Humoresleer

(historische psychologie/geneeskunde)

Leer van de oude Grieken (Hippocrates en Galenus) die vier temperamenten onderscheidt, samenhangend met vier lichaamssappen. Door tekorten of overschotten van die 'humores' (Latijn) worden bepaalde temperamenten bepaald. Deze inzichten en de medische diagnostiek en behandeling die erop was gebaseerd worden als achterhaald beschouwd, hoewel er in de antroposofie nog waarde aan wordt gehecht.

De vier temperamenten:

Sanguïnisch (bloed):  optimistisch, creatief, sociaal, open en energiek
Cholerisch  (gele gal): driftig, ambitieus, rusteloos, eerzuchtig, gedreven
Melancholisch (zwarte gal): introvert, voorzichtig, depressief, neerslachtig, enz.
Flegmatisch (slijm):  tolerant, stoïcijns, kalm, rationeel enz.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.