Stopcontact

(elektriciteit)

Twee in elkaar grijpende delen die tezamen geschikt zijn voor het aansluiten van stroomgeleiders, bedoeld voor het doorverbinden of onderbreken van twee of meer stroomgeleiders (definitie volgens NEN-EN-IEC 60204-1).

Systeem om een veilige, eenvoudig losneembare elektrische verbinding tot stand te brengen.
Een stopcontact bestaat uit een combinatie van een steker (contactstop) en een contrasteker of wandcontactdoos, doorgaans van kunststof, waarin metalen onderdelen meestal via het mannetje-vrouwtjeprincipe voor het contact zorgen.

De (onveilige) spanning wordt daarbij aangeboden op de vrouwelijke contacten (bussen) terwijl een energieverbruikend apparaat in verbinding staat met de pennen. Andersom zou een elektrocutierisico veroorzaken, hoewel er ooit ook veilige ‘geslachtsloze’ of tweeslachtige stekers zijn ontwikkeld, die tevens als contrasteker dienst kunnen doen.

De term ‘stopcontact’ wordt veelal onjuist gebruikt ter aanduiding van een (wand)contactdoos, maar strikt genomen is die slechts een deel van het stopcontact.

 Hoe een stopcontact dient te zijn uitgevoerd en voor welke soorten spanning en stroom (of signalen) het wordt toegepast is vastgelegd in normen. Afwijken van deze normen kan een veiligheidsrisico vormen.

Zie HAZET , CEE en Schuko
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.