Simone Dekker-Steehouwer over arbeidsveiligheid en het milieu: ‘geluk is geen line of defence’

Simone Dekker heeft moeite met punaises poetsen in een wereld die onmiskenbaar op omvallen staat. Ze doelt daarmee op onze relatief marginale bezigheden terwijl we de ecologische evenwichten om ons heen ernstig hebben verstoord, zodanig dat het milieu binnen afzienbare tijd geen ruimte meer zal bieden aan onze soort. Om ons heen zit het vol complexe risico’s die geen mens meer overziet, maar waar we wél naar hartenlust aan zitten te knutselen. Ze heeft recht van spreken, want als chemisch technoloog en HVK heeft ze er een flinke carrière opzitten, waarvan zeventien jaar bij de directie Major Hazard Control (MHC) van de Arbeidsinspectie. Tot en met 2019, want toen was het klaar. Ze doet zeker nog wel iets in de veiligheidskunde, maar een tijdje werken als bouwvakker is eigenlijk helemaal zo verkeerd niet.

Biografie
Toen Simone Dekker Steehouwer (1971) op haar zestiende geslaagd was voor de havo wilde ze dolgraag bij de politie. Voordat ze aan de opleiding kon beginnen werkte ze zelfs even op het politiebureau in Dordrecht. Streng toelatingsbeleid bij de politieacademie en loting werkten tegen, maar ze had in de tussentijd wel haar vwo gehaald. Het werd hts, chemische technologie. Kadaboem, leuk zo’n open dak; dat sprak haar wel aan. De slogan was ‘Alles is chemie’. Ze kon er inderdaad alle kanten mee op en vond na het behalen van het diploma werk in de procesindustrie. Van 1994 tot 2002 werkte ze als operator in een verffabriek, engineer in de zuivelindustrie, projectleider bij een ingenieursbureau in de procestechniek en als production engineer bij een chemisch productiebedrijf. In 2000 had ze haar opleiding tot HVK afgerond en toen in 2002 de functie inspecteur Major Hazard Control bij de Arbeidsinspectie voorbij kwam viel voor Simone een en ander samen. Stoppen met zestig uur per week als chef van een chemische fabriek werken als je ook je inkomen kunt verwerven in 36 uur. De Arbeidsinspectie is ook een handhavende organisatie, met als opsporingsambtenaar enige raakvlakken aan de politie en bleek een prima werkgever.


Het bellen met Simone gebeurt ’s avonds, met gekruiste vingers. Sinds twee jaar woont ze enkele maanden per jaar met haar partner in een heel oud huis in Galicië, een restauratieproject dat mede dankzij de Covid-lockdown inmiddels de voltooiing nadert. Het mobiele netwerk laat in het dorp te wensen over, maar met een gsm-versterker van Alibaba ergens onder de romaanse dakpannetjes gaat het eigenlijk boven verwachting. De ontboezeming over haar internet-order bij Alibaba doet Simone met schaamrood op de kaken, want van ‘rommel uit China’ (met China Export-markering) wordt de wereld niet beter. Gemiddeld gesproken. Haar alternatief zou zijn dat je het principieel zonder doet, maar dan heb je niemand om je bezwaren aan kenbaar te maken, want je kunt niet bellen. Kortom, een mens moet wat.

Mens Simone moest ook wat. Na zeventien enthousiaste jaren bij de Arbeidsinspectie als specialist/inspecteur, team- en projectleider nam ze een sabbatical. Eén van haar overwegingen was de herziening van de organisatiestructuur en de taakverdeling binnen de toenmalige Inspectie SZW. Opleidingen, kennis en kunde van het personeel en de eigenlijke inhoud van het werk werden daardoor gescheiden; een voor Simone minder aanlokkelijk perspectief. Tot dat moment was ze inspecteur, chef, contactpersoon, manager en inhoudelijk specialist tegelijk. Ze is van de stroming die vindt dat een manager beter functioneert mét kennis van de zaken die hij bestuurt.

Het werd dus een ommezwaai in je leven.
Simone Dekker-Steehouwer in haar brandwerende inspectie-overall tijdens de bouwwerkzaamheden in Galicië.Simone: ‘Ja, ik ben voor mezelf begonnen en help nu organisaties met hun veiligheidsmanagement. En ik schrijf nog steeds mijn veiligheidscolumns voor de watersportvereniging. Onder andere. Maar inmiddels ben ik ook bouwvakker en ontwikkel en bouw ik solarverwarmingsinstallaties. In elk geval als ik niet in Ouddorp ben (haar Nederlandse stek, red) maar in Galicië. Samen met mijn partner heb ik in 2014 de Spaanse fjorden, de Ria’s, ontdekt. Daarvoor moesten we wel eerst met onze zelfgebouwde zeilboot de Golf van Biskaje over. Bij windkracht negen is dat een aardige beproeving voor je gestel, voor de boot én voor je relatie. Maar alles heeft standgehouden en we zijn later teruggegaan met een gehuurde camper om het gebied vanaf het land te bekijken. En nu hebben we er een huis en een mooi stuk grond. En voor je het vraagt: ja, het zal ook te huur zijn voor wie de rust zoekt. Galicië is namelijk echt niet zo nat als het vooroordeel wil, maar daarover is men hier heel stil. Anders wordt het veel te druk.’

Was je het werk bij de Arbeidsinspectie zat?
Simone: ‘Nee dat niet, ik heb er een fantastische tijd gehad, veel mogen doen en ik ben ook altijd mee blijven gaan op inspectie, ook toen ik teamleider was. Ik vind dat je je vak moet bijhouden. En natuurlijk had ik een mening over de manier van werken en op de corrigerende rol die de Arbeidsinspectie nu eenmaal heeft. Ik heb heel vaak discussies gevoerd over onze handhaving en over al die kleine regeltjes. Het woord ‘mierenneuken’ heb ik in die conversaties vervangen door ‘punaisepoetsen’. Maar dat lekkere millimeteren doen we nog steeds veel te vaak, ondanks het met veel bravoure afschaffen van de Arbobeleidsregels. Bedrijven zijn die detailregeltjes meteen zelf gaan invullen vanuit een behoefte aan duidelijkheid. Met soms hilarische uitvloeisels: in de petrochemie moet je dan op kantoor altijd één hand aan de leuning van de trap houden;  het bekende voorbeeld van doorgeschoten regelzucht. Bedrijven hebben nog heel lang de P-bladen van vijfentwintig jaar geleden gekoesterd.’

Moeten al die kleinigheden geheel van de agenda?
Simone: ‘Niet als ze ertoe doen of iets wezenlijks bijdragen. Als er iemand op een off-site tankpark zonder helm rondloopt zul je er als inspecteur wel wat van zeggen, maar is het tamelijk onzinnig om daarop te gaan handhaven. Tenzij het voor iedereen de gewoonte is geworden. Dan is er iets aan de hand met de bedrijfsmentaliteit. Je gevoel zegt dat er daar maar een heel klein dingetje mis hoeft te gaan en dan heeft er in een straal van bijvoorbeeld driehonderd meter niemand meer wat aan zijn helm.  Ook een op het eerste gezicht minder logische verplichting kan nut hebben. Een consequente helmplicht zorgt ervoor dat je het niet vergeet in een ander deel van de plant. Als ik het waarom van een regel niet meer kan uitleggen dan mag van mij zo’n regel weg. Je beleid moet kloppen met de werkelijke risico’s en als we niet oppassen raken we de weg kwijt. Zien we door de bomen het bos niet meer. Ooit werd ik raar aangekeken toen ik in de Botlek vroeg naar het risico dat er een keer een vliegtuig op een tank ethyleenoxide zou landen. Dat was vóór nine-eleven. Het is wél een aanvliegroute van Zestienhoven en Schiphol. Maar we vertrouwen op de kansberekening van het groepsrisico, die zegt dat het verwaarloosbaar is. Maar ik weet niet of de kansrekening de bedoeling van een piloten altijd juist weegt.’

Je zegt dat je inspanningen in verhouding moeten zijn met de werkelijke risico’s. Akkoord. Maar het afschaffen van heldere regeltjes is voeding voor ons poldermodel; alles staat meteen ter discussie.
Simone: ‘Maar onze kleine regeltjes lijken zodanig vormgegeven dat we niemand tegen de haren instrijken. We willen het hier iedereen naar de zin maken. Neem nou dat mondkapjesgedoe. Iedereen heeft er een eigen mening over en we doen eigenlijk maar wat. We zijn met 17 miljoen experts met allemaal hun mening. Hier in Galicië is er een heldere regel die gewoon zegt dat overal waar je geen anderhalve meter afstand kunt bewaren, je een mondneusmasker draagt. Binnen, buiten, maakt niet uit. Dat doe je dus zelfs als je naar je buren gaat. En dat terwijl de vaccinatiegraad hier 85 % is, net als in Nederland. Ook al is het risico beperkt, de regel is zo helder dat die consequent wordt nageleefd. En de resultaten zijn er naar; de besmettingsgraad is nagenoeg nul. Oh zeker, ook hier is in de grote steden natuurlijk meer weerstand. Stiekem vind ik het wel prettig om hier in een heel kleine gemeenschap te verblijven.’

Bij de Arbeidsinspectie heb je het best lang volgehouden, terwijl het handhaven niet echt het soort werk is waar je veel vrienden mee maakt.
Simone: ‘Dat valt wel mee; ik denk dat de journalisten van Zembla worden meer gevreesd dan de Arbeidsinspectie. Wij, sorry; ik denk nog steeds in termen van ‘mijn inspecteurs’, kijken gewoon of bedrijven en werknemers zich aan de wet houden. En ook met bijvoorbeeld Odfjell konden we prima in gesprek blijven. Je komt namelijk met neutrale en objectieve feiten. Dingen die je gewoon kunt constateren en die je toetst aan de wet; een nogal rechtlijnige manier van denken. Een milieudienst heeft het wat dat betreft moeilijker, want die heeft zelf vergunningen afgegeven en moet daarna inspecteren. Dan loop je mogelijk tegen je eigen beperkingen aan. Maar we mogen ons gelukkig prijzen dat we in een democratisch land leven. Mensen worden niet op basis van een machtspositie onder druk gezet en er is ook geen traditie van corruptie. Voor zover ik kan overzien natuurlijk. Grote bedrijven hebben ongetwijfeld ook veel vingers in de politieke pap.’

Even terug naar je vliegtuig. Zestienhoven zit de Botlek danig in de weg en andersom.
Simone: ‘Zeker. Wij hebben een aantal zeer grote chemische industrieterreinen in een veel te dicht bevolkt gebied. Maar eigenlijk geldt dat in Nederland alles elkaar in de weg zit. Kijk maar op de kaart naar de risicocontouren. Kansrekening, risico-inschatting, domino-effecten. Alles is te berekenen en lijkt zodanig regelbaar dat het binnen de grenzen valt. Blijkbaar kunnen we er op deze manier mee overweg.’

Is dat beter geregeld in Galicië?
Simone: ‘Moeilijk te zeggen. Spanje is een groot land. Galicië als een van de 17 autonome regio’s heeft een oppervlakte ongeveer gelijk aan Nederland, en ook hier zijn fabrieken die je in de buurt van bebouwing ziet staan. Van buitenaf kan ik die risico’s niet of hooguit globaal inschatten. In Asturias is bijvoorbeeld een aluminiumfabriek. Op Google Earth zie je in opeenvolgende jaren het knalrode bauxietmeer verveelvoudigen in oppervlakte. Geen bewoning eromheen, maar wat gebeurt er als dit meer lek zou raken? In Bilbao, Baskenland, zit een grote raffinaderij van Petronor.Petronor (c) Etxaburu - Wikimedia Daar kom je langs als je met de auto vanuit Nederland hierheen rijdt. Die chemische industrie is helemaal omringd door woongebieden en in tegenstelling tot de Botlek is hier de geurlast enorm. Fijn dat dat in elk geval in Nederland onder controle is gebracht. De kuststrook waar ons huis staat ligt tegen het Natura 2000-gebied. Met, voor ons in de verte, een kleine onderbreking voor een strook windmolens. Als we onze voetafdruk minder diep willen maken dan moeten we bepaalde offers brengen. Bijvoorbeeld door die horizonvervuiling te accepteren. En voor wie ervoor open staat is er ook wel enige schoonheid te zien in een aantal rijen synchroon draaiende windmolens.’

Vind je het werken aan behoud van een leefbaar milieu ook een taak voor veiligheidskundigen?
Simone: ‘Absoluut. Veiligheid zit verstopt in duurzaamheid en het is er niet los van te zien. Veiligheid zit voor mij ook in aandacht en verantwoordelijkheid voor je persoonlijke leefomgeving. Een beetje veiligheidskundige is allang niet meer bezig met alleen de vraag of mensen aan het einde van hun werkdag weer gezond naar huis kunnen gaan. Het moet er ook om gaan of hij op lange termijn nog door een gezonde leefomgeving naar huis kan fietsen. Je kunt Nederland niet onder de zeespiegel zien liggen en denken dat we de dijken telkens weer een stukje kunnen verhogen. Een goed veiligheidskundige probeert aan de voorkant van een probleem te komen. Iedereen kent de arbeidshygiënische strategie. En het lijkt een methode anno negentien-Noach, maar alles is eraan te relateren. Laten we niet afwachten of we straks überhaupt nog kunnen ademhalen of onze voeten droog kunnen houden. Anders is ons vak niet meer dan  kortzichtig gerommel in de marge. Ik denk soms al dat ons schip zinkt; de ratten zijn al weg. Ik ben nu met inzet en overtuiging bezig met mijn solarwarmtesystemen en met PV-panelen, met opslag van energie. Vanwege het milieu. En ik ervaar het tegelijk als een welkome terugkeer naar mijn vak, het ontwerpen van processen.’

Moeten we met z’n allen aan de slag voor het milieu?
Simone: ‘Dat is hard nodig. Ik vind het jammer dat we de Covid-pandemie niet hebben aangegrepen om eens en voorgoed een einde te maken aan de oude economie. Dat is een gemiste kans. Natuurlijk kan dat niet met een omslag binnen een jaar. Maar kijk nou toch eens om je heen: we staan weer fijn met z’n allen in de file. De hemel staat weer vol vliegtuigstrepen. Ik houd mijn hart vast als ik moet inschatten of we de rem nog op tijd weten te vinden. Ik krijg kriebels van de uitspraak; ‘ze vinden er wel wat op’. Natuurlijk, er zijn heel veel duurzame initiatieven. Gelukkig wel. Maar dat ontslaat niemand van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid zelf ook zijn eigen gedrag onder het vergrootglas te leggen. En actie te ondernemen. En als veiligheidskundigen kunnen we daarin een significante rol spelen.’

Dat we met heel veel mensen zijn draagt bepaald niet bij aan een rooskleurig vooruitzicht.
Simone: ‘Ik ben een fan van Midas Dekkers, die gewoon durft te zeggen dat we maar eens moeten stoppen met kinderen krijgen. Een beladen thema. Iedereen geeft om zijn kinderen en om zijn kleinkinderen, maar tegelijk leven we er niet naar. In een aantal eeuwen is het zuurstofgehalte met hele procenten teruggelopen en de hoeveelheid CO2 is sterk gestegen. En toch gaan mensen nog even een weekendje op en neer naar Barcelona met het vliegtuig, voor een paar tientjes. Dat de luchtvaart nog steeds ontkomt aan serieuze beschouwingen is een gotspe. En het is niet alleen de uitstoot. Vergeet niet de lawaaioverlast en de leefbaarheid van ons kikkerlandje. Op die vierkante postzegel hebben we een van de drukste vliegknooppunten weten te realiseren. We hebben in onze westerse, rijke wereld de aarde al onherstelbaar beschadigd voordat de mensen in de opkomende economieën eraan kunnen denken ons voorbeeld te volgen. En de echt arme landen zijn als eerste de dupe. Ik vraag me af wanneer we over ons egoïsme heen kunnen stappen. Dat er ‘aan ontwikkelingen wordt gewerkt’ is niet goed genoeg. We zijn vooral erg goed in het naar ons toe rekenen. In Ouddorp ligt de scheepvaart voor je deur met draaiende generatoren te wachten tot ze de haven in mogen. In Calais kleurt de lucht geelbruin van de stikstofoxiden. Kinderen die langs de rijksweg opgroeien hebben een vijf jaar kortere levensverwachting. Ik voel een zekere urgentie. Hopelijk mijn collega’s ook.’

Heb je nog een advies voor die collega-veiligheidskundigen?
Simone: ‘We hebben tot nu toe heel veel mazzel gehad in de vorm van nét op tijd afgewende rampen en toevallig gunstige omstandigheden bij incidenten. Ik wil graag een spreuk aanhalen die we bij de directie MHC van de Arbeidsinspectie veel gebruikten: geluk is geen LOD (line of defence).
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.