Flip-San trotseert de sport in Tokio

Tegenover mij, aan een iets te lage klaptafel in een smoorheet en plakkerig Tokio, zit helaas niet Lonneke maar een vriendelijk ogende Japanse paardenkastanje van het type ruwe bolster nog ruwere pit. Mijn associatie met de paardenkastanje heeft ze niet verdiend, maar het leven is niet altijd eerlijk, ook niet in Japan, en deze dame doet bepaald niet denken aan geisha’s met roomwitte gezichtjes en piepkleine voetjes. Waar het door komt is mij een raadsel, maar ik heb steeds minder grip op mijn kwalijke denken, zeker in de hitte die ons op dit eiland danig kwelt. Niet alleen wij van de technisch ondersteunende horden, maar ook al de types die, in opdracht of eigener beweging, in schreeuwend oranje en alternatieve tinten van de ene naar de andere plek rennen, soms in zulke kleine rondjes dat de vraag rond nut en noodzaak van dat alles zich krachtig opdringt.

Tokyo depri skylineDe Japanse juffrouw die ik zojuist nog met een paardenkastanje vergeleek is een welwillende assistente van het bedrijf waarvoor ik me momenteel als veiligheidskundige inspan. Ze is genaamd Keiko en dan iets onuitsprekelijks en ze maakt koffie voor me als ik dat belief. Ik zeg gewoon Keiko san voor en Keiko san achter; dan is het altijd goed. Lonneke had mij allang stevig gecorrigeerd. Keiko sans niet aflatende beleefdheid en haar dienstbaarheid beginnen me danig de keel uit te hangen. Net als de correctheid van de Japanse overheidsdienaren en Tokyo2020-vrijwilligers waar je overal over struikelt. Want ondanks de zeer manifeste aanleiding om eens liederlijk te gaan lopen vloeken, blijken de Japanners daar maar moeizaam toe te verleiden. Het management bij Scheurwater & Gortworst zou wel opfrissen van enig Japans bloed, maar hier hebben we er al meer dan genoeg van.

Keiko’s vrij denkbeeldige kinnebak gaat schuil in een soort juten haverzak die met twee koorden aan haar oren is gezekerd. Het heet een mondmasker, maar het is gekeurd noch beproefd. Aan CE doet men hier niet. De Olympische eis is slechts dat het drielaags is, meer niet. Keiko heeft de schering als eerste laag, de inslag als tweede en enige aanslag als derde laag, dus dat is weer pico bello op orde. Haar juten zak is vrolijk gedecoreerd en voorzien van Japans opschrift, ook al mag dat eigenlijk niet. Als er al om een oordeel wordt gevraagd dan is het aan deskundigen van het IOC, want die genieten hier beduidend meer status dan veiligheidskundigen. Ik heb, als nuchter sportrelativist, net zoveel in te brengen als de portier van het hotel. Of de badmeester van het hotelzwembad waar we niet in mogen. We mogen nogal wat niet.

We schrijven 4 augustus 2021, maar zijn omringd door borden en banners ‘Tokyo2020’. Aan menig decoratief element is de leeftijd al af te zien. Vermoedelijk handhaaft men het jaartal omdat ‘Tokyo2021’ voor de Japanse gastheer gezichtsverlies zou betekenen. Daarom zitten we nu met onze haverzakken onder onze treurige tronies de hele dag Japanse zoutjes en rijstbonken gewikkeld in zeewier naar binnen te schuiven, want alleen als je eet of als je slaapt mag dat zonder mondkapje, zo zegt het Playbook. Vrolijk beeld, voor in het playbook?Ook al zo’n woord dat iets suggereert wat er helemaal niet is. Er is namelijk niets speels of sportiefs aan alle beperkingen die men hier atleten en werkvolk pleegt op te leggen.

Bij de Olympische Spelen heeft alles en iedereen nogal met sport te maken. Er is geen ontkomen aan. Daarom spreekt iedereen over zichzelf in de tweede persoon, schuift elke buikige official rond op felgekleurd sportschoeisel en wordt elke taak, hoe nikserig ook, in competitieverband uitgevoerd. Dat is voor mensen zoals ik normaal al bijna teveel (de sportieve mens zou zeggen dat ‘je mentaal wordt uitgedaagd, en dat als je ervoor gaat het eremetaal zeker haalbaar moet zijn). Ik zie liever dat men een beetje rustig aan doet en af en toe een LMRA’tje uitvoert bij een shagje in het fietsenhok. Maar hier legt men de vijfkamp niet stil voor een moment van bezinning.

De sportieve mens gunt zich geen tijd. Geen shagjes in Olympische fietsenhokken. Dat er brokken komen van al dat gehaast is voor de veiligheidskundige geen nieuws, maar het conglomeraat atleten en hun trainers, coaches, mentale begeleiders en andere noodzakelijke overhead twijfelt kennelijk nog aan die ijzeren wet. Men volhardt dus in de overbelasting van het atletische lichaam en lijdt in brede kring pijn. Natuurlijk wordt er vervolgens uitvoerig over die pijn geklaagd, de verwerking ervan wordt geëvalueerd en de evaluatie wordt publiekelijk gepresenteerd in de media. Geen hamstringblessure of gevolg van een onhandige actie met een kurkentrekker of een houtkachel mag onvermeld blijven, want dan zou de sportjournalist toch serieus steken laten vallen.

Intussen vraagt u zich af wat Flip op zijn veiligheidsschoenen aan het doen is in een wereld die duidelijk niet de zijne is. Waar hij in past als een lelijke eend in de straten van Monte Carlo of – er is geen stijlfiguur voor nodig – een veiligheidskundige in een arena. Flip is CLO. COVID Liaison Officer. Dat is een functionaris die de verdwaasden aan de ene zijde van het hek in verbinding brengt met de angstigen aan de andere zijde, handelend in volmacht van het Internationaal Olympisch Comitée én de Japanse overheid, terwijl die twee beleefd rollebollend over straat gaan tijdens het afkaderen van hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden rondom de beheersing van de pandemie. Die zich daar natuurlijk niets van aantrekt en vrolijk voortwoekert. De rol van CLO is mij op het lijf geschreven. Ik ben immers gewend aan Scheurwater en Gortworst die mij buiten mijn vakantie om rijkelijk voorzien van onuitvoerbare opdrachten, desondanks uitgevoerd in het spanningsveld der strijdige belangen. Ook dáár het hek, maar dan om van alles overheen te flikkeren. Ook dáár de competitie. En ook daar ter ontspanning en contemplatie het fietsenhok, dat bij Ons Bedrijf niet wordt afgeschermd door oranje panelen en gordijnen.

CLO dus. De CLO draagt zorg voor de beheersing van de uitbraak. Wat maar zeer matig lukt, maar dat nog even terzijde. De CLO heeft namelijk helemaal niets in te brengen. De CLO heeft een online spoedcursus kunnen volgen om te kunnen omgaan met de procedures en de formulieren die de Japanse overheid krachtdadig in stelling heeft gebracht. De CLO heeft tweehonderdentwaalf pagina’s introductiecursus, deels in het Japans, doorworsteld om te kunnen omgaan met ICON (https://Infection Control/endannogwat/netwaarjenietnaarzoekt/driekeerbellen/geengehoor.jp). ICON is een webtoepassing die ontworpen lijkt om alle hoop op genezing te laten varen, met tweetrapsauthenticatie (dat is dat je ook je smartphone moet terugvinden voordat je iets met je computer kunt) en tabs voor alle denkbare overtredingen van onze privacywetten.

De CLO is satans ponstypist. Flip heeft eerst contractueel afstand gedaan van alle ethische beginselen die een veiligheidsfuctionaris zijn aangehangen en toen geleerd hoe hij de door de bezoekers der Spelen in hun apps ingevoerde persoonlijke gezondheidsgegevens uitleest, aanpast, doormeldt en omzet in incidentenmeldingen, voortgangsrapportages en half geautomatiseerde passe-partouts en QR-codes die de weinige deuren zouden moeten openen die nog niet definitief zijn dichtgelast. Want dat is de kern van de uitbraakbeheersing: het scheiden van de bubbels. Waar niets bijeenkomt zal er ook niets smetten, zo is de gedachte. In de praktijk leidt dat ertoe dat atleten vooral elkaar scheutig besmetten terwijl journalisten met lange microfoonhengels de barrières tussen de bubbels proberen te slechten. Vanuit hun eigen smetbakken in het International Broadcast Centre en het Media & Press Centre, waar de feestjes achter gesloten deuren gewoon doorgang vinden.

Leeg fietsen tot het pijn doetDe clusters mediaconcentraat met de uit de roedel naar buiten stekende marmotten op steeltjes vertonen een aardige gelijkenis met het virus zelf. Speels worden de voelsprieten uitgestoken naar de getergde vijand. Men sluipt nader, prikt met het stokje in een smetkluwen van Griekse schoonzwemmers, rent hard weg en kijkt dan wat ervan komt. Als CLO mag ik de positieftesten afhandelen, in uitvoerig en vooral tijdrovend overleg met een enorme schare bevoegden met nauwkeurig omschreven taken en een fijnzinnig gevoel voor afkadering. Anders gezegd: er wordt veel geouwehoerd en weinig ondernomen.

De Covid-aanpak van de Japanse overheid stoelt op juiste principes, maar faalt desondanks deerlijk. De eerste grote foute aanname is dat een journalist (of toerist, die grens blijft vaag) zich aan regels houdt. Die regels zijn: mondkapje op, 1 m afstand, 2 m tot atleten, niet met openbaar vervoer, niet praten in je eigen autootje, niet naar plekken gaan die niet in je Activity Plan zijn aangevraagd en goedgekeurd en niet naar een restaurant of winkel gaan. Ik vermoed dat de handhavers zich inmiddels wel zijn gaan realiseren dat hun gasten elke gelegenheid aangrijpen om de regels te overtreden, met of zonder argumentatie. Als eten en slapen is toegestaan zonder mondkapje, dan grazen we de hele dag door en als we niet grazen dan doen we net alsof we slapen. Wat nauwelijks opvalt, want slapen blijft, in schril contrast met al het beweeg onder de Japanse zon, verreweg de veiligste bezigheid.

Flip. Vanuit Tokio.
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.