Ook trekker (algemener) of LBT (Land- en BosbouwTrekker - verkorte aanduiding gebruikt in de Wegenverkeerswet).
Universeel voertuig dat oorspronkelijk voor de landbouw is ontwikkeld, bedoeld om aanhangwagens/landbouwkarren en werktuigen voort te trekken. Motorvoertuig van de categorie T, sneller dan 6 km/uur. De land- of bosbouwtractor is tevens ontworpen voor het trekken of dragen van verwisselbare uitrustingsstukken, meestal aangedreven door een zogenaamde aftakas op de voor en/of achterzijde van de tractor.
De landbouwtractor is een veiligheidskundig hoofdpijndossier omdat het enerzijds een voertuig is en anderzijds een (risicovolle) machine en - volgens de Arbowet - keuringsplichtig arbeidsmiddel. De wegenverkeerswet eist (bij gebruik op de openbare weg) ten minste het tractorrijbewijs, waarmee een persoon van zestien jaar of ouder ermee aan het verkeer deel mag nemen. Volgens de Arbowet moet een gebruiker van een risicovolle machine (werknemer) opgeleid zijn en minstens achtien jaar om (zonder toezicht) met de machine te mogen werken. Daardoor ontstaat de vreemde situatie dat een eigenaar/zelfstandige/hobbyist met een landbouwtractor met maximaal twee aanhangwagens op de openbare weg mag rijden, tenzij hij 'aan het werk' is onder gezagsverhouding.
In januari 2020 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wijzigingsvoorstel van de Wegenverkeerswet 1994 (vanwege de Europese Richtlijn 2014/45) waardoor een kenteken verplicht wordt voor tractoren die sneller kunnen/willen rijden dan 25 km/uur. Naar verwachting zal in 2025 ook de keuringsplicht daadwerkelijk ten uitvoer worden gebracht op grond van de Wvw. Die staat los van de reeds langer geldende keuringsplicht van de tractor als arbeidsmiddel (waar terughoudend op wordt gehandhaafd).
Zie ook ROPS/FOPS.