HVK Martin van Gastel: ‘ga uit van de juiste bron’

Toen Martin van Gastel 26 jaar geleden begon bij zijn huidige werkgever was VCA er net ingevoerd en de eerste audit achter de rug. VCA is met de ontwikkelingen in de bedrijven meegegroeid en het bedrijf van Martin met VCA. Het systeem past als een jas, en het biedt houvast waar dat nodig is. Martin ervaart af en toe wel wat kleine wrijvingspunten, maar over het geheel is hij tevreden. Maar waar vooral techniek en proces zich laten borgen blijft menselijk gedrag de lastige maar boeiende factor. Ook rastechnici hebben te maken met mensen.

Biografie
Martin van Gastel is in 1961 geboren in Zeeland, een regio waar men zich voor de werkgelegenheid sterk richt op de Botlek en de aan de Rotterdamse haven grenzende industriegebieden. Martin had en heeft affiniteit met techniek en doorliep achtereenvolgens de lts, de mts en de hts, met daarachteraan nog een gerichte ‘post tertiaire’ opleiding in de lastechniek. Op technisch gebied is Martin goed bij de tijd, ook al draait, zet en last hij zelf niet dagelijks. Vanuit de techniek raakte hij verzeild in de kwaliteitsborging van processen via ISO 9001, dat vooral kijkt naar het systeem en de organisatie en in mindere mate naar de mensen en hun motivatie. Omdat juist die mens en zijn gedrag zo interessant zijn, besloot Martin de aandacht iets te verschuiven van kwaliteit naar veiligheid, wat de bezigheden meteen veranderden. De methoden van borgen en certificeren lijken sterk op elkaar, maar het grote verschil is dat je dat bij menselijk gedrag nooit zal lukken. Je moet het gesprek aangaan.



Martin van Gastel begon niet meteen in de veiligheid, maar in de kwaliteitsborging via ISO 9001. Dat was in een tijd dat productkwaliteit voorop stond en dat processen onder controle gebracht werden vanuit de techniek en de procedures. ISO vereiste een handboek, net als VCA. En zo waren er meer overeenkomsten. Beide waren ontwikkeld in sectoren waar het proces centraal stond (en de mens in de weg liep). Als je kwaliteit kunt borgen, dan kun je dat ook wel met veiligheid, zo was de gedachte. Toen Martin zijn MVK-opleiding begon, werd hem nog verteld dat een technische opleiding noodzakelijk was om de mensen op de werkplek te begrijpen en dat de opleiding tot VK er een rugzakje bij was dat je liet zien hoe dat aan de Arbowet gekoppeld zat. Die link met de techniek is inmiddels flink losgelaten. Veiligheid is niet meer het exclusieve domein van technici. In de mechanische wereld is aandacht gekomen voor de mens en zijn gedrag, VCA heeft zich moeten aanpassen en het is daarmee zelfs een beetje gaan passen op sectoren waar men van oudsher meer op mensen gericht is. De veiligheidskundige is zelfs in de zorg geen vreemde meer. Het zijn inzichten die Martin als rastechnicus pas later heeft verworven.

‘Ik ben gebruiker van VCA’ zegt Martin, alsof zijn rol niets speciaals is. Zijn werkgever is Syndus Group, een Internationale groep bedrijven met productiefaciliteiten en vestigingen in Nederland, België en Slowakije, actief als dienstverlener  in de (high-risk)industrie. De groep opereert in vijf segmenten:  levering van kunststof leidingsystemen (Amerplastics), de verhuur van industriële machines en gereedschappen (Arentis), de bouw van staalconstructies (Ferris), productie van kunststof looproosters en -constructies  en een  teken- en engineeringbureau (Konstruktis). De meeste klanten zijn grote (petro)chemische bedrijven en daarmee verbonden bedrijfstakken. Martin: ‘VCA is in onze omgeving een must. Wij hebben VCA-P; de ‘zwaarste’ variant, bedoeld voor aannemers in de petrochemie. Zonder VCA kom je gewoon niet aan het werk bij Shell of bij DOW. En VCA-P betekent dat je ook de hele SOG (SSVV Opleidingen Gids) volgt. Voor alles wat we doen waar een erkende opleiding voor bestaat moeten we zorgen dat onze mensen die hebben gevolgd.’

En geldt dat ook voor de verhuurtak?
Martin: ‘Daar heb je meteen de uitzondering: als we hijskranen verhuren dan doen we dat altijd met machinist, en die is uiteraard geheel opgeleid. Verreikers, heftrucks en hoogwerkers verhuren we ook, maar dat kan ook zonder operator of chauffeur. We leveren af op locatie, geven zo nodig instructie en onze mensen hebben wel de juiste certificaten, al rijden ze de spullen alleen maar van de dieplader. Maar daarna is de werkgever aan zet; die moet ervoor zorgen dat bemanning over de juiste papieren beschikt. Daar zijn wij niet bij. De Arbowet kijkt naar de gezagsrelatie, en die is er niet tussen de verhuurder van materieel en de gebruiker.’

Maar dat is toch scheef?
Martin: ‘Het kan voor mij wel een bron van zorg zijn, maar formeel heb ik er niets over te zeggen. Bij onze zakelijke klanten is het onder controle en ik zal het zeker niet laten om er af en toe op te wijzen dat het geregeld en geborgd moet zijn. Maar wij zijn er niet bij tijdens het werk. Bij verhuur aan particulieren is het zelfs helemaal niet wettelijk afgedicht: een particulier mag met een hoogwerker aan de slag en net zo hoog en lang aan het werk als hij durft.’

In zijn eentje, bij nacht in zijn zwembroek?
Martin: ‘Als de particuliere privépersoon dat wil, dan is het antwoord ja. Er is geen gezagslijn dus de arbowet is niet van toepassing. Zodra er een baas is die op de een of andere manier aanstuurt, valt het onder de arbowet en dan moet er van alles.’

Zoals gekeurde spullen, harnasgordel, opleiding enzovoort.
Martin: ‘Het is wat mij betreft uit te leggen waarom het zo is geregeld. En natuurlijk heb ik het er wel eens moeilijk mee als ik zie wat mensen doen. Maar ik kan het loslaten. Anders zou ik niet meer in Zuid-Europa op vakantie kunnen, want daar staan ze heel anders op bouwsteigers dan bij ons. Om het netjes te zeggen.’

Heb je wel eens de neiging om in te grijpen? Om het veilige geweten van mensen te zijn?
Martin: ‘Natuurlijk. En daar ben ik veiligheidskundige voor, maar formeel ben ik verantwoordelijk voor de eigen werknemers en de andere mensen die betrokken zijn bij onze werkzaamheden. Ook ik loop mijn inspectierondes en voer gesprekken met mensen. Bovendien is er verschil tussen ingrijpen of ‘ergens iets van zeggen’ en het voeren van een gesprek. Dat mensen me wel kennen maakt het al wat anders. We weten wat we aan elkaar hebben. Gewoon beginnen met een open vraag voorkomt dat de haren meteen al overeind staan, maar je moet wel een mond open durven doen.’

Heb je achteraf wel eens spijt gehad van een van je eigen ingrepen?
Martin (na serieus nadenken): ‘Jawel. Ik zit wel ‘ns te star in mijn opmerkingen. Dat ik mensen aanspreek als ze daar net niet op zitten te wachten. Lang geleden ben ik wel eens iets te bruusk geweest bij de benadering van een mij onbekende man die ik vanuit de verte al toeriep omdat hij geen harnasgordel droeg bij werk op hoogte. Toen ik naderbij kwam bleek het een boom van een kerel te zijn waar geen passende harnasgordel voor bestond. Hij stak met kop en schouders boven mij uit. Natuurlijk moet zijn baas er dan maar een laten maken of de man niet op hoogte laten werken, maar ik was al twee stappen te ver met mijn beschuldigende vinger naar hem persoonlijk. Dat spijt me dan. Misschien leest hij dit wel. Ik hoop dat hij een goede gordel heeft gevonden, ook al is hij misschien al lang met pensioen.’

Jij komt uit de tijd van de P-bladen en de Arbobeleidsregels. Wat is er nu anders dan toen jij begon?
Martin: ‘Alles was veel rechtlijniger en concreter. Nu is het zachter: de psychologen krijgen wat meer begrip van en grip op mensen en hun gedrag. En dat maakt ook dat ‘oplossingen’ niet zo simpel zijn. Wij willen als die neuzen dezelfde kant op hebben, maar jij weet niet zomaar of dat werkelijk zo is. Tijdens een toolbox kan ik niet zien wanneer iemand afhaakt, maar ik wil er wel op kunnen  vertrouwen dat ik hem of haar veilig los kan laten op het werk. Ik vind het heel belangrijk om daarmee bezig te zijn.’

Krijg je daar, in je technische werkomgeving, de tijd en de ruimte voor?
Martin: ‘Gelukkig wel. Want ik kan wel leuk procedures maken en beleid uitstippelen, maar de mens op de werkplek moet er wat mee kunnen. En dan moet je dus gesprekken kunnen voeren. Net als nu met jou, toch? Wij hebben, mét VCA, de neiging om lijstjes te maken en dingen te borgen, maar mensen zijn niet te borgen, daar moet je mee práten. Want je kunt het werk niet ontmenselijken’

Maar voor praten kunnen ze ook wel ‘ns geen tijd hebben of er geen zin in.
Martin: ‘Tijd valt altijd te maken. Ook voor leidinggevenden. Praten is de weg naar de oplossing. Ik kan best een keer terugkomen, maar voor veiligheid geen tijd hebben is ondenkbaar. Als iemand daarvan overtuigd is, dan ga ik het gesprek aan met zijn leidinggevende voordat het fout gaat.’

Is het wel eens fout gegaan?
Martin: ‘Natuurlijk, wat denk jij? Als ik in 26 jaar geen ongeval of incident zou hebben meegemaakt dan was er pas écht iets mis. Maar ik vind het niet netjes om over individuele gevallen te spreken. We steken voldoende energie in het veiligheidsbeleid en ook in de zachte kant. Ik ben er trots op dat ons bedrijf Juni Daalmans (zie zijn Stokpaard) drie dagen heeft ingehuurd om ons iets bij te brengen over hoe je met gedragspsychologie de veiligheid kunt verbeteren.’

Over de werkvloeren waar jullie machines aan verhuren: daar zijn jullie je klant aan het ‘ontzorgen’, zoals dat heet. Hoe veilig is dat ontzorgen?
Martin: ‘Het is wat de klant wil en vraagt. En dat is wat we naar beste kunnen doen. Maar ik denk dat ik wel begrijp waar je heen wilt. We verhuren onze gekeurde arbeidsmiddelen ook voor de shutdowns, waar ze worden ingezet op de drukste en de onveiligste momenten. Maar met alleen goed materieel heb je nog geen veilige werkvloer. Het gaat ook om het gedrag van mensen en dat laat zich niet dwingen, zeker niet door ons. Dus het ontzorgen zal niet betekenen dat we de zorg voor de veiligheid compleet kunnen weg- of overnemen van onze klant of opdrachtgever, in elk geval niet waar het gedrag betreft.’

Bereik jij je doelen als veiligheidskundige?
Martin: ‘Gelukkig denk ik dat wel. Ik ben overtuigd van de meerwaarde van de veiligheidskundige, al blijft het moeilijk om je opbrengst te verdedigen. Maar het calculeert lastig omdat je niet goed kunt meten hoeveel leed je voorkomt en hoeveel mensenlevens je spaart. En er zijn zeker gevallen geweest waar ik zelf heel blij was met wat ik ontdekte terwijl er om me heen niemand te vinden was die het waardeerde.’

Vertel! Ik voel dat je een voorbeeld in gedachten hebt.
Martin: ‘Ja, dat heb ik. Zoals je weet heb ik iets met techniek en metaal. Ik werd er op zeker moment bijgehaald toen er een verhuurhoogwerker in reparatie was wegens een kapotte naaf. Het lagerhuis was opengescheurd en er was een wiel afgelopen. Dat is niet fijn als de arm maximaal uitgeschoven staat, want dan maak je een aardige zwieper. En de onderwagen voor de zekerheid bij het werk opbokken is ook niet werkbaar. Enfin, ik vroeg me af waarom dat lagerhuis scheurde en zag samen met de reparateur dat de rand van de passing van het lager een heel kleine afrondingsstraal had. Zeg maar een scherpe hoek, van waaruit de boel begon te scheuren. Eigenlijk is dat een ontwerpfout. Ik bedacht dat je beginnende scheurvorming met sterke magnetische velden en speciale vloeistof kon onderzoeken, zoals we dat ook met stalen hijsmiddelen doen. Wat bleek? Alle wielen hadden al haarscheuren die bezig waren onzichtbaar verder te kruipen tot de volgende grote breuk zou ontstaan. Dat heb ik voorkomen door meteen alle hoogwerkers met dat type wielnaven stil te zetten voor grondig herstel. Ik blij met wat ik voorkomen had, mijn baas was minder blij omdat hij ze niet kon verhuren. Maar ik kreeg wel de back-up die nodig was voor deze beslissing.’

Heb je het naar je zin?
Martin: ‘Zeker. Het blijft interessant. Zelfs corona is boeiend geweest en het heeft geleid tot nieuwe inzichten en werkwijzen. Ook wij hebben een paar kleine uitbraken gehad en we hebben protocollen ingevoerd. Mijn bureauwerkplek en die van mijn collega’s verhuisde grotendeels naar huis en eigenlijk blijkt dat weinig verschil te maken voor onze effectiviteit. Wat ik jammer vind is dat er niet veel meer onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van de mondneusmaskers en van het werkelijke risico op besmetting via contact met oppervlakken. Ik denk namelijk dat dat laatste heel gering is, maar heb nog geen echte cijfers gezien. Misschien zijn we wel voor niks met die gel in de weer geweest. We hebben nog veel te leren.’

Heb je tips voor ons?
Martin: ‘Probeer Sidney Dekker eens te interviewen. En lees zijn werk als je dat nog niet gedaan hebt.’


The Field Guide to 'Human Error' - Syndey Dekker
The Field Guide to Understanding 'Human Error' is a readable guide to both design of equipment and procedures and also the analysis of mishaps. Safety is made and broken on- and in the line at the "sharp end".
Getting rid of Bad Apples tends to send a signal to other people to be more careful with what they do, say, report or disclose. It does not make 'human errors' go away.

Sidney Dekker
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.