Steiger

Bouwstelling.

Tijdelijke voor personen toegankelijke constructie, die hoge bouwwerken bereikbaar maakt, doorgaans geplaatst ten behoeve van (bouw)werkzaamheden.

Tot in de jaren zestig van hout, daarna van staal of aluminium.

Vaste bouwsteigers worden opgebouwd uit dikwandige verzinkte stalen buis (meest gebruikte diameter 48,3 mm). Afhankelijk van de functie van de onderling verbonden pijpstukken spreekt men van staanders (verticaal), schakels (horizontaal), schoren (diagonaal van knoop tot knoop) en kortelingen (horizontale dwarsverbindingen, meestal tevens ondersteuning van de plankenvloer).
Verbindingen worden gemaakt met koppelingen, meestal met spieën (keggen) vastgeslagen, hoewel er vooral in het buitenland ook boutverbindingen worden toegepast.

De constructie van steigers is vakwerk en het eindproduct moet zijn doorgerekend en gekeurd. De belastbaarheid en geldigheid van de keuring staan aangegeven op een steigerkaart bij elke toegang. Werkvloeren moeten zijn voorzien van kantplanken, knieregels en leuningen van minstens 1 meter hoog.
Bij grote ‘diepten’ onder werkvoeren kan een zogenaamde ‘schrikvloer’ zijn aangebracht. Steigers kunnen zijn uitgevoerd als hangsteiger, daksteiger, metselsteiger, renovatie- of gevelsteiger of als rolsteiger.

Zie ook systeemsteiger en traditionele steiger.

www.richtlijnsteigers.nl
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.