Twee adviezen van toxicologe/microbiologe Iris van ’t Leven: heb wat respect en pas op met poep

Eigenlijk is Iris veel te druk om na te denken over wat haar stokpaard zou zijn. Niet dat het uitmaakt, want Iris praat over alles en lijkt ook overal verstand van te hebben. Of ze is erin geïnteresseerd en laat er na (soms vrij lang) nadenken een zinnige beschouwing op los. Betekenisvolle spreekpauzes en schaterlachende interrupties wisselen elkaar vloeiend af. Wij interviewers voelen soms een sterke behoefte om met een grote boog om corona heen te lopen. In gesprek met Iris niet. Eindelijk een respectvolle en relativerende beschouwing.

Biografie
Iris (1969) werkt nu bijna 27 jaar als zelfstandig consultant health, safety and environment. Vanwege het werk van haar vader bij de Heidemij, het tegenwoordige Arcadis, heeft Iris haar jeugd grotendeels buiten Nederland doorgebracht. Ze kwam ter wereld in Colombia, maar heeft van haar vierde tot haar zeventiende in Suriname gewoond. Pas na het voltooien van haar middelbareschoolopleiding aan het Vrije Atheneum in Paramaribo kwam ze naar Nederland. Aan de WUR (Wageningen University & Research) studeerde zij af in de toxicologie, de microbiologie én het milieumanagement. Ze is daarmee een veelzijdige ingenieur. Veelzijdig of niet, in 1992 lagen de banen niet bepaald voor het opscheppen. Een kopstudie Milieumanagement en een extra opleiding ‘Stralingshygiëne 5B’ in respectievelijk Den Bosch en Delft gaven haar toegang tot de Dienst Veiligheid & Milieu van de Leidse universiteit en tot laboratoria, als arbovoorlichter in tijdelijke dienst. Toen na twee jaar de subsidie ophield, kon Iris opnieuw op zoek naar werk. In plaats van onzekerheid als werkzoekende koos ze voor onzekerheid als zelfstandige. Haar in informatica geschoolde vriend zag het als een bevlieging maar ontwierp wel haar visitekaartjes. Inmiddels is ze een autoriteit op het gebied van arbeidsrisico’s in laboratoria (ook al is ze de laatste om dat van zichzelf te zeggen). Daarnaast adviseert ze, leidt ze projecten en geeft ze les aan KAM-coördinatoren en wat ze noemt ‘sleutelpersonen’. Waarin? Veiligheid in laboratoria, werken met biologische agentia, ergonomie en nog zo wat. Haar lijst van genoten opleidingen is inmiddels te lang om hier samen te vatten, dus dat doen we niet.



Na een kwart eeuw werken als zelfstandige is het eigenlijk niet meer te doen om ergens in vaste dienst te zijn. Bijvoorbeeld omdat je dan niet even je werk kunt neerleggen om een verloren gehoorapparaat te helpen zoeken bij de bushalte. De baas ziet je aankomen… Dit is geen denkbeeldig voorbeeld, want het gebeurt daadwerkelijk, op het moment dat het Stokpaardinterview aanvangt. Of had zullen aanvangen, want op dat moment floepte het piepkleine ding ergens in Arnhem uit het dierbare oorvan haar vader. Vanwege gefrunnik met de elastiekjes van een coronamaskertje, nog steeds verplicht in het openbaar vervoer.

Nadat Iris het hoortoestel heeft teruggevonden tussen de prille herfstbladeren en vaststelt dat het niet is platgereden door een trolleybus kan er weer normaal worden gewerkt en nagedacht. Iris: ‘Als ik ergens in vaste dienst was geweest dan had ik dat niet kunnen doen en nu wel. Het zelf kunnen indelen van je werktijd is een enorm voordeel.’

Zou je ooit terug willen naar een vaste baan?
Iris: ‘Nee dat niet, hoewel ik bij een vrij recente klus in Wageningen even heb getwijfeld. Ik word tenslotte ook een dagje ouder. O nee, schrijf dat maar niet op… Ik geef nu cursussen, schrijf allerlei artikelen en boeken en dat zou dan niet meer kunnen. Ik denk niet dat ik mijn vrijheid nog kan missen. Zelfs de coronaperiode ben ik goed doorgekomen; mijn werk ging gelukkig gewoon door. Vooral via Teams en Zoom natuurlijk.’

Hoe vond je het, al dat vergaderen en lesgeven via de computer?
Iris: ‘Ik krijg er steeds meer moeite mee. Ik houd van live conversatie; gewoon op bezoek gaan, direct contact. Dan werkt de non-verbale communicatiecomponent zoals het moet: natuurlijk, spontaan en moeiteloos. Via de computer zit je eindeloos te zoeken naar een gezichtsuitdrukking in dat korrelige tweedimensionale plaatje, terwijl dat niet lukt. Van binnen ben je daar heel druk mee en dat is vermoeiend.’

Zo komt het gesprek terecht bij de technische oorzaken van de ervaren handicaps bij het videovergaderen, zoals de transmissievertraging en de asynchrone mondbewegingen. De terloopse constatering van De Veiligheidskundige dat ook het mondkapjesgebod flink heeft bijgedragen aan het isolement van slechthorenden, resoneert ogenblikkelijk. Iris, die ook onderzoek heeft gedaan naar de ergonomie van beeldschermwerk (laat zakken dat scherm!), herkent de problemen direct: ‘Het is voor sommigen gewoon niet te doen. Een beetje begrip uit de omgeving helpt, want voor je het weet trek je onterechte of voorbarige conclusies over je gesprekspartner, terwijl die misschien gewoon de helft van de gespreksinhoud heeft gemist.’

Hoe zie jij onze toekomst met Covid?
Iris: ‘Er zal een basisimmuniteit ontstaan. Ik verwacht dat Covid endemisch wordt, maar dat de groep die er echt last van krijgt, kleiner wordt. De ziekte zal af en toe opvlammen maar niet elk individu of elke groep is even gevoelig voor de werkingsmechanismen van het virus. Dat is met griep ook altijd zo geweest. Covid gedraagt zich wat dat betreft niet zo anders dan andere infectieziekten. Toen de mazelen ooit (door ons!) in Latijns Amerika werden geïntroduceerd, zijn bijna alle Indianen gestorven. Maar niet allemaal; ook in die populatie is immuniteit ontstaan. Immuniteit wordt sterker en kan ook weer afzwakken. Voor sommige ziekten kun je immuniteit het beste opbouwen op zeer jeugdige leeftijd. Daar worden de vaccinatiestrategieën op afgestemd. Het retrovirus hebben we even zien opvlammen toen we de coronamaatregelen versoepelden, gewoon omdat de immuniteit was teruggelopen.’

Als microbiologe is je kennis waardevol en veelgevraagd. Heb je je nuttig kunnen maken?
Iris: ‘Toen de pandemie uitbrak heb ik artikeltjes geschreven om mensen te informeren. Ik had zelf wat verhoging waardoor ik volgens de coronaregels het huis niet uit mocht. Schrijven deed ik toch al  en ik had er mijn netwerk voor, dus dat was voor mij een logische bezigheid. Gaandeweg mengden steeds meer mensen zich in de discussies. Ik zag de gesprekken en de standpunten verharden, vooral in de media. Zelfs onder deskundigen werd het allemaal veel minder constructief; het polariseerde. En als je niet meer aan het samenwerken bent maar alleen maar strijd voert, dan voed je het conflict. Dat is niet mijn ding.

Maar persoonlijk heb ik me ook gestoord aan het uitblijven van noodrichtlijnen, bijvoorbeeld voor het ontsmetten van wegwerpmaskers toen die uitverkocht waren. De tekorten rechtvaardigden hergebruik en creatieve oplossingen, maar niemand leek het voortouw te nemen.
Iris: ‘Dat heb ik anders ervaren. Achter de schermen zijn alle deskundigen en instituten wel degelijk heel druk geweest met onderzoek. Op het gebied van die ventilatie én het ontsmetten van filtermaskers en nog veel meer. Intern en informeel is kennis volop gedeeld. Maar op het moment dat het RIVM iets naar buiten brengt, zijn de consequenties nogal groot. Voor je het weet moet plotseling elk huishouden eraan voldoen. Een officieel statement kan enorme gevolgen hebben, ook op economisch en sociaal terrein. Dat is iets wat nogal eens over het hoofd wordt gezien. Onze collectieve angst voor het virus en de onzekerheid hebben er tegelijk voor gezorgd dat de ratio bij veel mensen naar de achtergrond werd gedrongen.’

Jij bent meer van het polderen?
Iris: ‘Ja, zo kun je het zeggen. Van de nuance, het luisteren en het relativeren, niet van het polariseren. Mijn vader is letterlijk polderaar geweest, dus het is me met de paplepel ingegoten. En we zochten figuurlijk naar de verbinding met andere culturen. Ik denk dat mijn contacten met mensen elders op de wereld me ook helpen bij het relativeren. Ik weet hoe luxe het is om een huis te hebben, en werk en een inkomen. In Suriname kom je momenteel als ongevaccineerde oudere het ziekenhuis niet eens meer in. En het kan nog veel erger.’

Ben je blij dat je met arbeidsveiligheid in laboratoria bezig kan zijn?
Iris: ‘Het is een mooi vakgebied en je hebt een doel waar mensen het over eens zijn al kan de weg erheen meanderen. Het is eerst naar het risico kijken en dan maatregelen nemen. Ook in het lab. Ik heb het zo opgeschreven in mijn eerste boek en het bleek te werken. Wetenschappelijk gerichte mensen laten zich niet graag vertellen hoe ze iets moeten doen, dus moet je náást ze gaan staan. Je moet de dingen werkbaar proberen te maken.’

Technisch of juist organisatorisch?
Iris: ‘Technische inzichten kunnen beweging vereisen op organisatorisch niveau. Ik heb bijvoorbeeld een hekel aan de RI&E, want het is een lijst van knelpunten waarin niet naar voren komt hoeveel moeite mensen er soms in hebben gestopt om ze aan te pakken. Ik ga daarom het liefst verder. Samen zoeken naar oplossingen. Zoeken naar hardnekkige knelpunten die al jaren in de RIE staan en die bespreekbaar maken. Kijken naar de organisatie erachter. ‘Het is nu eenmaal niet anders’ zie ik als uitdaging. Een voorbeeld: de BHV staat soms behoorlijk los van de rest van de organisatie. Als de BHV’er een incidentformulier inlevert dan is opvolging onwaarschijnlijk. Als je dat inbedt in een kwaliteitssysteem en een leidinggevende in dat proces opneemt, dan borg je die opvolging.’

Voor je het weet zorg je met jouw benadering van de RI&E voor een complete reorganisatie.
Iris: ‘Hahaha. En daarom zit ik liever aan de voorkant. Bijvoorbeeld zoals laatst weer met een goed project gevaarlijke stoffen. De substances of very high concern, de prioritering in de aanpak, met vervanging van die stoffen als belangrijkste doel. Ik word er erg blij van als het lukt om zeer zorgwekkende stoffen te vervangen. Dat is moeilijk, maar vaak wel mogelijk. Je kijkt naar de hoeveelheden, weegt de giftigheid en komt tot een aanpak, samen met je KAM-contactpersoon. Toen er vanwege Covid overal overdadig werd ontsmet heb ik daar ook in kunnen adviseren: nooit meer dan de aanbevolen dosering! En niet ineens de chloor weer uit de kast trekken.’

Zijn je inspanningen voor de arbeidsveiligheid niet juist een aanslag op het milieu?
Iris: ‘Bij het vervangen en verminderen van gevaarlijke stoffen zitten veiligheid en milieu doorgaans redelijk op één lijn. Niet als we heel veel wegwerp-PBM gaan voorschrijven, dan veroorzaken we een afvalberg.’

En de wegwerpmaskers raken op. Dan is Leiden in last.
Iris: ‘Wat ik af en toe beetje miste is de ‘tropengedachte’. We zitten wél in een pandemie. Je redt je dan met wat er wél kan, ook als dat misschien iets minder veilig is, maar je hebt dan in elk geval iets. In ons welvarende Europa is alles zó overgereguleerd dat snel schakelen moeilijk wordt. In een noodsituatie heb je daar last van. Ik bestrijd het idee dat er niet in oplossingen werd gedacht, alleen dat gebeurde voor een groot deel onder water. Ook bij het RIVM werkten mijn collega’s zich drie slagen in de rondte om op verantwoorde manieren uit te vinden wat werkte en wat niet. En dat we daar weinig van hoorden kwam omdat de betrokkenen hun tijd niet verspild hebben aan het te woord staan van de media. Ik heb al die onderzoeken en resultaten ook langs zien komen. Het systeem heeft als een trein gewerkt. Het Ctgb (College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) heeft bijvoorbeeld tijdelijke maar weloverwogen vrijstellingen verleend voor het gebruik van zelfgemaakte of experimentele desinfectantia. Vanuit de luie stoel thuis is het makkelijk om commentaar te leveren.’

Heb je niet de aandrang gevoeld om dat eens hard te roepen?
Iris: ‘Nee,  ‘de media’ hebben de neiging om de extremen uit te vergroten. Ik ben erg terughoudend geworden in het ingaan op verzoeken om commentaar. Enerzijds is dat omdat ik in Suriname al heb ervaren hoe interviews kunnen worden gemanipuleerd, anderzijds omdat ik ook te maken heb met vertrouwelijkheid.’

Kun je dat uitleggen?
Iris: ‘Als je van tien CMR-stoffen er ergens negen weet te vervangen, dan heb je gerede kans dat die tiende stof het nieuws gaat halen en dat jouw succesverhaal tot een compleet onterecht schandaal leidt. Dan ben ik liever terughoudend.’

Terwijl de critici thuis, gevoed door de media, roepen dat jullie het verkeerd doen.
Iris: ‘Die critici moeten zich realiseren dat al die collega’s die onder extreme tijdsdruk hebben moeten uitvinden waar de risico’s zaten dat niet volgens de gebruikelijke praktijken met peer-review, representatieve steekproeven en controlegroepen hebben kunnen doen. Dat zou jaren hebben geduurd. Vanaf de bank zeggen dat iets ‘onwetenschappelijk’ of ‘onverantwoord’ is, is dus te makkelijk. Net als zeggen dat resultaten te lang op zich laten wachten. Je moet de inspanningen van anderen met respect beschouwen.’

Waar heb je zelf bijgedragen?
Iris: ‘In het voorlichten van medische laboratoria. Voor laboranten en medewerkers was het heel belangrijk om te weten in welke monsters coronavirussen te verwachten zouden zijn, anders moet je alles als ‘verdacht’ behandelen en loop je de hele dag in de PBM. Je neemt zorgen weg als je gefundeerd kunt verklaren dat urine geen coronavirus bevat, maar faeces wel. Pas op met poep. Daar heeft de laborant wat aan.’

Ten slotte, waar ben jij nu druk mee?
Iris: ‘Heel leuk; ik ben gelukkig alweer een hele tijd bezig met mijn ‘gewone’ toxische stoffen. Onder andere met formaline, een ontsmettingsmiddel dat wordt gebruikt tegen klauwproblemen bij rundvee. De formaldehyde-baden waar de koeien curatief of preventief doorheen lopen zijn op den duur een gezondheidsrisico voor de veehouder. Er zijn alternatieven, maar het probleem is dat die nog onvoldoende zijn onderzocht, waardoor er nog geen formele toelating is. Wie dat onderzoek wil sponsoren mag zich melden.’

Heb je al een volgend Stokpaard in gedachten?
Iris: In Wageningen heb ik samengewerkt met een bedrijfsarts die promoveert op preventie van uitval bij zwangerschap. Echt de moeite waard: een vroeg bezoek aan de bedrijfsarts helpt! Maar ik heb nog niks gevraagd, dus nog even onder voorbehoud. En ze is trouwens ook geen veiligheidskundige. Is dat een probleem?’
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.