De ontwapenende eerlijkheid van bijna-MVK Nahomy Cicilia

Als je het hart op de tong draagt ligt de wereld aan je voeten, zeker als je Nahomy heet en je laat je lach erbij zien. Dat wil overigens niet zeggen dat het geluk vanzelf komt aanwaaien. Nahomy Cicilia doet er veel moeite voor, al heeft ze soms een wat minder logisch pad bewandeld. Maar nu is ze bijna MVK en werkt ze in de kartonfabricage te Oude Pekela als aankomend veiligheidskundige. Haar werkgever is Solidus, producent van duurzame kartonnen verpakkingen voor met name de levensmiddelenbranche. Behalve dat de fabriek in Oude Pekela er veiliger op wordt, fleurt hij ook op van Nahomy’s stralende aanwezigheid. In de afkorting VGW (veiligheid, gezondheid en welzijn) mag de W van Welzijn best wat steviger worden aangezet, toch?

Biografie
Nahomy Cicilia (1992) noemt zichzelf een ‘Kappa-kindje’. Dat zegt vooral iets bij insiders; de werknemers van Smurfit Kappa, het Ierse bedrijf waarin de Nederlandse Kappa Holding en haar rechtsvoorgangers zijn opgegaan. In 2005 is de massiefkarton-tak met vier Nederlandse vestigingen onderdeel geworden van Solidus.
Nahomy’s ouders, beide afkomstig van Curaçao, werkten begin jaren negentig in de kartonindustrie in het Noorden. Daar waar het leven, het weer en de volksaard beduidend anders zijn dan in het subtropische deel van het Koninkrijk. Moeder werkte als labtechnician in Nieuweschans, vader als teamleider nabewerking in Hoogezand. Nahomy’s ouders hadden voor hun in Nederland geboren dochters niet direct een loopbaan in de fabriek in gedachten. Ook Nahomy werd gestimuleerd om door te leren en volgde een opleiding rechten aan de Hanzehogeschool te Groningen, met ‘arbeidsrecht’ en ‘recht en overheid’ als specialisaties. In de gemeente Tynaarlo (Dr.) deed ze afstudeeronderzoek naar de aanpak van woonoverlast. Het betrof daar relatief vaak bewoners van koopwoningen. Nahomy: ‘Huurders kun je bij herhaald wangedrag in principe uitzetten of door een woningbouwvereniging laten verplaatsen; bij eigenaren is dat vele malen lastiger. Ik dacht mee over de aanpak en de beschikbare juridische instrumenten en overlegde met vele betrokken partijen.’ Werken in het openbaar bestuur of de openbare orde zou een logische stap geweest zijn, ware het niet dat ze haar zinnen had gezet op Antilliaanse overheden, die om onduidelijke redenen telkens voor andere juridisch geschoolde sollicitanten kozen. Het werd dus geen Curaçao of Bonaire en op Sint Maarten bleef het bij een mooie stage. Terwijl ze solliciteerde deed Nahomy al productiewerk, ook bij kartonproducent Solidus, waar haar interesse voor industriële veiligheid ontkiemde. Nu is ze in de leer bij mentor en HVK Peter Hielema en op haar scriptie na klaar met de opleiding MVK (Kader). Hobby’s: herinneringen maken, karate, lachen, familie (ze is zeer trots tante).

‘Ja, hartstikke leuk, maar liever niet per telefoon’, antwoordt Nahomy (telefonisch en met grote souplesse) als ze het interviewverzoek van De Veiligheidskundige krijgt, ‘ik kom wel even langs, want dat praat makkelijker’. Over zichzelf vertellen doet ze liever in persoon dan via de telefoon. Dat mogen we vooral niet uitleggen als telefoonangst waar ze voor in therapie zou moeten of zo, benadrukt ze, maar ze herkent het fenomeen zeker, ook uit eigen ervaring. Er is inmiddels een halve generatie slachtoffer van zonder het te durven bespreken, terwijl dat heel heilzaam zou zijn. Denk daar vooral eens over na voordat je al dat WhatsApp-verkeer veroordeelt. Praten met Nahomy gaat dus prima aan de telefoon, maar inderdaad is het veel gezelliger als ze tegenover je zit, al is het alleen maar omdat ze een groot deel van de tijd haar brede lach laat zien. Dat mis je toch maar mooi als je zo nodig wilt bellen.

‘Kijk, Hoogkerk’, zegt Nahomy terwijl ze op de kaft van een boek van Walter Zwaard klopt. ‘Massiefkarton, net als die puzzel daar. Mooi hoor.’ (Hoogkerk is een van de productielocaties van Solidus, de werkgever van Nahomy.) ‘Thuis hadden we ook altijd puzzels en bordspellen en papa knutselde de mooiste lampions in elkaar van karton. Voor mij en mijn zus. Mijn ouders hadden de afspraak gemaakt om thuis niet meer over werk te praten, wat natuurlijk niet altijd lukte: ik ving zodoende wel eens wat op. En sinds ik zelf in ‘de karton’ zit begrijp ik waar ze het toen over hadden.’

Nahomy, je bent bijna MVK. Heb je nog plannen met je juridische kennis?Nahomy Cicilia
‘Die plannen heb ik voorlopig geparkeerd. Ik ben wel blij dat ik die opleiding heb voltooid. Ik heb mijn best gedaan om in het openbaar bestuur op de Antillen aan het werk te komen, maar blijkbaar ben ik niet wat ze zoeken, ook al pas ik prima in de meeste profielen. Ik heb de juiste opleiding, ben eilandskind, al ben ik er dan niet geboren, en spreek vloeiend Papiaments. Jammer als ze dan toch voor een Europese sollicitant kiezen die waarschijnlijk na drie jaar alweer weg is. Het enige argument dat hout sneed is dat ik geen werkervaring had. Maar toen ik me eenmaal bewust werd van mijn mogelijkheden als veiligheidskundige heb ik mijn plannen aangepast ben ik er vól voor gegaan.’

Toen ben je de MVK-opleiding gaan doen?
‘Ja, al heb ik het niet zelf bedacht. Mijn werk in de productie bij Smurfit Kappa hield op en ik besloot de MVK-opleiding te gaan doen, op eigen kosten. Ik heb toen alle folders doorgelezen, heb me laten adviseren en ben naar informatiebijeenkomsten geweest. Toen ik me aanmeldde bij Kader kwam de vraag waar ik werkte, want ik moest een bedrijf hebben voor mijn praktijkopdrachten. Tja, even nergens dus. Gelukkig kon ik afspraken maken met Solidus, de werkgever van mijn moeder, en de veiligheidskundige van de vestiging in Coevorden, die eigenlijk ook de eerste aanzet had geleverd. Het zou een stageconstructie worden. Lang verhaal kort: uiteindelijk werd het Solidus Oude Pekela en een officiële sollicitatie, want er was plek voor een veiligheidskundige. Ik werd voor vier dagen in de week aangenomen en gekoppeld aan Peter, mijn begeleider, en hield de maandag voor de studie. Super. Ik heb het gevoel dat ik mijn plek helemaal heb gevonden. Alles wat ik tijdens mijn lessen leerde ben ik tegengekomen in het bedrijf, Peter is geweldig en ik heb het gevoel dat ik iets toevoeg.’

Van heel vroeger bij Van Gelder Papier, in de jaren zeventig, herinner ik me vooral veel kabaal en hitte en een extreme vochtigheidsgraad in de productiehal. En de waanzinnige snelheid waarmee pulp de machine in gaat en metersbrede rollen papier er volcontinu uit komen, met een ingenieus roterende carrousel om telkens nieuwe lege kokers voor te draaien, die in een paar minuten minuut tijd aangroeien tot rollen met een diameter van een meter. En dan de volle rollen die met grote heftrucks werden uitgenomen. Zo’n machine is niet te stoppen, zelfs de noodstop remde maar langzaam af.
‘Een machine van driehonderd meter lang waar karton met minstens vijftig kilometer per uur doorheen beweegt stop je inderdaad niet eventjes als er iets aan de hand is. Het kan gewoon niet en áls je hem stilzet, zorg je voor enorm oponthoud. Als er íets is dat een operator niet wil dan is het dat de machine stilstaat. En om het meteen over veiligheid te hebben: het grootste mechanische risico is beknellingsgevaar, vooral bij ingaande nippen.’ *
*De plaats waar twee rollen elkaar raken is vooral gevaarlijk aan de kant waar zij inwaarts bewegen en zo een papier- of kartonstrook naar binnen leiden. In de Sectorale Arbocatalogus voor de PKGV-industrie zijn deze en verschillende andere risico’s en oplossingen overzichtelijk weergegeven, red.

Ingaande nip?
‘Ja. Het punt waar beknelling dreigt, bijvoorbeeld bij het invoeren of het doorleiden van papier. Machines zijn gelukkig steeds beter beveiligd en ze hebben tegenwoordig goede systemen voor het doorleiden, zodat daar zo min mogelijk handwerk aan te pas komt. Daar zijn touw-of lintsystemen voor bedacht, waartussen het papier wordt doorgeleid. Je brengt alleen aan het begin de punt van een rol in, en de touwen leiden de strook van voor tot achter tussen de rollen en walsen door. Maar niets is onfeilbaar; ook bij touwgeleiding kun je met je vingers tussen walsen komen als je moeite doet. En als er het karton zou scheuren, bijvoorbeeld omdat de samenstelling en de treksterkte afwijken dan heb je een probleem. Maar wij doen er alles aan om dat te voorkomen; alle denkbare knelplaatsen ga ik opnieuw inventariseren. Maar zal ik eerst even iets vertellen over onze plants?’

Goed plan; graag!
‘In Oude Pekela staan twee fabrieken van Solidus naast elkaar: een kartonfabriek die volcontinu massiefkarton maakt en een convertor. De eerste maakt karton en de tweede maakt producten van karton; hier zijn dat vooral duurzame alternatieven voor plastic- of piepschuimverpakkingen van levensmiddelen. Stansen, vouwen, bedrukken met onze flexomachines, enzovoort. Er is verschil tussen de fabricage van karton en de conversie in eindproducten. De fabricage is vooral een continuproces dat je niet wilt stoppen: het is een lange keten die begint met de trekzeef, dan de pers met persvilt en de droogsectie. Er gaat natte pulp in, op een langzeef, en daar moet het water uit getrokken en gewalst. Dan volgt het ‘dansen’ (op en neer zigzaggen tussen stoomverhitte droogcilinders om zo veel mogelijk water kwijt te raken) en een eventuele eindbewerking. Het eindproduct is een rol karton. De conversie in de andere fabriek bestaat uit kortere processen en productie-eenheden die minder van elkaar afhankelijk zijn, wat de beheersing en besturing een stuk overzichtelijker maakt. Zelfstandige stans-, vouw- en plakmachines, die ieder afzonderlijk beveiligd en afgeschermd zijn. De eindproducten zijn vooral voorgevouwen dozen; keurige verpakkingen voor bijvoorbeeld bonbons, bloemen, zalm of fruit.’

Jullie hebben naar ik verwacht geen overschot aan personeel. Is de verleiding niet groot om even in te springen in de productie?
‘Bij bijvoorbeeld de plak- of vouwmachines is de verleiding er zeker, maar we hebben regels die ook de taakverdeling betreffen. Productiewerk is geen taak van het SHE-team. Dat is dus geen onwil, maar gewoon een kwestie van veiligheid; kennis en ervaring moeten aansluiten bij de taken en de risico’s. Dat is dus ook uitgangspunt bij de planning; je moet de balans tussen vaste werknemers en uitzendkrachten goed bewaken om ongelukken te voorkomen. Bij uitzendkrachten bestaat de kans dat ze onverantwoorde risico’s nemen, gewoon om te laten zien hoe vlot en hoe zelfstandig ze zijn.’

Waarom ben jij toegevoegd aan het SHE-team?
‘De reden dat ik hier aan de slag mag is dat Peter, mijn HVK-collega en mentor, in zijn eentje die twee fabrieken onder zijn hoede had. Dat is net teveel voor één veiligheidskundige. Nu loop ik nog mee met Peter, maar straks kunnen we de werkzaamheden verdelen. Hoe we dat precies gaan doen moet nog worden uitgewerkt.’

Je zei net dat de kartonfabricage volcontinu doorgaat, maar iets afstellen of repareren moet toch mogelijk blijven?
‘Ja, liefst wel, en daar wordt in het ontwerp van lijnopstellingen ook rekening mee gehouden. Een lange productielijn wordt als dat kan opgedeeld in functionele blokken, en als er halverwege iets loos is, kun je dat deel kort uit bedrijf nemen. Dan zetten we de ‘korthakker’ erop. Die hakt alles wat er inkomt aan stukjes en werpt het uit. Dat afval gaat gewoon terug naar de papierloods en komt later weer in de pulp terecht. De machine blijft dan op gang, behalve het deel waaraan iets moet gebeuren. Maar voor groot onderhoud wordt er uiteraard gestopt. Al is stoppen wel een vies woord dat niemand hier graag hoort.’

Heb je iets met machines?
‘Van huis uit niet. Ik heb heel veel nichtjes in de zorg en ik heb daar diep respect voor maar ik word blijer van productie en machines, van iets maken. Ouders willen altijd het beste voor hun kinderen; op zijn minst moeten ze het beter doen dan zijzelf. Ze hebben wel een wenkbrauwtje gefronst toen ik toch de productie in ging, maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Ik krijg er energie van, ik vind het leuk bij de machines. De productie-ervaring helpt me nu als veiligheidskundige omdat ik snap hoe de mannen – altijd mannen – bij de productie denken en hoe ze dat vaak al dertig jaar doen. Ze laten zich niks wijsmaken.’

Toch zul je als veiligheidskundige af en toe iets willen bijsturen
‘Dat moet ook, we hebben ook onze certificeringen bij te houden, de interne en externe audits, de eisen van klanten en de wettelijke regels. Als ik op de vloer iets wil bespreken helpt het dat ik vrouw ben, de enige in onze twee plants in Oude Pekela, en dat ik altijd loop te lachen. Toen ik hier aan het werk ging heb ik me aan iedereen voorgesteld, verteld wat mijn achtergrond is en dat ik ook in de productie heb gewerkt. Dat wordt gewaardeerd. Als er een keer iets veranderd zou moeten worden dan vraag ik dus eerst aan de operator ‘hoe doe jij het?’ en ‘waarom?’. En dan ‘hoe zou je het anders willen zien?’ Je hoeft ze echt niet te dwingen, want denken kunnen ze zelf heel goed, vooral over wat ze jarenlang elke dag doen.’

Je stimuleert de collega’s dus om na te denken over hun proces en hun handelen.
‘Ja. Als er ergens een tafeltje wat hoger moet dan bedenken ze dat zelf echt wel, maar ze zijn ook onderdeel van de hele procesvoortgang, die steeds verder geautomatiseerd is. We slepen steeds minder met pallets en heel veel zwaar handwerk is allang verdwenen. Overal zijn palletkarren en schaarliftjes beschikbaar, maar natuurlijk kan het altijd beter.’

Sorry voor mijn vooroordelen, maar jij lijkt me een heel extraverte persoon, en je werkt in een kartonfabriek in Oude Pekela, in Groningen, waar twee woorden er eigenlijk al één teveel is. Dan denk ik meteen: hoe matcht dat?
Nahomy en haar moeder Natalie, beide werkzaam bij Solidus (bij verschillende vestigingen)‘Uitstekend. Ik voel me heel welkom. Als ik binnenkom zwaait de heftruckchauffeur me van de andere kant van de hal al toe. We hebben heel veel werknemers die al een arbeidsleven lang ‘in de karton’ werken, net als hun ouders dat deden en nu soms ook hun kinderen gaan doen. Mensen die de tijd nog hebben meegemaakt dat veiligheid nauwelijks een issue was. Dat het heel gewoon was om een paar vingers te missen, want dat hoorde erbij in de branche. De kartonindustrie is kapitaalsintensief. Machines zijn duur en ze gaan bij normaal onderhoud lang mee. Dat betekent dat je ze ook qua afscherming en veiligheid na verloop van tijd aan de moderne inzichten en eisen moet aanpassen. Een van mijn activiteiten in het kader van de RI&E is het opnieuw inventariseren van alle mogelijke knel- en grijprisico’s van de machines.’

Welke andere risico’s zie je?
‘Meerdere. Uitstroom van kennis. We hebben veel oudere werknemers die ontzettend veel kennis hebben. Je moet dus zorgen voor tijdige overdracht, vooral als er heel veel mensen tegen hun pensioen aan zitten. Zij kennen precies de nukken en de grillen van de machines waar ze mee werken. Ze weten er meer van dan de fabrikant en als je ze in bedrijf houdt heb je die kennis keihard nodig.’

Wat is jouw valkuil?
‘Ik denk dat ik teveel wil in een te korte tijd. Ik ben een doener. Ik zie dingen die misschien anders kunnen, maar heel veel is al jaren zo en al die tijd zijn er geen ongelukken gebeurd. Dat betekent dat het toch op de een of andere manier onder controle is. Ik moet het geduld hebben om eerst goed te overwegen wat de voor- en nadelen zijn en moeite doen om eerst alle betrokkenen te horen.’

Tot slot de ergste vraag: wat vrees je het meest?
(Na een denkpauze:) ‘Mezelf. Ik draag wat emotionele bagage mee die ik wel onder controle heb, maar dat heeft me jaren gekost. Ik stel hoge eisen aan mezelf, wil mezelf bewijzen en als het niet helemaal naar mijn zin gaat moet ik mezelf leren herpakken. Ik denk dat het helpt om erover te praten. Dat zou ook nuttig zijn bij de opleidingen. Want we blijven allemaal mensen en we moeten elkaar heel houden.’






Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.