(Chemie:)
pH. Aanduiding van de mate waarin water, de bodem of een willekeurige vloeistof zuur of basisch is.
Zuurgehalte of aciditeit, aangeduid op een schaal van 1 tot 14 (als de negatieve logaritme van het grondtal 10 van de concentratie van waterstofionen H3O).
Hoe lager het getal, hoe zuurder een oplossing is, hoe hoger hoe basischer.
Voorbeelden:
Cola heeft een zuurgraad van 3, puur maagzuur 1, gedestilleerd water 7 (= neutraal) en ammonia 11,5.
De zuurgraad is eenvoudig te bepalen met lakmoespapier, strookjes behandeld papier die via een reagens bij onderdompeling een verkleuring laten zien van rood (zuur) tot blauw (basisch). Lakmoes wordt uit planten gewonnen en is behalve een kleurstof (niet meer als zodanig gebruikt) tevens een zuurgraadindicator.
De lakmoesproef is een eenvoudige test om snel en grof de zuurgraad te bepalen van de bodem, afvalwater, schoonmaakmiddelen (bij een check van de bijtende effecten) of een ondergrond waar bijvoorbeeld behang op moet worden geplakt.