(ICT)
In een getalswaarde uitgedrukt/werkend met getallen, in tegenstelling tot analoog.
De gangbare computers ver- en bewerken alle data als binaire getalswaarden. Het binaire stelsel kent alleen de nul en de een (wel stroom/geen stroom). Een 'beetje stroom' is analoog, dus bij het digitaliseren van analoge gegevens zijn reeksen nullen en enen nodig om ook tussenliggende waarden te kunnen coderen, een taak die A/D-converters voor hun rekening nemen. Hoe nauwkeuriger het moet, hoe meer nullen en enen er moeten worden gebruikt.
Digitale dataverwerking heeft als voordeel dat ruis, verzwakking (demping) en andere signaalverstoringen pas in zeer ernstige gevallen leiden tot fouten. Immers; als een nul nog als een nul te herkennen is en een één ook, dan is het getal juist en kan het gereproduceerd worden zonder fouten. De kopie van de kopie is dus van dezelfde kwaliteit als het origineel, in tegenstelling tot analoge kopieën. Een analoge fotokopie zal altijd slechter zijn dan de bron. Aan analoge systemen blijf je fijnregelen en kalibreren om afwijkingen binnen aanvaardbare grenzen te houden.
(overdrachtelijk:) Een digitale denker kent geen nuance. Hij kent slechts ja en nee, goed en fout, waar of onwaar.