Vier vragen over het werken in besloten ruimten

VRAAG EN ANTWOORD

1. Wat is een besloten ruimte?
Een nauwe werkruimte levert een grotere kans op letsel door bijvoorbeeld knellen of stoten op. Ook is de mogelijkheid tot het verlenen van hulp in een dergelijke ruimte lastiger. Een bijzondere nauwe werkruimte is de besloten ruimte. Voorbeelden van besloten ruimten zijn opslagreservoirs, tanks, riolen, leidingen, liftschachten, las- en soldeertentjes en kruipruimten.

2. Wat zijn de specifieke omstandigheden voor het werken in een besloten ruimte?
Werkzaamheden in besloten ruimten vragen om speciale voorzorg- en veiligheidsmaatregelen. Een besloten ruimte is vaak nauw (vaak kleine, natte en onhandige ruimte) waardoor de kans op gladheid en stroomgeleiding wordt vergroot. Verder is de ruimte meestal slecht verlicht – wat de kans op letsel en ongevallen vergroot en de hulpverlening bemoeilijkt – en zijn de ruimten moeilijk toegankelijk, waardoor het verlenen van hulp lastig is.
Ook is er nauwelijks natuurlijke ventilatie. Hierdoor kan zich sneller een explosief mengsel vormen en neemt de kans op verstikking door te weinig zuurstof toe. Vaak liggen er leidingen en kabels op onverwachte plaatsen; hierdoor wordt de bewegingsvrijheid beperkt en zijn er slechte vluchtmogelijkheden.

3. Wat zijn de gevaren van het werken in besloten ruimten?
Brand- en explosiegevaar:
Weinig ventilatie, waardoor LEL snel wordt bereikt.
Aanwezigheid van brandbare stoffen in de ruimte.
Aanwezigheid van brandbare stoffen in het materiaal.
Gebruik van open vuur in de besloten ruimte.

Verstikkingsgevaar:
Gevolg van zuurstoftekort, bijvoorbeeld door onvoldoende ventilatie of door oxidatie (wanneer de zuurstof door oxideren wordt verbruikt).

Vergiftigings-gevaar:
Gevolg van schadelijke dampen en gassen in de ruimte. Door de geringe omvang van de ruimte kan de concentratie van een vrijkomend gas al snel gevaarlijk hoog worden.

Gevaar voor elektrocutie:
Door de slechte ventilatie, een hogere lichaamstemperatuur en een hogere vochtigheid wordt de geleiding door het lichaam groter. Besloten ruimten zijn vaak van geleidend materiaal gemaakt. Hierdoor is de kans groter dat de wanden onder spanning komen te staan bij defecten. Werken met de onjuiste elektrische apparatuur of niet spanningvrij maken van de in de ruimte aanwezige apparatuur.


4. Welke maatregelen kunnen getroffen worden om de risico’s te beperken?
Om de gevaren zoveel mogelijk te beperken dient een aantal maatregelen te worden genomen bij het betreden van een besloten ruimte. Deze bestaan uit:

Organisatorische maatregelen:
• De besloten ruimte moet goed toegankelijk zijn.
• Er moet een geldige werkvergunning zijn.
• Er moet een veiligheidswacht of mangatwacht aanwezig zijn.
• Aan de buitenkant moet een afzetting zijn of waarschuwingsborden.
• Uitgangen moeten worden vrijgehouden.
• Personen onder de 18 jaar mogen niet in een besloten ruimte werken.
• De ruimte moet schoon en droog zijn (dat wil zeggen zoveel mogelijk vrij van gevaarlijke stoffen).
• Leidingen moeten van de vaten zijn losgekoppeld of door steekflenzen zijn afgescheiden.

Toezicht:
Bij het werken in besloten ruimten moeten minstens twee personen betrokken zijn:
• De persoon die binnen aan het werk is.
• Eén persoon als veiligheidswacht of mangatwacht.

Verblijfsduur:
De verblijfsduur in de besloten ruimte dient zo kort mogelijk te zijn.

Vergunningen:
Zonder een werkvergunning (bij petrochemische bedrijven) of een schriftelijke vrijgave, mag een besloten ruimte niet worden betreden voor het verrichten van werkzaamheden.

Metingen:
Gemeten moet worden of:
• Het zuurstofpercentage minimaal 20% is;
• Er en gasmengsel is van minder dan 10% van de LEL;
• De aanwezige concentratie giftige stoffen lager is dan de grenswaarde.
Metingen moeten worden verricht door een deskundig persoon.
Soms moet op meerdere plaatsen worden gemeten.
Soms moet continu worden gemeten.

Ventileren:
Als de stoffen vrijkomen uit de ruimte zelf dient algehele ventilatie te worden toegepast.
Als de stoffen vrijkomen door het werk zelf, dient plaatselijke afzuiging te worden toegepast.
Als stoffen vrijkomen uit de ruimte zelf en door het werk, dan dient een combinatie van algehele en plaatselijke afzuiging te worden toegepast.

Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen:
De volgende middelen dienen standaard in een besloten ruimte te worden gedragen: overall, veiligheidsbril, handschoenen, veiligheidsschoenen of -laarzen en een veiligheidshelm.
Als extra kunnen onafhankelijke adembescherming (bij een concentratie gevaarlijke stoffen boven de grenswaarde) of gehoorbescherming (afhankelijk van het type werkzaamheden en de aard van de besloten ruimte) worden gedragen.


Oorspronkelijk verschenen in VCA Actueel december 2009


Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.