Grootheid.
(fysica, techniek, thermodynamica)
Hoeveelheid energie die per tijdseenheid wordt omgezet (of hoeveelheid arbeid die per tijdseenheid wordt verricht), uitgedrukt in Watt.
Bijvoorbeeld mechanisch (een automotor van 120 kW) of elektrisch (een ledlamp van 11 W of een windturbine van 1 MW).
Het (mechanische) vermogen dat een werkende mens gemiddeld kan ‘leveren’ ligt in de orde van grootte van 100 Watt. Kan van belang zijn bij bijvoorbeeld berekeningen m.b.t. binnenklimaat, effectiviteit koelvesten en airconditioningscapaciteit.
Nagenoeg alle omgezette energie eindigt uiteindelijk als warmte.