te hoge concentraties van schadelijke stoffen leiden incidenteel tot het afkondigen van innamestops door drinkwaterbedrijven.
Uit andere bron weten we dat zulke stops, incidenteel of niet, lang kunnen duren. Zo moesten Nederlandse drinkwaterbedrijven in 2015 vier maanden stoppen met de inname van Maaswater, na lozingen van de stoffen pyrazool en dimethoaat. Het aantal overschrijdingen van normen of streefwaarden van "drinkwaterrelevante stoffen" ligt al jaren rond de 10 procent van de metingen, meldde het jaarrapport over 2015 van RIWA-Maas, het internationale samenwerkingsverband van drinkwaterbedrijven die Maaswater gebruiken. Op 12 september meldde RIWA-Maas dat er al vijf jaar een stijgende trend zit in het aantal dagen dat het Maaswater onbruikbaar is.  

Een hele waaier aan bestuurlijke autoriteiten gaat zich de komende jaren voor de "Delta-aanpak" inzetten. Lozingen door de chemische industrie behoren niet tot de topprioriteiten die in dit plan zijn aangewezen. Problemen rond de verontreiniging met mest en gewasbeschermingsmiddelen en de toename van medicijnresten en microplastics staan hoger genoteerd. Die medicijnresten zijn vooral een zorg omdat je medicijnen nu eenmaal niet zomaar kunt verbieden, en het gebruik ervan door de vergrijzing alleen maar zal toenemen.

Opkomende stoffen
Geen topprioriteit, maar wel een zorg waarover de overheid in gesprek is met industrie en drinkwaterbedrijven, zijn de "opkomende stoffen", ofwel "stoffen zonder een wettelijk vastgestelde norm of onderbouwd inzicht van schadelijkheid". Dankzij wetenschap en industrie neemt hun aantal elke dag toe. Sinds 2015 bestaat hiervoor een landelijke werkgroep Aanpak Opkomende Stoffen. De aanpak die bij het aantreffen van zulke stoffen in het lozingswater van bekende "puntbronnen" wordt gevolgd, houdt in dat dit water geschikt wordt geacht voor drinkwaterbereiding, mits een overschrijding van de "signaleringswaarde" voor "overige antropogene stoffen" niet tot gezondheidsrisico's leidt. Er kan dan een ontheffing worden verleend waardoor de lozing mag blijven plaatsvinden. Stoffen waarbij die aanpak is gevolgd zijn melamine en pyrazool, in beide gevallen na emissies bij het bedrijf Sitech. In beide gevallen kwam daar nader laboratoriumonderzoek aan te pas. In het geval van pyrazool heeft het RIVM na ontvangst van aanvullende gegevens (de gegevens die het bedrijf in het kader van REACH had aangeleverd schoten voor dit doel tekort) een toxicologische evaluatie gegeven, met een advies over wat nog als veilig te beschouwen is. In het geval van melamine is zo'n evaluatie door een ander laboratorium opgesteld.
Ontheffingen die op zo'n procedure worden gebaseerd, hebben het karakter van een bestuurlijke maatregel met een geldigheidsduur van drie jaar. Ze worden gepubliceerd in de Staatscourant. Hun geldigheid is beperkt tot specifieke puntbronnen. Ze leveren dus geen nieuwe normen op.
Inmiddels zijn er aanpassingen gepleegd aan de belangrijkste handboeken die bij verlening van emissievergunningen worden geraadpleegd, de Algemene Beoordelingsmethodiek Stoffen en Preparaten en de Immissietoets. Deze handboeken, die zelf wel een wettelijke status hebben, geven volgens minister Schultz "heldere handvatten" voor het omgaan met stoffen zonder een volledig onderbouwde schadelijkheid of wettelijke norm. De "signaleringswaarde voor overige antropogene stoffen" moet nog worden geëvalueerd. Daarna kunnen criteria worden geformuleerd voor de vastlegging van stofspecifieke drinkwaternormen.

Alternatief
Wie dit alles tot zich door laat dringen, moet concluderen dat veel normen voor de toelaatbaarheid van stoffen in het drinkwater nog ontwikkeld, onderbouwd en vastgelegd moeten worden, en dat dit zelfs geldt voor de criteria waaraan dat proces zal moeten voldoen. Ans Versteegh, drinkwaterexpert van het RIVM, deelt die conclusie, maar met een belangrijke kanttekening: "Als je er tenminste van uitgaat dat er voor elke stof een norm moet zijn. Je kunt namelijk ook denken aan een aanpak bij de bron. Ik weet niet of het realistisch is om uit te gaan van 'nul emissies', maar wel dat er op dat gebied nog veel mogelijk is."
Maarten van der Ploeg, directeur van de Vereniging van Rivierwaterbedrijven die Maaswater gebruiken, zei hierover tegen NRC Handelsblad: "Vervuilers moeten bedenken dat wat niet in het water komt, er ook niet hoeft te worden uitgehaald." Daarbij gaf hij het voorbeeld van een niet nader genoemd bedrijf "dat jaarlijks 2,5 ton van een schadelijke stof zelf zou kunnen filteren, maar die toch loost omdat het nu eenmaal een vergunning heeft."

Politieke actualiteit
Oorspronkelijk was de verwachting dat er deze zomer een nieuw regeerakkoord zou liggen, dat onder andere zicht zou bieden op nieuwe ambities voor de kwaliteit van het Nederlandse drinkwater, en op de bijbehorende financiële kaders. In het najaar zouden de afspraken dan uitgewerkt kunnen worden in een nieuw Bestuursakkoord Water, dat eind 2017 ondertekend zou kunnen worden. Maar inmiddels is het najaar aangebroken en is er nog geen zicht op nieuwe ambities en financiële kaders. En ook niet op gemoderniseerde normen.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.