Een greep uit de reacties op de Miljoenennota

Een overzicht van de eerste reacties op de Miljoenennota van verschillende branche- en vakbondsorganisaties: Ondernemersorganisatie FME, Vakbond CNV, FNV Bouw, FNV ZZP, Vakcentrale voor professionals, Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie, Uneto-VNI, TLN en Bouwend Nederland.
Ondernemersorganisatie FME is blij met de aandacht voor economische groei, innovatie en cybersecurity in de Troonrede. "Nederland moet uitgroeien tot dé digitale industriële hotspot van de wereld, in de vandaag gepresenteerde Rijksbegroting zien we te weinig van deze ambitie terug. Maar het is wel van groot belang dat nu en zeker in de volgende kabinetsperiode forse stappen worden gezet op het gebied van digitalisering en innovatie van die industrie."

Vakbond CNV had graag gezien dat het kabinet duidelijkheid gaf over de positie van flexwerkers en zzp'ers op de arbeidsmarkt. "Op de arbeidsmarkt ligt een groot vraagstuk waarop actie nodig is, maar dat schuift het kabinet door naar zijn opvolgers", zegt de bond. Verder heeft het CNV nog steeds zorgen over de koopkracht van ouderen.

De Vakcentrale voor professionals vindt dat het kabinet te weinig oog heeft voor werkenden en gepensioneerden uit middengroepen. Het kabinet moet volgens de centrale meer investeren, omdat middengroepen niet genoeg profijt hebben van lastenverlichting.

FNV Bouw is groot voorstander van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek’, zegt Janna Mud, sectorhoofd FNV Bouw, naar aanleiding van de troonrede. ‘Mooi dat de koning hier aandacht aan geeft. Nu is het zaak om het in de bouw ook in de volle breedte te realiseren.’
FNV Bouw constateert dat er nog steeds veel mis is in de sector. Gerommel en het niet naleven van de cao is onacceptabel, crisis of geen crisis, stelt Janna. ‘We constateren al jaren een enorme flexverslaving in de bouw. En we komen nog steeds veel constructies tegen met uitzendkrachten en schijnzelfstandigen. Op diverse locaties hebben we het hele scala aan ontduikingstechnieken blootgelegd.’
Nu de economie en de bouw weer aantrekken, roept FNV Bouw werkgevers op om volop werk te maken van echte banen in de bouw. Janna: ‘Weg van de schijnconstructies, weg van het gerommel met uurlonen, overuren, reiskosten en pensioenafdrachten. Een echte baan biedt zekerheid en een goed loon. Dat geeft mensen de mogelijkheid om op een normale manier hun brood te verdienen.’

FNV ZZP - Het kabinet stelt vast dat het aantal zelfstandigen zonder personeel en het aantal mensen met een flexibel arbeidscontract het afgelopen decennium sterk is toegenomen, zowel in historisch als in internationaal perspectief. Volgens het kabinet “kan deze ontwikkeling niet los worden gezien van het grote verschil in institutionele behandeling – fiscaal en qua bescherming tegen inkomensrisico’s zoals pensioen en arbeidsongeschiktheid – tussen zzp’ers, flexibele werknemers en werknemers met een vast dienstverband".
In 2015 heeft het kabinet in het IBO zzp laten onderzoeken hoe deze verschillen verkleind kunnen worden. Volgens het kabinet “is een breder maatschappelijk debat noodzakelijk, voordat uiteindelijk instituties worden aangepast”.

SZW
Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vraagt “een onvoorspelbare toekomst ook om een goed werkende arbeidsmarkt met heldere spelregels. Een arbeidsmarkt waarin de aard van het werk leidend is voor de contractvorm waaronder het werk wordt verricht”.
Volgens SZW is zo’n arbeidsmarkt is er nog niet: “De keuze voor de contractvorm wordt nog mede bepaald door institutionele factoren, zoals verschillen in de fiscale behandeling van werknemers en zzp’ers. Mede hierdoor is het aandeel zzp’ers in de beroepsbevolking sinds 1995 met 60% gestegen, en het aandeel werknemers met tijdelijke contracten met 80%”.
Volgens SZW leiden deze ontwikkelingen tot een tweedeling op de arbeidsmarkt: een groep vaste werknemers met relatief veel bescherming, en een groeiende groep flexwerkers met relatief weinig. Terwijl het volgens SZW soms gaat om mensen met heel vergelijkbare voorkeuren en heel vergelijkbare werkzaamheden. “Ook de Europese Commissie beveelt Nederland aan om actie te ondernemen om deze tweedeling op de arbeidsmarkt te beperken. Hier ligt de komende jaren nog een belangrijke taak voor overheid en sociale partners”.

Macro Economische Verkenning
In de Macro Economische Verkenning (MEV), eveneens onderdeel van de Prinsjesdagstukken, wordt een beschouwing gegeven op mogelijke verklaringen voor de constatering dat “het vaste contract op zijn retour is”, in ieder geval in de praktijk van de statistieken. “Op de Nederlandse arbeidsmarkt gaat de flexibilisering onverminderd voort. Het aandeel vaste contracten in de werkgelegenheid daalt, het aandeel flexibele contracten en zzp stijgt”.

MEV komt na een uiteenzetting van mogelijke verklaringen tot de conclusie dat “als de flexibilisering niet vooral te verklaren valt uit preferenties van de werkenden, als er geen sprake is van een onontkoombare internationale trend en de ontwikkeling ook niet als tijdelijk te duiden valt, dan lijkt de manier waarop we in Nederland de zaken geregeld hebben, toch een belangrijke verklaring. Keuzes worden tenslotte niet in een institutioneel vacuüm gemaakt.”

Het MEV constateert dat “een groeiend aantal werknemers geen kans ziet zijn voorkeursoptie van een vast contract te verzilveren. Deze kans is bovendien relatief laag voor groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie. De voorzieningen voor mensen met een flexibel contract zijn magerder. Payrollcontracten bieden doorgaans minder bescherming, de regelingen voor werkloosheid en pensioenen met hun opbouwregimes en wachttijden zijn niet toegesneden op mensen met wisselende, onzekere contracten. De zzp’er is meer tevreden, maar de legitimatie voor de huidige fiscale faciliteiten is broos.”

Conclusie
Prinsjesdag levert voor de zzp’ers dus weinig nieuws op. Dat een breder debat noodzakelijk is, onderschrijft ook FNV Zelfstandigen. Belangrijke onderwerpen – zoals het verschil in fiscale behandeling van zzp’ers versus flexibele werknemers versus werknemers met een vast dienstverband – zullen echter door dit kabinet niet meer bij de hoorns worden gevat en zullen onderwerp worden van de komende verkiezingen.

De Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) roept kabinet en parlement op om nu niet alleen in te zetten op koopkrachtversterking, maar ook op versterking van het fundament van onze economie. Dat kan alleen als we volop inzetten op transitie naar een duurzame samenleving. Deze opgave vraagt de komende jaren forse investeringen en moet nu al worden opgepakt. Nog deze kabinetsperiode moeten noodzakelijke stappen gezet worden in het verduurzamingsbeleid, zodat het volgende kabinet grootschalig kan doorpakken.
VNCI-directeur Colette Alma: “Voor een schone en welvarende toekomst van ons land is het noodzakelijk dat we met volle vaart inzetten op de transitie naar een duurzame samenleving. We moeten toe naar een samenleving die minder gebruik maakt van natuurlijke hulpbronnen en ingericht is op maximaal hergebruik van grondstoffen en producten. Afgelopen week keurde het kabinet het Klimaatakkoord van Parijs goed en stuurde ze het ‘Rijksbrede programma circulaire economie’ naar de Kamer. Dat zijn belangrijke stappen voor de transitie naar een duurzame samenleving. Maar snelheid en forse stappen voorwaarts blijven nodig. Dat vraagt intensieve samenwerking van de overheid, industrie en wetenschap en forse investeringen.”

Voorsprong in de wereld
Uit een recent gepresenteerd onderzoek van McKinsey wordt duidelijk dat er 200 miljard euro aan extra investeringen nodig zijn om de Nederlandse klimaatdoelstellingen te laten halen. Het op voldoende grote schaal demonstreren van nieuwe technologieën, zoals het realiseren van een bioraffinaderij die chemicaliën en brandstof wint uit stromen als hout en suikerbieten, zullen grote investeringen vragen. Maar deze investeringen zullen ons land op voorsprong zetten in de wereld en een belangrijke bijdrage leveren aan economische groei en banen.
Overheid en industrie samen prioriteiten bepalen
Alma: “De duurzaamheidsopgave kan niet wachten op een nieuw kabinet maar moet nu al worden opgepakt. De VNCI roept kabinet en parlement dan ook op om nog in deze kabinetsperiode de noodzakelijke eerste stappen te zetten in het verduurzamingsbeleid, zodat het volgende kabinet grootschalig kan doorpakken. De chemische industrie speelt een centrale rol in deze transitie en steekt de hand uit om samen met de overheid vorm en inhoud te geven hieraan. Samen zullen we moeten bepalen welke prioriteiten we stellen en samen moeten we instrumenten ontwikkelen die kunnen bijdragen aan de noodzakelijke financiering. De chemische industrie staat er klaar voor.”

UNETO-VNI: ‘Gebruik de begrotingsruimte voor de energietransitie’
Nu Nederland er financieel beter voor staat, zou de regering fors moeten investeren in de energietransitie, vindt installateurskoepel UNETO-VNI. Titia Siertsema, voorzitter van UNETO-VNI ziet veel mooie plannen, maar te weinig daadkracht en investeringen. ‘We kunnen honderdduizenden woningen en gebouwen energieneutraal maken. Waarom zet het kabinet daar niet zwaar op in?’

Hoger tempo
De Nederlandse installatiebranche beschikt over de kennis, de mensen en de mogelijkheden om de gebouwde omgeving te verduurzamen in een aanzienlijk hoger tempo dan nu gebeurt. Met eenvoudige maatregelen kan de overheid verduurzaming financieel aantrekkelijker maken en de omslag naar een energieneutrale gebouwde omgeving realiseren. Volgens Siertsema schuift het kabinet de problemen keer op keer voor zich uit. ‘Waarom krijgen woningcorporaties die investeren in verduurzaming geen korting op de verhuurdersheffing?’, vraagt de UNETO-VNI-voorzitter zich af. ‘Waar blijven de fiscale stimuleringsmaatregelen voor huiseigenaren die een energiebesparende verbouwing overwegen? Wanneer maakt het kabinet de salderingsregeling voor zonnepanelen definitief? Zulke maatregelen zijn goed voor het milieu, leveren tienduizenden banen op en bezorgen burgers een lagere energierekening.’

Positief
Hoewel de daadkracht ontbreekt, is UNETO-VNI wél blij met de aandacht van het kabinet voor een duurzame energievoorziening. Het plan om energiebesparing in de energie-intensieve industrie te stimuleren door de Energie Investerings Aftrek (EIA) te verruimen, is een stap in de goede richting. Ook op andere punten kan de werkgeversvereniging zich vinden in de voorgenomen kabinetsmaatregelen. Zo staat UNETO-VNI positief tegenover het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie dat het kabinet in 2017 laat opstellen om de gevolgen van steeds extremere regenval op te vangen. De installatiebranche draagt graag innovatieve oplossingen aan om wateroverlast te voorkomen. Verder kan het beleid van het kabinet dat erop gericht is om ouderen langer zelfstandig te laten wonen, rekenen op de instemming van UNETO-VNI. Al mist de vereniging ook daar concrete, stimulerende maatregelen om de gestelde doelen te realiseren.

Smart buildings
UNETO-VNI vindt het hoopgevend dat het kabinet oog heeft voor innovatie, digitalisering en cyber security. Bij het ontwerp van gebouwen, bij beheer en onderhoud, bij de aansturing van installaties én bij de beveiliging van processen en data kan toepassing van deze technologie zorgen voor veilige, comfortabele en efficiënte gebouwen. Smart buildings, die ook nog eens energiezuinig zijn.

Eerste korte reactie TLN op Prinsjesdag
‘Na saneren, nu tijd voor investeren in infrastructuur, mainports en innovatie!’
Tijdens Prinsjesdag 2016 komt naar voren dat het kabinet ons land ‘boekhoudkundig’ op orde heeft gebracht. Nederland staat er financieel-economisch beter voor. Het kabinet verdient hier credits voor. Het logistieke bedrijfsleven heeft moeilijke jaren gehad, maar de weg omhoog is ingezet. TLN is van mening dat we positief naar de toekomst kunnen kijken. Maar de weg omhoog gaat met horten en stoten. Met name voor een volgend kabinet is het van belang om na jarenlang saneren nu juist te gaan investeren.
TLN-voorzitter Arthur van Dijk: “Wat ons betreft verdient het kabinet een voldoende. Er zijn zure maatregelen genomen, maar die hebben er wel voor gezorgd dat de economie weer is gaan draaien. Deze basis moet echter nu gebruikt worden om Nederland en de sector transport en logistiek toekomstbestendiger te maken. Dit kan alleen maar door te investeren, zowel door het bedrijfsleven als de overheid.”

Echte investeringen beter dan kleine plusjes
“Deze Miljoenennota is bepaald geen 'feestbegroting' voor miljoenen automobilisten, treinreizigers, scholieren in oude schoolgebouwen en ouderen in verouderde zorgcomplexen. Weliswaar gaan huishoudens er op vooruit, maar de broodnodige echte infra-investeringen en andere verbeteringen blijven uit. Dit is een gemiste kans voor duurzame werkgelegenheid, juist nu de crisis wegtrekt in onze sector”, stelt Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland.
“Het kabinet had het voor werkgevers veel makkelijker kunnen maken om duizenden extra vaste banen te creëren. Dat is nodig om Nederland nog sterker uit de crisis te laten komen. De lasten die bijvoorbeeld bovenop het brutoloon van de werknemer komen, zijn simpelweg te hoog. En zo zijn er meer barrières.” Eerder deze week riep Maxime Verhagen al op om werkgeverschap weer aantrekkelijk te maken zodat werkgevers weer vaste banen kunnen en durven geven.

Banengroei uitgesteld
Echt grotere investeringen zijn vooral nodig in infrastructuur, zowel wegen, spoor als water. Onderhoud en vervanging van onze zwaarbelaste en verouderende infrastructuur vereist veel meer budget dan in de afgelopen jaren. Voor echte economische groei is veel meer nodig dan het verlengen van het infrafonds met twee jaar, zoals pas gebeurde. Files groeien dramatisch, ook hebben kleine storingen in het railnet meteen grote gevolgen. Een goede aanpak van de knelpunten heeft groot maatschappelijk nut en levert heel veel werkgelegenheid op. Maar dit Kabinet schuift opnieuw de rekening alvast door naar het volgende kabinet.”
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.